Vier maal de bewening van Christus: meester Arnt van Kalkar

Een van de beroemdste werken van Arnt van Kalkar staat in de Nicolai Kirche in Kalkar: het St. Joris altaar met zeven scenes uit het leven van St. Joris. Ook zien we in die kerk het “Hochaltar”.  In die kerk staat zeer veel middeleeuws werk, deels dus van meester Arnt. Dat ga ik binnenkort bekijken. Ook de koorstoelen van hem in Kleef staan nog op hun oorspronkelijke plaats. In de kerk van Venray staan maar liefst negen beelden van hem. Maar ook kunnen we het een en ander terug vinden in musea.
bewening christus 4 x
Hierboven zien we vier maal een detail uit de bewening van Christus, allemaal te zien in een kerk en daarnaast drie verschillende musea. Twee van de vier worden toegeschreven aan Arnt van Kalkar. Als je zo kijkt, welke denk je dan dat niet aan hem wordt toegeschreven? Het meest afwijkende lijkt de sculptuur rechts boven. De twee linker afbeeldingen laten een vergelijkbare houding zien van de Christusfiguur. Alleen is het net of er twee momenten zijn vastgelegd. Maria ondersteunt met haar linkerarm op de afbeelding linksboven de linkerarm van Christus, links beneden heeft ze diens hand gepakt en heeft ze zich meer naar hem toegekeerd. De houding van de rechterarm en ook de vorm is op beide afbeeldingen bijna identiek. Ook de vorm van hoofd en bovenlijf zijn erg vergelijkbaar. De twee afbeeldingen beneden hebben een bijna exact gelijke opbouw, en dat zie je vooral als je naar meer kijkt dan alleen bovenstaand detail (zie eerdere column). Ze zijn allebei van vergelijkbare grootte, gemaakt in opdracht van het kartuizer klooster van Roermond. Rechts is een kartuizer monnik zichtbaar met boven hem zijn patroonheilige, ook de kleding van Maria, alles is zeer vergelijkbaar. Maar de sculptuur rechtsboven heeft een heel andere opbouw. Christus wordt niet door Maria vastgehouden, zij staat er biddend bij. Vroeger werd ook deze aan Arnt toegeschreven, de nieuwste inzichten maken duidelijk dat dat toch niet zo is.

Met de klok mee, beginnend links boven:

  • Boijmans van Beuningen Rotterdam, anoniem rond 1500, schenking van Beuningen 1922
  • Nicolai Kirche Kalkar, detail Hochaltar, Meister Loedewich, 1490-1492
  • Musée de Cluny, Parijs, Arnt van Kalkar omstreeks 1483, verworven 1861, afkomstig van het kartuizer klooster van Roermond
  • Rijksmuseum Amsterdam, afkomstig van het Kartuizer klooster van Roermond, Arnt van Kalkar 1480

In Boijmans staat dus een retabel van een onbekende meester. Bij de objectgegevens zien we dat het 59 x 38  cm is. Het object in het rijksmuseum is 54 x 40, dus vergelijkbaar van grootte. Van het object van Roermond weten we dat het onderdeel is geweest van een devotiekast met dichtslaande deuren. Boven de sculptuur hebben nog drie kruisen gestaan, de gaten waar ze in stonden zijn nog zichtbaar. Ook de kast met beschilderde deuren is verdwenen. In Musée de Cluny is alles nog in de oorspronkelijke toestand behouden. Zou de sculptuur van Boijmans een vergelijkbare functie hebben gehad? Er is geen duidelijke opdrachtgever te zien, zoals een kartuizer monnik in Amsterdam en Parijs.
Nog enkele vergelijkingen, links Boijmans, rechts Rijksmuseum

vergelijking boijmans rijksmuseum
bewening boijmans-bergdetailsKijk nu eens naar de bergen op de achtergrond. Bij de sculptuur van het Rijksmuseum is alles globaler, we zien keien, een doodshoofd, botten. Bij Boijmans (hier links) zien we in het berglandschap als je goed kijkt nog nuances, linksboven zie je nog enkele mensen, een lopende persoon met een staf of iets dergelijks in zijn hand, een (geknield?) iemand op de grond met een hoed op zijn hoofd. Nog opmerkelijker, wat meer naar het midden: een “bewening” in het klein: vijf figuren buigen zich over een lichaam. Van drie is het hoofd beschadigd. Je moet goed kijken om deze “mini-bewening” te zien en als zodanig te identificeren, maar toen het ooit geverfd was was het waarschijnlijk allemaal veel duidelijker.

Een ander detail: kijken we naar Maria met Christus, dan valt op: bij Boijmans Maria’s blik is niet intens verdrietig, ook niet die van de andere Maria. Nog een detail: in de linkerarm van Christus zien we vooral pezen. Hieronder Maria met Christus bij Boijmans
bewening boijmans-maria met christus
In het rijksmuseum: de blik van Maria is voor mij meer doorleefd, ondanks het ontbreken van de polychromie. Onder de huid van de arm van Christus zien we dikke aderen. Verder: het lichaam van Maria is hier wat meer getailleerd en ook haar borsten komen duidelijker naar voren. Maria in het rijksmuseum:

bewening rijksmuseum maria met christus
Of dit soort verschillen wijzen op een andere kunstenaar of op een andere fase in het kunstenaarschap? Moeilijk te zeggen. Ook kan het zijn dat het werk bij Boijmans van een leerling van Arnt van Kalkar is, want die heeft hij meerdere gehad, sommigen werd groot na de dood van hun meester (bijv. Hendrik Douverman, o.a. maker van het “Sieben Schmerzen” altar in Kalkar.) Hoe het ook zij, het is aardig om op deze manier een aantal vergelijkbare taferelen, gemaakt in dezelfde tijd naast elkaar te kunnen zien, nu in een kerk en in drie musea. Het is dezelfde tijd als die van het Eton Choirbook waar ik laatst een concert van bijwoonde, gezongen door het Huelgas ensemble. Ik probeerde toen om me die tijd wat beter voor te stellen. Misschien helpen deze afbeeldingen daar ook een beetje bij. Kunstenaars, in dienst van profane opdrachtgevers, die zich proberen in te leven in de voorstellingen die ze moeten uitbeelden in muziek of hout.

De “bewening” die er van de vier “beweningen” het meeste uitspringt als afwijkend is die in de Nicolai Kirche van Kalkar. Hij is onderdeel van het Hochaltar dat door Arnt von Kalkar tussen 1490 en 1492 is begonnen. Het concept door meester Arnt was al snel klaar en een groot deel van de uitwerking ook, toen meester Arnt plotseling overleed. Het is afgemaakt door de uit Marburg afkomstige Ludwig Jupan (in Kalkar noemden ze hem Meister Loedewich). Na stilistisch onderzoek is nu komen vast te staan dat de voetwassing op de predella van meester Arnt zelf nog is en ook een groot deel van de kruisingingsscene. De andere twee scenes op de predella zijn van Jan van Halderen en het grootste deel van het retabel zelf is dus van Meister Loedewich. Deze bewening is waarschijnlijk wel nog ontworpen als schets door meester Arnt zelf. Feitelijk dus zijn allerlaatste. De uitwerking uiteindelijk was zo’n 15 jaar later klaar dan de twee Roermondse kartuizer retabels. Maria Magdalena houdt een hand vast van Christus. Maria vouwt haar handen in gebed. De derde Maria droogt haar tranen met een doek. Drie mannen staan er omheen, misschien ook geportretteerde opdrachtgevers voor de bouw van het Hochaltar in Kalkar, leden van de O.L.Vrouwen broederschap? Meester Arnt was zelf bezig met de kruisigingsscene en al de smart die daarbij hoort in het hout te snijden, zie hier onder. Leed en pijn uitbeelden dat kon hij, dat zien we misschien nog beter op het losse kruisbeeld dat hij maakte voor het Dominicanen klooster van Kalkar, nu te zien in Neerbosch Nijmegen. Maar na deze laatste kruisigingsscene, toen ging ook voor hem het licht uit. Zoals Bach ruim 250 jaar later zijn laatste fuga schreef en deze net niet kon afmaken…

Kalkar_st_nikolai_bewening hochaltarkruis hochaltar kalkar 1491kruis dominicanerklooster kalkar klein

Over Pieter Simons

Docent muziektheorie. Interesses: geschiedenis algemeen, kunstgeschiedenis, lokale geschiedenis, muziek en muziektheorie, filosofie, astronomie, fotografie, natuur, wilde bloemen. En daarnaast allerlei maatschappelijke dingen als onderwijs en opvoeding
Dit bericht werd geplaatst in Geschiedenis, kunst en getagged met , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

3 reacties op Vier maal de bewening van Christus: meester Arnt van Kalkar

  1. Pingback: Sint Sebastiaan | De kwintencirkel

  2. Pingback: Kartuizers | De kwintencirkel

  3. Pingback: Arnt der Bilderschneider | De kwintencirkel

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.