Al eerder vertelde ik hoe de laatste Karolinger, hertog van Lotharingen en kroonpretendent voor de Franse troon, in 1001 in de Servaaskerk van Maastricht is begraven. De kerk heeft in de loop van de jaren voor veel vooraanstaande lieden tot grafkerk gediend. Maar twee graftombes wil ik hier nog toelichten, die niet alleen zeer oud zijn, maar waar veel belangwekkende dingen over te vertellen zijn en die archeologen veel hoofdbrekens hebben gekost.
Op 2 september 1890 heeft men in de Servaaskerk bij opgravingen in het middenschip een merkwaardige graftombe ontdekt. Deze opgravingen zijn gedocumenteerd in de Publications van het LGOG van dat zelfde jaar.
“Eerst vond men een vierkante steen in de vorm van een ruit in de grond gelegd, met een smalle enigszins hoge rand waarin ooit een plaat was bevestigd geweest. Toen deze steen was verwijderd en de aarde weggegraven kwam er een zandstenen monument tevoorschijn, in de vorm van een sarcofaag met een driehoekig deksel en platte rand, uit een stuk vervaardigd. Dit gevaarte was van binnen hol. In de nabijheid van het monument vond men stukken zwart marmer. Op het benedenstuk waren langs alle zijden paneelvormige vierkanten aangebracht met een buitenste en binnenste lijst en daar binnen was er een ruitvormige opening. Op de lange zijden aan allebei de kanten vier, aan de smalle zijden aan allebei de kanten twee, in totaal dus twaalf ruitvormige openingen. Het monument had geen bodem. Er op stond een Latijnse inscriptie die na nader onderzoek uit de vijftiende eeuw bleek te zijn en aangaf dat hier Monulphus en Gondulphus begraven zijn.”
Nu is deze sarcofaag absoluut niet vijftiende eeuws. Elizabeth den Hartog (Publications 1992) heeft overtuigend aangetoond dat ze stamt uit de elfde eeuw. Het gaat om een zogenaamde cenotaaf. Dat is een lege grafkist welke verwijst naar een echte grafkist daaronder. Het was dus een aanduiding waar het graf van de bisschoppen Monulphus en Gondulphus zich bevond. De twee heilige bisschoppen van rond 560 die beschouwd worden als de stichters van het eerste heiligdom op de plaats waar de Heilige Servatius is begraven.
Er zijn meerdere bewijzen voor deze stelling. Alhoewel deze kist uniek is zijn er enigszins vergelijkbare cenotafen uit de tiende en elfde eeuw te vinden op andere plaatsen in Europa. Maar het meest overtuigende bewijs komt uit Maastricht zelf. In 1988, dus bijna honderd jaar na de terugvinding van de cenotaaf, is de stenen kist met het graf van een proost ontdekt. In die kist lag een loden kruis met daarin gegraveerd een uitvoerig relaas van de werken van deze proost. Hij vertelt o.a. dat hij een stenen cenotaaf heeft laten vervaardigen voor de bisschoppen Monulphus en Gondulphus.
Wat betekenen de ruitvormige gaten in deze cenotaaf? De ruitvorm is het symbool van “terra”, aarde. Ze verwijst naar de stoffelijkheid van het lichaam van de bisschoppen en de aarde waaraan ze zijn toevertrouwd. Dus het zijn geen kijkgaten of wierookgaten zoals soms wordt verondersteld. Ze hadden een puur symbolische functie.
Deze cenotaaf heeft vanaf de tijd van Proost Humbertus eind elfde eeuw dus boven het graf van de heilige bisschoppen gestaan. Dat bevond zich in het oostelijke middenschip van de kerk. Op een bepaald moment heeft men besloten deze cenotaaf te begraven op dezelfde plaats waar hij eerst in het middenschip van de kerk stond. Daarna werd hij in de loop van de eeuwen vergeten. In ieder geval in de vijftiende eeuw, toen de inscriptie is vervaardigd, waren de kanunniken zich nog bewust van het bestaan van deze cenotaaf.
Het graf van proost Humbertus bevond zich ook onder het middenschip, helemaal aan de westkant van de kerk, niet zo ver van het westelijke altaarretabel. Deze stenen kist bevatte naast het genoemde loden kruis ook nog de botten van de overledene, er waren sporen van teer en men vond er gedroogde veldbloemen. Het stenen deksel was behoorlijk beschadigd. Na verwijdering bleek er ook nog een inscriptie te staan op de rand van de kist. Die kon je dus niet zien als het deksel er op zat. Het is duidelijk dat de overledene lang opgebaard is geweest voordat hij werd begraven. De inscriptie was zichtbaar voor de bezoekers van de opgebaarde proost. Waarschijnlijk moest er nog van heinde en verre familie komen om bij de begrafenis te zijn. Het lichaam werd daarom geteerd. Ook is het aardig om te weten dat er bloemen over hem heen werden gestrooid voordat de kist werd dichtgemaakt. Het strooien van bloemen op een graf is nog steeds een goed gebruik.
Het loden kruis bevindt zich tegenwoordig in de schatkamer van de Sint-Servaas. De open kist met de inscriptie kun je zien als je een koperen plaat in het westen van het middenschip oplicht. De cenotaaf boven het graf van de bisschoppen Monulfus en Gondulfus bevindt zich in een van de oost-cryptes.
Zie ook:
- De Servaaskerk van Maastricht en Karel de Grote
- De-schat van Lienden en de asielzoeker Servaas
- De Servaas van Maastricht en de Wartburg van Eisenach
- De keizerzaal in de Servaaskerk van Maastricht
- De schatkamer van Servaas
- Nimrod in de Servaas
- De kapitelen van de Servaas
- Het iconografische programma van het koor van de Servaaskerk van Maastricht in de twaalfde eeuw
Toch vind ik het soms wat vreemd dat mensen zo bezig zijn met graven van andere mensen. Gek idee: zou ik het erg vinden als men later met mijn ouders graf dergelijke onderzoeken zou doen? Weet het niet goed.
Je stukje is desondanks interessant weer. Ga zo door, hoor, Pieter!
LikeLike
Vrijwel alle graven in kerken zijn geruimd. Het enige dat soms nog bewaard wordt zijn de grafmonumenten. Zo ook hier. Er zijn maar weinig graven echt voor de eeuwigheid. Deze grafmonumenten zijn allebei bijna 1000 jaar oud. De plek van begraven wordt trouwens nog in ere gehouden. En is in dit geval ook nog eens “verborgen”. Weinigen weten de plek te vinden
LikeLike
Pingback: De Schatkamer van Servaas | Pieter Simons column
Pingback: Solignac | Pieter Simons column
Pingback: De Servaas van Maastricht en de Wartburg van Eisenach | De kwintencirkel
Pingback: De Servaaskerk van Maastricht en Karel de Grote | De kwintencirkel
Pingback: De schat van Lienden en de asielzoeker Servaas | De kwintencirkel
Pingback: De keizerzaal in de Servaaskerk van Maastricht | De kwintencirkel
Pingback: Het iconografische programma van het koor van de Servaaskerk van Maastricht in de twaalfde eeuw | De kwintencirkel
Pingback: De kapitelen van de Servaas | De kwintencirkel
Pingback: Henric van Veldeke en zijn muziek | De kwintencirkel
Pingback: Wat maakt de Servaaskerk van Maastricht uniek? | De kwintencirkel
Pingback: Allerzielen en de sleutel van Servaas | De kwintencirkel