-‘Opa hoe komt het dat jij zoveel van het heelal af weet?’
Een lang weekend bij opa en oma betekent ook vragen stellen over het heelal.
-‘Kijk opa, zie je wat dat is? Dat is Cassiopeia. En dat is de ISS. Als je daar in zit kun je naar de aarde kijken, maar tegelijk ook naar de sterren.’
Ik keek even later nog naar een tweede tekening.
-‘Ik zie dat je ook Pluto erbij hebt getekend. Dat vind ik fideel van jou. Sinds hij gedegradeerd is tot dwergplaneet wordt hij bijna nooit meer in het zonnestelsel getekend.’
Ik keek naar de zon met mooie zonnevlammen. Niet de ellendige streepjes die je altijd ziet in kindertekeningen. Nee, echte zonnevlammen! De planeten waren in de goede volgorde en in de juiste verhouding getekend. Jupiter had mooie strepen en je zag ook de grote stormvlek. De ring van Uranus lag gekanteld, zoals het hoort. Én: Pluto, hoe klein ook, was níet vergeten!
Mijn oudste twee kleinkinderen lachten zich een bult om de grapjes van Malle Pietje. Ze hadden dikke pret bij het kijken naar het Sinterklaasjournaal.
-‘O jee, komt dat nog goed? De kamer met de cadeautjes voor pakjesavond is nog helemaal leeg. Hoe kan dat? En dan krijg ik geen koningsmantel!’
-‘Natuurlijk komt dat goed. Sinterklaas lost dat wel op. Het is nog lang geen pakjesavond.’
-‘Het Sinterkláásjournaal,.. met Dieuwertje Blok! Tèhtedetedetetèh’
De oudste kleinzoon deed de omroeper perfect na, inclusief het aansluitende deuntje dat er bij hoort. Maar alles was levensecht. Als er door donkere kelders werd gelopen werd mijn kleindochter van drie echt bang en ook de oogjes van de anderen vertrokken een beetje. Ze hadden Sinterklaas-voorpret dus.
Maar dit moest ook allemaal gespeeld worden. Mijn vrouw had toevallig dit weekend een Sinterklaaspak en twee Pietenpakjes in huis. En de oudste wás al snel helemaal echt Sinterkláás. Met bedaarde stappen schreed hij door het huis en sprak bezadigd met een donkere stem.
De volgende ochtend mochten ze hun schoen zetten, maar dat moest eerst geoefend worden. Mijn vrouw liet ze met inpakpapier zogenaamde cadeautjes maken. Het jongste broertje vindt dat heerlijk en hem lukt het ook redelijk, het knippen, vouwen, inpakken, dichtplakken. Maar de oudste vindt dat heel moeilijk. Hij heeft nog steeds een grote motorische achterstand, hij wil alles het liefst met slechts een hand doen. Dat is moeilijk met aankleden, uitkleden en ook met pakjes maken dus.
Maar hij vond het veel te leuk, en met wat hulp lagen er na een tijdje een aantal cadeautjes voor opa en oma. Wij, de grootouders, moesten een wortel in onze schoen stoppen, een Sinterklaasliedje zingen, en we moesten, hup, naar bed. Daar lagen we te snurken op de bank in de woonkamer. Intussen hoorden we gefluister. Uiterst geheimzinnig ging Sinterklaas met zijn twee hulpjes aan de slag. Pa na een hele tijd werden we wakker gemaakt en onze Oh’s en Ah’s waren even later niet van de lucht.
-‘Nóg een keer!’
Ze konden er geen genoeg van krijgen. Nu zaten de door het jongste zusje van klei gemaakte pepernoten in de schoen.
’s Avonds toen ze alle drie in hun bed lagen ging ik nog even bij mijn oudste kleinzoon langs. Hij vroeg weer honderduit, of ik in God geloofde, waarom je God niet kon zien enz. Even later had hij het over de Brexit. Dat vond hij maar niks, dat je dan zo lang aan de grens moest wachten. Toen we uitgebabbeld waren mocht hij nog een boek uitzoeken om zelf uit te lezen. Dat gaat trouwens al steeds beter, maar echt lange woorden lezen is nog moeilijk. Dus het is vooral plaatjes kijken. Er lagen een stuks of tien boeken waarvan ik wist dat hij die wel leuk zou vinden. Maar de logeerkamer is ook een van de bibliotheek afdelingen van opa. Hier staan vooral heel veel kunstboeken. Daar wilde hij er een van lezen. Hij koos een enorm dik boek met werk van Rubens. Ik liet hem er mee alleen.
Hij begon hardop te lezen, ik hoorde het op de achtergrond. Maar ook hoorde ik dat hij de tekst bij de plaatjes helemaal zelf verzon. Bij elk schilderij vertelde hij een verhaal. O, wat had ik dat graag opgenomen. Met een mooie vertelstem hoorde ik hem praten over koningen en paleizen. Maar ik wilde niet dat hij me zag, dus ik bleef uit zijn kamer. Heerlijk. De volgende dag was hij met broer en zus weer naar zijn slaapkamer gegaan. Na een tijdje ging ik eens voorzichtig poolshoogte nemen. Ik hoorde hoe hij aan het voorlezen was, alsof de andere twee bij hem aan het logeren waren. Ook dat had hij zich dus al eigen gemaakt. De deur was dicht maar ik kon aan de andere kant toch het een en ander horen:
Ja, zijn grootste Sinterklaascadeau van papa en mama, dat moet een Koningsmantel worden. Hij is dan Prins Willem-Alexander. Hij gaat dan naar de Antillen of naar andere verre landen en als hij thuis is blijft hij in een van zijn paleizen. Geregeld gaat hij ook weer trouwen met Maxima, zoals steeds doen ze dat in de Nieuwe Kerk van Amsterdam. Zij zal dan ook telkens weer een traan laten.
Ik denk dat op zijn eigen bruiloft de Air van Bach gespeeld moet worden. Hij oefende dit weekend tot bijna gek-wordens het eerste deel van deze Air. Ik heb hem er trouwens maar heel weinig mee geholpen. Hij zoekt het allemaal zelf uit. Bij deze opname, niet de beste uitvoering, werd hij behoorlijk gestoord door broer en zus.
Toen ik aan de computer zat en het muzieknotatieprogramma Sibelius aan had staan kwam hij er nieuwsgierig bij staan. Hij mocht op het keyboard, dat met het programma verbonden was, spelen en keek verbaasd hoe al zijn klanken automatisch in muzieknoten werden omgezet.
De logeerpartij was weer bijna voorbij. De Zwarte Pietjes hadden geoefend met het gooien van pepernoten door de schoorsteen. Mijn vrouw had een leuke opstelling gemaakt met twee metalen kommen. En ook moesten ze snel over de vloer kunnen rollen. Zwarte Pieten moeten heel behendig zijn. Anders kunnen ze niet door de schoorsteen klimmen. Dat werd geoefend op grote kussens midden in de kamer. Intussen probeerde Sinterklaas “Zie ginds komt de stoomboot” onder de knie te krijgen op de piano. Hij zocht het zich helemaal zelf uit. En in de linkerhand zocht hij steeds naar een bijpassende basnoot. Hij denkt al in harmonische functies. Maar dat weet hij nog niet…
-‘Opa, als ik weer bij jullie kom wil ik muzieknoten leren, dan ga ik die spelen op de piano.’
Als oefening maakte hij er al een aantal op een kladblaadje.
-‘Is dit goed?’
-‘Nee, nog niet helemaal. Maar dat leer ik je nog wel. Het moet een beetje anders.’
-‘Ik wil ook het tweede stuk van de Air gaan oefenen. En daarna Mozart.’
Dit gaat weer gedeeld worden met mijn Faceboekvrienden! En de tekst plus tekeningen gaan bij de verzameling….
LikeLike
Dank. Leuk om dit ook met jullie enthousiastelingen te delen!
LikeLike