Gijs klaagt al enige tijd dat hij last heeft van een piep in zijn oren. Soms is het een piep die ook ik hoor en dan is hij gerust gesteld. De verwarming maakt bijvoorbeeld een zacht zoemend geluid. Zonder zijn klacht te willen bagatelliseren merk ik dat hij wel erg gevoelig is niet alleen voor muziek, maar ook voor de aard van geluiden. Als hij orgel speelt kiest hij niet zozeer voor een orgel met een imposant geluid, maar voor een orgel waar hij de klanken goed op elkaar kan afstemmen.
Hij had les in de Ontmoetingskerk in Gouda.
-‘Hè, heeft dit orgel maar 8 registers?’
Verwonderd keek hij naar de vier knoppen links en de vier knoppen rechts. Gerben legde hem uit dat je zelfs met 8 registers heel veel kon doen, en voor kerkdiensten is dat meer dan genoeg. Hij demonstreerde het met enkele combinaties.
Gijs moest beginnen. Bij een pagina van zijn lesboek die hij nog niet geoefend had was zijn concentratie bijzonder laag.
-‘Op welke noot begint de sopraan?’
Gijs keek weer naar de registers en trok weer aan het een en ander.
-‘Op welke noot begint de bovenstem van de rechterhand?’
Gijs keek Gerben verward aan.
-‘Wat is dat voor een noot?’
Eindelijk kwam er een vorm van concentratie.
-‘Een “A”. ‘
-‘Schrijf er maar bij.’

Gijs begon bij de hele melodie notennamen te schrijven. Het spelen ging gelijk een stuk makkelijker. Maar Gerben vond dat hij dat hooguit bij een beginnoot moest doen, niet bij alle noten. Daarna speelde hij een stuk dat hij al goed geoefend had. Gerben registreerde het. Maar Gijs vond de bas niet goed klinken, en trok dus gelijk een ander register erbij. Gerben deed de registerknop onmiddellijk weer terug. Gijs speelde en hoorde dat het niet goed klonk dus hij trok de knop weer uit. Ik zat op een afstand en begreep waarom hij dat deed. De bas klonk namelijk met tegelijk een soort piep in de tonen, dus moest door een extra registratie voor Gijs die piep verdwijnen. Het stuk dat hij eigenlijk best al aardig goed kende klonk nergens naar, voor hem kwam dat door die piep, voor Gerben omdat hij steeds stopte. Het een (stoppen) had met het ander (de piep) te maken. Hij moet het voor de volgende week nog een keer oefenen, maar nu zonder pauzes, alles gelijk achter elkaar door.
Gerben schreef nog wat op in het schrift en intussen zat Gijs weer aan de registers te trekken en begon te spelen. Hij speelde een kermisachtig muziekstukje met een zeer bijzondere klank.
– ‘Ik heb alle registers half open getrokken, dat is een grappig effect.’
Dat was ook zo. Als de registers half open zijn klinken ze voor geen meter, maar het is wel een grappig effect. Gijs had er plezier in. Het was een vrolijke afsluiting zonder piep.