Julius Reubke en de dag des Oordeels

Daniel Roth is van de meest vooraanstaande organisten van deze tijd. Hij is onlangs terug getreden als titulair organist van de Saint Sulpice in Parijs, een prestigieuze plek. 9 maart 2015 overleed zijn vrouw. En slechts 6 dagen later was er in de Saint Sulpice een herdenkingsconcert waarbij hij de sonate over Psalm 94 van Julius Reubke speelde. Ik vind het ongelooflijk hoe je zo kort na de dood van je vrouw zo’n concert kunt geven. Het intrigeert me waarom hij dit stuk gekozen heeft. Dus duik ik in de achtergrond van het stuk maar ook in die van de componist Julius Reubke.

Julius Reubke is niet meer dan 24 jaar oud geworden en hij schreef in zijn korte leven maar weinig stukken. Eigenlijk worden slechts 2 stukken veel gespeeld: zijn pianosonate en zijn orgelsonate. Hij is geboren 23 maart 1834 in Hausneindorf (Harz), en overleden op 3 juni 1858 in Pillnitz. In het noordelijke Harz-voorland, aan de benedenloop van de Selke, kort voor de samenvloeiing met de Bode, ligt de kleine landelijke gemeenschap van Hausneindorf. Hier was de orgelbouwwerkplaats van Julius Reubke’s vader, Adolph Reubke (1805-1875).

Woning van de familie Reubke in Hausneindorf. Tekening op krijtpapier door Emil Reubke 1863.

Hij was een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de romantische orgelbouw in Saksen-Anhalt, vooral tussen de Harz en Maagdenburg. Naast zijn baan als orgel- en pianobouwer werd er in zijn huis veel gemusiceerd. Zelf speelde hij orgel en piano, organisten gingen het gezellige huis van de Reubkes in en uit en er werden muziekrecitals gegeven. Zijn vier zonen groeiden op in dit muzikale milieu. Emil Reubke (1836-1884) leerde cello spelen en nam de werkplaats over van zijn vader (1872-1884). Hij had een uitgesproken dubbeltalent als innovatief orgelbouwer en tegelijk was hij een gepassioneerde organist, die geroemd werd om zijn improvisatiekunst. Karl Reubke (1840-1860) werd ook orgelbouwer en werkte in het atelier van zijn vader. Hij overleed vroeg. Otto Reubke (1842-1913) wijdde zich aan de muziek en kreeg een gedegen opleiding, onder meer bij de organist van de kathedraal van Magdeburg, August Gottfried Ritter. Ook kreeg hij les aan het Stern Conservatorium in Berlijn en bij Franz Liszt, voor wie hij “een van de meest vooraanstaande orgelspelers” was. Als organist, pianist en componist was hij vooral uitvoerend kunstenaar, leidde hij verschillende koorverenigingen, was hij hoogleraar in Halle/Saale waar hij lezingen gaf. Hij publiceerde de werken van zijn broer Julius. Maar deze Julius had de grootste muzikale talenten van de vier broers.

Julius dankte zijn muzikale basisopleiding aan de organist en pedagoog Hermann Bönicke (1821-1879), die in Quedlinburg woonde. Gedurende deze tijd schreef hij zijn jeugdige orgelwerk, een klein trio voor twee manualen en pedaal in Es majeur. Op 17-jarige leeftijd ging hij naar Berlijn en studeerde piano bij Theodor Kullak (1818-1882) en theorie en compositie bij de belangrijke muziektheoreticus Adolf Bernhard Marx (1795-1866) aan het Stern Conservatorium. Tijdens zijn verblijf daar (tot 1856) was er een openbaar concert van deze instelling, waarin hij voor het eerst optrad met een eigen ouverture. Er wordt aangenomen dat zijn Mazurka in E majeur en het Scherzo in D-mineur ook in Berlijn werden gecomponeerd. In 1856 ging Julius Reubke, waarschijnlijk door bemiddeling van Hans von Bülow (1830-1894) en Alexander Winterberg (1834-1914), met wie hij tijdens zijn verblijf in Berlijn contact had, als leerling van Franz Liszt naar Weimar en studeerde daar bij hem piano en compositie. In de intellectuele omgeving van de Liszt-kring schreef hij zijn twee grote werken, die hem beroemd zouden maken, de grootschalige pianosonate in B mineur en de lange monothematische orgelsonate in C mineur “De 94e Psalm”.

Een sollicitatie voor de functie van organist aan de Johanniskirche in Maagdenburg mislukte. In december 1857 verhuisde hij van Weimar naar Dresden in de hoop dat daar kansen voor zijn verdere muzikale carrière zouden ontstaan. Nadat toenemende symptomen van duizeligheid merkbaar werden, ging hij eind mei 1858 naar het kuuroord Pillnitz om herstel te zoeken. Hier overleed hij op 25 juni 1858 op 24-jarige leeftijd en werd begraven in de kerk Maria am Wasser in Pillnitz-Hosterwitz. Zijn graf bestaat niet meer, maar in 2015 werd door de Gesellschaft für Orgelfreunde een gedenkplaat aan de kerk bevestigd.

Dat allemaal over het leven van deze Duitse componist. Waarom koos Daniel Roth voor de sonate “Psalm 94”? Hij zelf is geboren in Mulhouse in de Elzas in 1942. In die tijd hoorde de Elzas bij Duitsland. Ook veel namen van mensen uit die streek (loop maar eens over een kerkhof) zijn Duits. Zo dus ook de naam “Roth”. Hij zal waarschijnlijk ook tweetalig zijn opgevoed en kon zo ook makkelijk als docent in Frankfurt aan het conservatorium werken, iets wat hij jaren gedaan heeft. Waarom hij op dat emotionele moment voor de Duitse componist Reubke koos is dan ook iets makkelijker te verklaren. Maar ik denk dat hij het stuk vooral koos vanwege de enorme dramatiek en lading dat het kent. Het is hoogromantisch en soms zelfs bijna atonaal. En niet te vergeten: het stuk is gebaseerd op teksten uit Psalm 94.

Deze orgelsonate werd een sleutelwerk van de Duitse orgelromantiek. Reubke zelf bracht het in première op 17-06-1857 op het Ladegast-orgel in Merseburg, dat twee jaar eerder was ingehuldigd, als onderdeel van een kathedraalconcert. Het werk werd baanbrekend voor de orgelliteratuur tot Max Reger. Het stuk kent een onafhankelijke rol toe aan het pedaal en gaat in tonaal opzicht zeer ver. Ook in het gebruik van geavanceerde registratietechniek toont hij zijn vertrouwdheid met de technische vernieuwingen in de orgelbouw van zijn tijd.

Psalm 94 gaat feitelijk over Gods wraak en vergelding. Een voorspel op de oordeelsdag dus, waarin alle onrecht volledig zal worden gewroken. Wie niet met God verzoend is zal dan merken wat deze Psalm in het laatste vers aankondigt: “De Heer, onze God, zal hen verdelgen.” Maar zij die goed en rechtvaardig waren hebben dan niets te vrezen. Het stuk heeft geen aparte delen gevolgd door pauzes, maar alleen al door de tempo wijzigingen kun je er vier delen van maken. Nog meer kun je dat doen in de wetenschap dat hij elk deel op andere verzen van psalm 94 baseerde.

Sonate “Psalm 94”
Het eerste deel van het muziekstuk is gebaseerd op de eerste twee regels van de 23 verzen van deze psalm:
1. “O Heer God, aan wie de wraak toekom, laat U zien.” 2. “Verhef uzelf, gij rechter van de aarde; geef weerspannige mensen hun vergelding.”
Deze tekst wordt zeer dramatisch uitgebeeld. Het deel heeft als tempo aanduiding “grave”. ernstig. Het thema dat hier neergezet wordt blijft het hele stuk aanwezig en zal ook de basis vormen van het fugathema in deel 4. Hier de eerste anderhalve minuut van dit deel:


Het tweede deel, met als tempo aanduiding “Larghetto – Allegro con fuoco” is gebaseerd op drie losse verzen:
3. “Heer, hoe lang zullen de goddelozen zegevieren? 6. Ze doden de weduwe en de vreemdeling, en vermoorden de wezen.” 7. “Toch zeggen ze: de Heer zal het niet zien, noch zal de God van Jakob er acht op slaan.”
Er gebeuren slechte dingen en de daders denken vrijuit te kunnen gaan. Maar het allegro con fuoco verwijst al naar het laatste oordeel waarin de furie van de niets ontziende wraak van de heer te horen is die wel degelijk ziet en hoort wat de slechte mensen doen. Een fragment van het allegro con fuoco:


Het derde deel heeft de aanduiding Adagio en is gebaseerd op 2 losse verzen:
17. “Tenzij de Heer mijn hulp was geweest, had mijn ziel bijna in stilte gewoond.” 19. “In de veelheid van mijn gedachten in mij, verheugen uw troost mijn ziel.”
Dit deel is ingetogen. “Alleen omdat ik weet dat de Heer mij niet vergeet kan ik verder. Anders zou ik compleet in eenzaamheid sterven.” Daniel Roth haalde uit deze verzen waarschijnlijk zijn troost. Een fragment van dit deel:


Het vierde en laatste deel met het tempo Allegro – Allego assai is gebaseerd op de verzen 22. “Maar de Heer is mijn verdediging en mijn God is de rots van mijn toevlucht.” en 23 “En Hij zal hun eigen ongerechtigheid over hen brengen, en zal hen uitroeien in hun eigen goddeloosheid; ja, de Heer, onze God, zal ze uitroeien.”
Het laatste oordeel slaat nu echt toe en het stuk eindigt bijzonder gepassioneerd en heftig. Toen mijn kleinzoon Gijs dit stuk een jaar geleden, hij was 8 jaar, voor het eerst gehoord had vond hij het zo heftig dat hij er bang van werd. Hij vindt het nog steeds erg heftig maar kan er steeds beter naar luisteren. Ik heb hem nu ook uitgelegd waar het stuk over gaat. Ik laat het slot horen hoe Daniel Roth het speelde zes dagen na de dood van zijn vrouw. Als je de opname op youtube zoekt begint deze met een aantal foto’s waarop zijn vrouw is te zien. Het is duidelijk dat het concert in alle haast is georganiseerd. Daniel Roth roept voortdurend cijfers tijdens het spelen om zijn registranten aan te geven waar hij is, Ook zingt hij zelf af en toe mee, wat doet denken aan hoe de pianist Glenn Gould dat indertijd ook deed. Maar de passie spat er vanaf!

Dan nu enkele complete uitvoeringen. Dame Gillian Weir speelt de sonate op het Aeolian-Skinner Orgel van de “First Church of Christ, Scientist” in Boston, Massachusetts. Het aardige van deze uitvoering is dat je het ook kunt volgen met de partituur erbij en organisten kunnen dan gelijk zien hoe de registraties zijn opgebouwd door Julius Reubke. Het slot is minder heftig dan hoe Daniel Roth het speelt.

Een mooie uitvoering is ook die van Sebastian Küchler-Blessing in de Dom van Keulen. Hij speelt op het Querhaus orgel (het hoofdorgel van het Noordelijk Transept) gebouwd door Klais Orgelbau Bonn. Dit orgel is volledig elektrisch en kan geprogrammeerd worden zodat je geen registranten nodig hebt.

Julius Reubke was voor mij een jaar geleden een grote ontdekking. Het is ongelooflijk dat hij pas 22 jaar oud was toen hij zijn orgelsonate schreef. Het stuk heeft zoals gezegd een enorme lading en je kunt, als je tenminste een geweldige techniek hebt, enorm veel er in leggen, het stuk spelen vormt een echte emotionele uitlaatklep. Dus het is vooral ook daarom een logische keuze van Daniel Roth om het te spelen vlak na de dood van zijn vrouw. Julius Reubke heeft niet lang voor zijn eigen dood de dag des oordeels gezien, in de tekst van psalm 94, en hij laat hem horen in deze muziek.

Over Pieter Simons

Docent muziektheorie. Interesses: geschiedenis algemeen, kunstgeschiedenis, lokale geschiedenis, muziek en muziektheorie, filosofie, astronomie, fotografie, natuur, wilde bloemen. En daarnaast allerlei maatschappelijke dingen als onderwijs en opvoeding
Dit bericht werd geplaatst in muziek en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.