De afgelopen week was ik met een aantal studenten van het Conservatorium van Rotterdam en een collega in Wenen. Waarom Wenen? Omdat het een stad is die rijk is aan kunst en omdat het de muziekstad van Europa bij uitstek is. Muziek zit de mensen daar in de genen. Culturele hoogtepunten in de geschiedenis van Wenen zijn de tijd van de eerste Weense school (Haydn Mozart en Beethoven) en de tijd van de tweede Weense school (Schönberg, Berg en Webern). Globaal hebben we het dan over 1770-1830 en 1890-1945.
3 april 1897 richtte een groep kunstenaars een vereniging op. Ze scheidden zich af van het al bestaande Künstlerhaus. Dat was in hun ogen te conservatief en te ouderwets. De kunst diende zich te vernieuwen. Deze afscheiding, Secession, betekende het begin van een nieuwe stroming die bekend staat als de Jugendstil. Belangrijke vertegenwoordigers waren Otto Wagner en Gustav Klimt.
In het gebouw van de nieuwe vereniging, het gebouw van de Wiener Secession, werden tentoonstellingen met moderne kunst georganiseerd. Zo kwamen er werken van de Franse impressionisten te hangen. De veertiende tentoonstelling in 1902 was opgedragen aan Beethoven. Max Klinger maakte een standbeeld van Beethoven dat in het midden van een centrale zaal kwam te staan. Twintig kunstenaars produceerden allerlei werken als stoelen, beelden, mozaïeken, fonteinen, die iets met de componist te maken hadden. Zo maakte Gustav Klimt een fries dat hij baseerde op het laatste deel van de negende symfonie van Beethoven. Je kunt het lezen over drie wanden als een soort stripverhaal. Het werd geplaatst rond het standbeeld van Max Klinger. Waar de meeste kunststukken van deze tentoonstelling inmiddels verdwenen zijn, bestaat het fries van Klimt nog steeds. Het wordt nu in een geklimatiseerde ruimte in de kelder, die dezelfde afmeting heeft als de originele ruimte bewaard. Het verschil bestaat o.a. in het ontbreken van vensters in deze ruimte.
Dit werk, het beroemde Beethoven fries, is op meer manieren interessant. De kunstenaars waren idealisten die droomden van een betere samenleving, waarin de kunst een belangrijke rol zou spelen. Datzelfde ideaal had ook de dichter Schiller in 1785, toen hij een groot gedicht schreef voor de vrijmetselaarsloge van Dresden, met als titel “Ode an die Freude”, ”Ode aan de blijdschap”. In vele verzen wordt er een utopische wereld geschetst waarin de mensheid zich weet los te maken van allerlei wereldse verzoekingen en door de kunsten tot grote hoogte kan komen. Beethoven selecteerde een aantal verzen van dat gedicht en op basis daarvan schreef hij het slotdeel van de negende symfonie. We horen dan letterlijk de tekst van Schiller, gezongen door solisten en een koor. Richard Wagner probeerde te achterhalen hoe Beethoven in zijn muziek deze tekst had geïnterpreteerd. Zijn analyse is dan weer de basis voor het beeldende werk, het Beethoven fries, van Gustav Klimt. Er is zo een lijn van Schiller via Beethoven en Wagner naar Klimt te maken. Grofweg zou je kunnen zeggen dat er een verbinding is gemaakt tussen de idealen van de eerste Weense school, (vergelijkbaar met de ideeën van de verlichting), en de idealen van de tweede Weense school, (vergelijkbaar met de idealen van de Wiener Secession.)
Het Beethoven fries vertelt dat verhaal. Maar het is een verhaal voor insiders. Zoals grottekeningen uit de prehistorie moeilijk geïnterpreteerd kunnen worden. Die hangen samen met het religieuze leven van die mensen. Zo moet je ook het Beethoven fries niet alleen lezen als een mooi kunstwerk, nee, het gaat tegelijk ergens over. Wenen staat zo bol van de retorica. Een ruiterstandbeeld van een keizer is nog makkelijk, het wordt al moeilijker als je naar de zuilen bij de Karlskirche kijkt. Het Beethoven fries is nog lastiger.
Aan de linkerwand begint het verhaal. We zien vier vrouwenfiguren, horizontaal zwevend, met de ogen dicht.
Ze leiden naar en gaan over in een verticale voorstelling. Daar zien we twee naakte vrouwen en een naakte man, allemaal zeer mager. De achterste vrouw staat in een biddende houding, de twee voorste figuren staan meer in een andere houding,met de armen recht naar voren. Maar net als de achterste vrouw hebben ook zij de vingers in elkaar gestrengeld, ze bidden en smeken. De wereld sluimert, maar het lijkt niet goed te gaan. De mensheid heeft hulp nodig.
Schiller zegt:
Freude, schöner Götterfunken, O Vreugde, jij mooie vonk van de goden,
Tochter aus Elysium, jij dochter van Elysium,
Wir betreten feuertrunken, we betreden, dronken van vurigheid
Himmlische, dein Heiligthum. uw hemelse heiligdom.
Deine Zauber binden wieder, Uw betovering maakt weer een verbinding,
was die Mode streng getheilt; wat eerst door regels streng verdeeld was;
Bettler werden Fürstenbrüder, bedelaars worden de broer van de koning
wo dein sanfter Flügel weilt. onder de hoede van uw zachte vleugels.
Het lijkt alsof Klimt hier de situatie uitbeeldt nog voordat er een verbroedering in de hemel heeft plaats gehad. Het is een wensgedachte. En dat komt overeen met het begin van het laatste deel uit de negende symfonie. Daar wordt eerder chaos en onduidelijkheid uitgebeeld als dat we in een hemelse roes verkeren. Zoals een inleiding nieuwsgierig moet maken rukt Beethoven ons in het verhaal, alleen al door zijn eerste akkoorden. Klimt schetst de wereld voorzichtig, er is nog een toestand van onderbewustzijn, een droomwereld, een wereld die wakker geschud moet worden. Beethoven probeert de mensheid eerst gelijk al door elkaar te schudden, maar ook bij hem wordt de sfeer geheimzinniger:
Het kan toeval zijn, maar als dan voor de eerste keer het couplet klinkt in een instrumentale versie, gebeurt dat vier keer. Zien we daarom ook bij Klimt de vier zwevende vrouwenfiguren?
Schiller zegt:
Froh, wie seine Sonnen fliegen, Blij, zoals zijn zonnen vliegen,
durch des Himmels prächtgen Plan, door het glorieuze plan van de hemel,
Laufet Brüder eure Bahn, broeders vervolgt jullie baan
freudig wie ein Held zum siegen. vreugdevol als een held om te zegevieren.
Er is sprake van een zegevierende held. En die held waar we naar verlangen, hij die de wereld moet redden, laat Klimt ook zien:
Achter hem staan twee vrouwenfiguren, de meest linkse met een krans in haar handen, de krans voor de overwinnaar. De mogelijke eer die de held zal krijgen motiveert hem. Rechts zien we een vrouw met een tedere liefdevolle houding. De held gaat ook ten strijde omdat hij medelijden heeft met de wereld.
Ook Beethoven laat in zijn muziek de held opdraven:
Froh, wie seine Sonnen fliegen, Blij, zoals zijn zonnen vliegen,
durch des Himmels prächtgen Plan, door het glorieuze plan van de hemel,
Laufet Brüder eure Bahn, broeders vervolgt jullie baan
freudig wie ein Held zum siegen. vreugdevol als een held om te zegevieren.
Hoe slecht is het eigenlijk gesteld met de wereld, en hoe komt het dat het zo slecht gaat? De wereld wordt bedreigd door een monster. Een en ander wordt versterkt door rechts van het monster, de uitbeelding van wellust, onkuisheid en onmatigheid (te veel eten)
Links van het monster zien we wat het monster aanricht: dood, ziekte en waanzin.
Na de mars van de held horen we bij Beethoven een zogenaamd fugato. Onrustige muziek waarbij alle stemmen door elkaar heen lopen. Je zou deze passage wellicht kunnen zien als de uitbeelding van de bedreigde wereld, waar monsterachtige wezens heersen die de mensen verleiden tot slechte dingen.
Nog iets meer rechts van het monster zien we twee vrouwenfiguren, vermagerd, die elkaar krampachtig vasthouden in opperste wanhoop. De eindeloze pijn van de mensheid wordt hier uitgebeeld.
Maar er is hoop. Het meest rechtse paneel laat zien dat er hoop op vreugde is. De ode aan de blijdschap van Schiller en Beethoven:
Freude, schöner Götterfunken, O Vreugde, jij mooie vonk van de goden,
Tochter aus Elysium, jij dochter van Elysium,
Wir betreten feuertrunken, we betreden, dronken van vurigheid
Himmlische, dein Heiligthum. uw hemelse heiligdom.
Deine Zauber binden wieder, Uw betovering maakt weer een verbinding,
was die Mode streng getheilt; wat eerst door regels streng verdeeld was;
Alle Menschen werden Brüder, alle mensen zullen verbroederen
wo dein sanfter Flügel weilt. onder de hoede van uw zachte vleugels.
Bij Klimt zien we eerst hoe onder trompetgeschal de hemel wordt betreden:
Daarna zien we hoe de kunsten: gedichten, beeldende kunst en muziek zorgen dat het weer goed gaat met de wereld. Dat waren de idealen van de Secession:
Bij Beethoven wordt dit deel uitbundig uitgebeeld, alle vier de coupletten van het gedicht van Schiller die daarover gaan worden gezongen. En tot slot verbroederen alle mensen zich. Schiller en Beethoven:
Seid umschlungen Millionen! Laat je omhelzen, miljoenen!
Diesen Kuß der ganzen Welt! Door deze kus van de hele wereld!
Brüder – überm Sternenzelt Broeders, boven in de woning van de sterren
muß ein lieber Vater wohnen. moet wel een lieve vader wonen.
Klimt beeldt dat als volgt uit:
Beethoven heeft een keuze gemaakt in de strofen van het gedicht van Schiller. Hij laat er veel weg, sommige laat hij terugkeren. Het eerste couplet en bovenstaand couplet met name worden de basis van het einde, hij mixt alles door elkaar, verwisselt zinnen, laat het hele koor soms gelijktijdig meerdere zinnetjes zingen, het wordt een grote orgie van feestvreugde. Een complete analyse van dit deel van Beethoven is feitelijk een verhaal apart, maar Klimt heeft er samen met de andere kunstenaars van die tijd eveneens een feest van gemaakt. Een feest van hoop en blijdschap. We zien dat feest terug in de stijl van de kunstenaars, in allerlei gebruiksvoorwerpen, schilderijen maar ook gewoon op straat, in de architectuur.
Achter de Karlsplatz is dagelijks een boerenmarkt, de zogenaamde Naschmarkt. Loop je deze af en je kijkt naar de rechterkant van de boulevard, de Linke Wienzeile, dan zie je deze blijde gedachte terug in de gevels uit die tijd, een ode aan de vreugde.
Of aan de prachtige tramhuisjes die her en der nog door de hele stad te zien zijn. Daar wil je toch wel lachend en blij gaan staan poseren!
Voor de liefhebbers, zo ziet het complete retorische verhaal van het vierde deel van de negende symfonie van Beethoven er uit. Behalve in de opbouw zelf zit er ook veel retorica in de uitbeelding van woorden en zinnen. Zo wordt bijvoorbeeld heel mooi de sterrenhemel uitgebeeld.
- Inleiding: instrumentaal
- Dialoog
- Waar gaat het over: instrumentaal thema 1 vier keer
- Vocale inleiding (Titel)
- Thema’s
- 3 x thema 1
- Thema 1 versie 4: Mars van de held
- Intermezzo: fugato
- Thema 1
- Thema 2a + 2b
- Verwerking
- Dubbelfuga op basis beide thema’s
- Thema 2b
- Thema 1
- Samenvatting:
- Coda
Gisteren de Beethoven fries gezien in de Secession, die binnen en buiten volledig wordt gerenoveerd.
Uw lezing over de relatie tussen de 9e Symphonie van Beethoven en de Beethoven fries heeft mij getroffen.
Wat is het toch bijzonder als kunstenaars elkaar zo inspireren.
Als ik thuis ben ga ik de 9 e weer beluisteren maar nu met het allegorische werk van Klimt en uw uitleg erbij.
Met vriendelijk groet
Gerard Alders
LikeLike
Wat leuk. Ja het gebouw is nu even zeer onaantrekkelijk. Maar goed dat ze de historische context grotendeels intact houden. Het is zeker samen met het fries een icoon. Bedankt voor je reactie en geniet nog een keer van het wonderlijke verband met het laatste deel van de negende!
LikeLike
Pingback: Bauhaus | De kwintencirkel
Pingback: Ode an die Freude | De kwintencirkel
Pingback: Nun komm, der Heiden Heiland | De kwintencirkel
Pingback: Gustav Klimt in Rome - Trattino