De Lieve Vrouwe Broederschap van den Bosch en de muziek van Pierre Moulu

Maar liefst 15.000 leden telde de Illustere Lieve Vrouwe broederschap in den Bosch op zijn hoogtepunt. En dat was toen de gotische Sint Jan helemaal klaar was. Wat zal er prachtige muziek hebben geklonken! De kerk en ook de broederschap was in die tijd waarschijnlijk de rijkste broederschap in de meer Noordelijke Nederlanden. Hoe was dat zo gekomen?

Daarvoor moeten we ruim een eeuw terug. In de loop van de vijftiende en zestiende eeuw kwam een steeds groter deel van het huidige Nederland en België onder gezag van het Bourgondische rijk, dat later weer onder Spanje kwam te vallen. Als begin van de Bourgondische Nederlanden geldt het jaar 1384, toen de Vlaamse graaf Lodewijk van Male overleed en zijn schoonzoon Filips de Stoute graaf-gemaal werd van Vlaanderen en Artesië. Vooral de kleinzoon van Filips de Stoute, hertog Filips de Goede (1396-1467) wist meerdere gewesten te verwerven, meestal op vreedzame manier door middel van huwelijk, erfenis of afkoop: tussen 1421 en 1443 kwamen Namen, Brabant en Limburg, Holland, Zeeland en Henegouwen, West-Friesland en Luxemburg in zijn bezit. Ook kreeg hij controle over de bisdommen Luik, Utrecht en Kamerijk.  Het grootste deel van het huidige Nederland en België was toen Bourgondisch. Het belangrijkste bestuurscentrum daarvan was Brussel, de hoofdstad van Brabant.

Ook andere Brabantse steden zoals ’s Hertogenbosch deelden mee in de rijkdom van Bourgondië. En in die tijd werd ook de gotische kathedraal Sint Jan gebouwd, als opvolger van een Romaanse voorganger. Het koor was waarschijnlijk rond 1415 al voltooid, het transept rond 1470, waarna ten slotte het schip tot stand kwam. Van 1480 tot 1496 is de weelderige H. Sacramentskapel ten noorden van het koor toegevoegd. Deze kapel was in gebruik bij het Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Als laatste verrees een hoge kruisingtoren. De gotische Sint-Jan kwam zoals we hem nu kennen helemaal gereed omstreeks 1530. De faam van de broederschap bereikte een hoogtepunt.

Deze Illustre Lieve Vrouwe Broederschap is in 1318 opgericht door een aantal Bossche ‘clerici et scolares’ (geestelijken en aspirant-geestelijken) ter ere van de Illustere Lieve Vrouwe, ofwel Maria. Aanleiding daarvoor was de opkomende Mariaverering in de stad. De broederschap sloot niemand bij voorbaat uit als lid hoewel de statuten zich sterk op clerici richtten. Nergens in de statuten was vermeld dat alleen clerici lid mochten worden. De clerici werden de gezworen broeders genoemd omdat zij een eed op het evangelie hadden afgelegd. Gezworen broeder werd men uitsluitend op uitnodiging en men moest minimaal de kruinschering hebben ondergaan. Een wijding was niet noodzakelijk. Kinderen van zeven jaar konden al de tonsuur krijgen. Bij de aanvang van het lidmaatschap dienden de gezworen broeders een entree en een doodschuld te betalen. Zij behoorden over het algemeen tot de elite van de samenleving. Niet iedere clericus kon dus lid worden. Vanaf ongeveer 1340 werden ook anderen toegelaten. Er worden dan ook vrouwen als lid vermeld. Vaak zullen het vrouwen van clerici geweest zijn, maar ook alleenstaande dames kregen het lidmaatschap. Deze tweede groep werd aangeduid als “de buitenleden”. Zij legden geen eed op het evangelie af, maar dienden eveneens een entree en een doodschuld te betalen. Tot begin vijftiende eeuw waren de meeste buitenleden afkomstig uit ‘s-Hertogenbosch en omgeving. Daarna was er een explosieve groei van het het aantal buitenleden uit de wijde omgeving van ‘s-Hertogenbosch en andere delen van Europa. Voor het heil van al haar leden – inclusief de buitenleden – droeg de groep gezworenen één keer per week een mis op in de eigen Broederschapskapel in de Sint-Janskathedraal, de huidige H. Sacramentskapel. Deze kapel is rijk versierd en nog steeds te bezichtigen. Daarnaast kwamen de gezworenen meerdere keren per jaar bijeen om te vergaderen en was het gebruik dat iedere gezworene eens in de zoveel tijd een maaltijd voor zijn medebroeders organiseerde en daarbij gastheer was. De onderwerpen betroffen onder andere: de verering van Maria en de armenzorg. Ook leverde de Broederschap vanaf de 14e eeuw een bijdrage aan de ontwikkeling van ‘s-Hertogenbosch als belangrijk centrum van laat-middeleeuwse muziek.

De Zuidelijke Nederlanden waren in de vijftiende en zestiende eeuw de belangrijkste regio voor muzikale opleiding in Europa en zowel artistiek als cultureel in volle bloei. De broederschap heeft hierin een belangrijke rol gespeeld. Uit de bewaard gebleven rekeningen blijkt dat de broederschap er veel voor over had om hoog kwalitatieve muzikanten en vooral zangers binnen te halen en zo lang mogelijk vast te houden. De broederschap vierde de vespers en de mis op dinsdag en woensdag. Aan deze vieringen werden bijdragen geleverd door een groep zangers. Zij verzorgden het gezongen deel van die liturgie. In de zestiende eeuw bestond de groep zangers uit gemiddeld zeven betaalde professionele zangers. Daarnaast waren er enkele koralen in dienst. Dat waren jongens die de sopraanpartijen zongen. Er waren daarnaast twee intoneerders, voorzangers, die de koorgebeden en misgezangen inzetten. De zangmeester was de “primus inter pares” van het koor. De broederschap was actief in het verkrijgen van bladmuziek en specifieke composities. Zoals overal in de Nederlanden is helaas maar een klein deel van de bladmuziek van die periode bewaard gebleven.

Deze broederschap speelde een belangrijke rol in de distributie van aflaten, die ze van paus en bisschoppen ontving en die ze met haar leden – zowel gezworenen als buitenleden – deelde. Tussen 1460 en 1530 kende de Broederschap een bloeiperiode, waarin zich jaarlijks honderden buitenleden aanmeldden. Deze nieuwe leden (onder wie bijv. Jheronimus Bosch) kwamen niet alleen uit ‘s-Hertogenbosch, maar ook van elders; zo meldden zich veel Spanjaarden aan, vaak hoge ambtenaren, die met het gevolg van de landsheer, Filips de Schone en later Karel V, naar de Nederlanden waren gekomen. Rond 1510 had de broederschap maar liefst ongeveer 15.000 leden!

Door deze groei beschikte de broederschap over steeds meer geld. Dit geld werd gebruikt voor grote opdrachten, zoals het Broederschapsretabel van de Utrechtse beeldhouwer Adriaen van Wesel, dat in 1477 voltooid werd en waarvan zich tegenwoordig twee fragmenten in het Zwanenbroedershuis bevinden. Tegen het eind van de middeleeuwen was de broederschap een instelling, die wij nu een sociëteit zouden noemen, zij het nog steeds met een sterk religieuze inslag.

Een van de muziekwerken die teruggevonden is in den Bosch is een motet van de Franse componist Pierre Moulu (1484? – ca. 1550). Het zat bij de handschriften van de broederschap. Zoals bij vele componisten uit de Renaissance het geval is, is ook van het leven van Pierre Moulu weinig bekend. Zijn composities duiden er op dat hij werkzaam was aan het Franse koninklijke hof aan het begin van de zestiende eeuw. Hij schreef onder meer een prachtige klaagzang op de dood van koningin Anne van Bretagne (1514) en componeerde een motet waar alle – in zijn ogen – belangrijke componisten bij naam werden genoemd en eindigde bij Josquin des Prez. Documenten uit het Vaticaan (1505-1513) laten ons zien dat een ‘Petrus Moulu’ werkzaam was in Meaux, een stad niet ver van Parijs.

Het vijfstemmige motet “in Pace” van Pierre Moulu dat gevonden is in den Bosch laat zien dat er in deze stad op hoog niveau werd gemusiceerd. Gesuggereerd wordt dat dit motet gezongen werd bij de afsluiting van de dag. Was dat dan bij kaarslicht? Het gezang zal ongetwijfeld geklonken hebben in de prachtige, net opgeleverde Sint Jans Kathedraal, en waarschijnlijk in de Sacramentskapel. Waar de leden van broederschap vol trots er naar zullen hebben geluisterd!

Het stuk wordt uitgevoerd door het “Brabant Ensemble”, zoals het te horen was in de radio uitzending van 30 november 2025 in het programma “Tussen hemel en aarde.”

Onbekend's avatar

About Pieter Simons

Docent muziektheorie. Interesses: geschiedenis algemeen, kunstgeschiedenis, lokale geschiedenis, muziek en muziektheorie, filosofie, astronomie, fotografie, natuur, wilde bloemen. En daarnaast allerlei maatschappelijke dingen als onderwijs en opvoeding
Dit bericht werd geplaatst in Geschiedenis, muziek en getagd met , , , , . Maak de permalink favoriet.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.