Wie is van Biema Nijkerk?
In een boek met de verzamelde gedichten van Heinrich Heine, deel 1 en deel 2 in één band, staat vooraan in het boek, in een fraai handschrift, de naam van een vroegere eigenaar: “Van Biema Nijkerk”. Het woordje “van” is hier onderdeel van de familienaam. Het boek stamt uit de boekenkast van mijn schoonouders. Waarschijnlijk was het ooit van mijn schoonmoeder, die in mei 2015 overleed.
Nieuwsgierig als ik ben wil ik weten wie “van Biema Nijkerk” is, zou dat nog te achterhalen zijn? Ik weet het nu vrijwel zeker. Door de speurtocht die ik maakte ken ik voor mijn gevoel opeens een heel andere familie. En het voelt zelfs al een beetje als mijn eigen familie.
We zitten in de tijd vlak na Napoleon. In Wenen wordt er vergaderd over de toekomst van Europa. Besloten wordt dat Nederland een koninkrijk wordt en ook nog eens twee keer zo groot als de eerdere republiek. België, Luxemburg en het grootste deel van het huidige Nederlands Limburg worden er aan toegevoegd. Vlak over de grens bij Groningen verhuisde in die tijd de koopmanszoon Eliazer Meijer Israel Rosen vanuit Leer, Duitsland naar Amsterdam. Woensdag 12 april 1815 trouwt hij met Elisabeth Emanuel Nijkerk, dochter van een Amsterdamse procureur. Hij is pas 19 jaar en zijn bruid is 23 jaar oud. De eerstvolgende zeven jaar worden er vijf kinderen geboren. Dan komt er nog een nakomertje, april 1829. Helaas, de moeder van inmiddels 37 jaar oud sterft in het kraambed. Daar zit vader Rosen met vijf kinderen tussen de vijf en twaalf jaar en ook nog eens met een pasgeboren baby. Het jongste kindje is voor hem voor eeuwig verbonden met de smartelijke dood van zijn vrouw. De baby, een meisje, heet Elisabeth. Zij groeit met haar broers en zussen op en hoort de verhalen over haar moeder die ze nooit gekend heeft. Zij is het zesde kind, trouwt omstreeks 1854 en krijgt tussen 1856 en 1866 acht kinderen. Na de dood van haar man (voor augustus 1874) besluit ze om het zesde van haar acht kinderen te hernoemen, als eerbewijs aan haar te vroeg gestorven moeder. Haar onlangs overleden man heette “van Biema”, alle acht kinderen heten dus ook van Biema, maar het zesde kind, een jongetje, laat ze hernoemen tot “David Henry van Biema Nijkerk”. Haar moeder heette immers Nijkerk. Dat kon je op aanvraag laten regelen, het moest eerst in de staatscourant worden afgekondigd zodat eventueel mensen bezwaar konden aantekenen, de koning moest het goedkeuren en dan besliste de rechter dat de naamsverandering in gang gezet kon worden. Hieronder een klein fragment uit het koninklijk besluit van 15 september 1875
David Henri Van Biema Nijkerk is in Amsterdam op 20 december 1863 als David Henri van Biema geboren en stamt uit een Joodse familie. Zijn vader overleed dus al vrij vroeg, in ieder geval voor augustus 1874. (In de staatscourant van die datum wordt zijn vrouw als weduwe genoemd). In 1868 bij het failliet gaan van zijn bedrijf leeft hij nog. Davids moeder overlijdt pas in 1916. Hij wordt goedgekeurd voor militaire dienst op 18-jarige leeftijd maar heeft geld genoeg om zich te laten vervangen. Hij is als jonge man zeer ondernemend en heeft een handelsgeest, net als zijn vader en grootvader. In 1888 wordt hij mede vennoot van een maatschappij die handel drijft in koloniale producten. Drie jaar later begint hij samen met zijn drie jaar jongere broer Isidor van Biema een eigen bedrijf, eveneens in koloniale waren. Tussen 1897 en 1902 is hij een van de vier directeuren van “de Distel”, een aardewerkfabriek. In een namenlijst van Amsterdam van 1915 zien we hoe David dan inmiddels koffie-importeur is. In Amsterdam woont hij vlak bij het Vondelpark, net als zijn broer Isidor. Nog enkele familieleden, onder wie zijn moeder kunnen we in 1915 in de binnenstad van Amsterdam traceren. Het koffie-importbedrijf bevindt zich aan het Rokin.
David Henri trouwt in 1892 met Pauline Bernadine Elisabeth Jacobson (1871-1950).Zij krijgen samen slechts één kind, Emma. Emma wordt geboren 22 oktober 1893, in Amsterdam. Het leven van David Henri van Biema Nijkerk en diens vrouw lijkt harmonieus te verlopen. Ze hebben een badhuis in Zandvoort waar ze regelmatig in de zomermaanden naar toe gaan. Dat kan alleen als je vrij vermogend bent. Op 23 jarige leeftijd (1916, midden in de eerste wereldoorlog) trouwt dochter Emma met de vijf jaar oudere Hendrik Jonker, die 5 juni 1888 in Batavia geboren werd en waarschijnlijk een bekende van de familie was door de handel in koloniale waren van haar vader. Het jonge stel krijgt twee zonen: Reijnier Frederik Jonker (19-3-1917) en Eduard Arthur Jonker (16-7-1920). De jongste zoon wordt in het echte leven maar ook in mijn verhaal een held!
Helaas. David en zijn vrouw gaan in 1922, na een huwelijk van 30 jaar uit elkaar. Twee jaar later gaan Emma en haar man ook uit elkaar. Triest, zeker de scheiding van Emma en Hendrik. Hun kinderen zijn pas 4 en 7 jaar oud. Wat was de oorzaak? Het jonge echtpaar is met hun kinderen naar Frankrijk verhuisd. Emma keert met alleen het jongste kind terug en gaat in Hilversum wonen. Kon ze niet aarden in Frankrijk? Ik weet het niet. Zoon Eduard Arthur gaat in Hilversum naar de lagere en middelbare school. De oudste zoon is waarschijnlijk in Frankrijk gebleven. Bij het overlijden van David van Biema Nijkerk in 1951 staat deze kleinzoon (inmiddels 34 jaar) vermeld als wonende met zijn vrouw B. Grosfillex (een Franse naam die veel voorkomt in Zwitserland en Frankrijk in de Franse Alpen) in Gex Ains. In 1980 en ook in 1989 woont hij daar nog steeds.
De oorlogstijd.
Hoe zou deze joodse familie de oorlog doorgekomen zijn? Broer Isidor is al in 1930 in Brussel overleden. De moeder van Emma, mevrouw Jacobson, bevond zich juli 1939 in Engeland (ze hadden daar een huishoudhulp die in die maand overleed) en zal daar waarschijnlijk ook tijdens de oorlog zijn gebleven. Ik vermoed dat dochter Emma met haar moeder is meegegaan naar Engeland. In 1937 woonde Emma in Hilversum. Na de oorlog woont zij daar samen met haar moeder. Mevrouw Jacobson overlijdt in 1950.
Vader “David van Biema Nijkerk” is zeker in 1940 al in Amerika. Ook in 1934 was hij al een keer in Amerika in Pennsylvania, daar wordt hij in de Altoona Tribune genoemd als “GUEST AT LOCAL HOME D. H. Van Biema Nijkerk of 1.00 1 Hilversum”. Hij overlijdt in Milwaukee in 1951.
Met een aantal broers en zussen van David is het echter niet goed afgelopen. Zijn oudste zus Sarah Bertha overlijdt 85 jaar oud 22 februari 1941 in een kamp in Driebergen-Rijsenburg. Eduard sterft als oorlogsslachtoffer in Den Haag 16 december 1942. Carolina wordt gedeporteerd naar Sobibor en overlijdt daar 20 maart 1943, 77 jaar oud. Zus Henriette sterft 85 jaar oud, vrijdag 11 juni 1943 in kamp Westerbork. Ik ben bang dat het met nog veel meer leden van deze familie slecht is gegaan. Voor de oorlog woonde in Amsterdam ook nog minstens een oom “van Biema”. Verder waren er ook in Groningen meerdere “van Biema’s”. Hoe het ook zij, in 1947 was er nog maar een persoon met die naam en wel in Gelderland. In 2007 is deze naam net als de naam “van Biema Nijkerk” in heel Nederland verdwenen. In het buitenland komt “van Biema” wel nog voor.
De oudste zoon van Emma zat wellicht toen al in Frankrijk. De jongste zoon van Emma was zoals gezegd Engelandvaarder. Hij vertrok met acht anderen op 25 juli 1943 en kwam op 30 juli in Engeland aan. Daar werd hij vliegenier bij de Royal Aircraft en streed met de Engelsen mee tegen de nazi’s.
Het boek met de gedichten van Heinrich Heine.
In 1947 wordt bij een bevolkingstelling de naam “van Biema Nijkerk”slechts één keer in Nederland aangetroffen. Dat is natuurlijk Emma. Zij is nu uiteraard overleden. Het is dus zeker dat het boek met gedichten van Heine, met de handgeschreven naam “van Biema Nijkerk”, ooit van Emma of nog waarschijnlijker van haar vader is geweest.
Hoe zijn mijn schoonouders er aan gekomen? Er staat geen datum van uitgave in het boek maar een antiquariaat schat dat het rond 1876 is uitgegeven. Het is gedrukt door H.C.A. Thieme, Nimwegen. “Nimwegen”, niet Nijmegen, op zijn Duits dus. Voor dit soort Duitstalige boeken was er natuurlijk ook een Duitse markt. Deze kleinzoon van de stichter van de drukkerij in Arnhem drukte daar boeken tot 1898. De uitgever is Hendrik Altmann, Rotterdam. Hij had daar een boekhandel en gaf zelf ook boeken uit. In zijn familie zien we enkele kunstschilders, die o.a. in het begin van de negentiende eeuw allerlei taferelen in en om Rotterdam hebben geschilderd. Hendrik Altmann zelf overleed in 1884. Het geschatte jaar van uitgave 1876 lijkt aannemelijk. Een aantal jaren daarna zal David het hebben gekocht of gekregen. Misschien als cadeau van zijn schoonfamilie uit Rotterdam?
Zoals we al zagen was David van Biema Nijkerk een zeer ondernemend type, iemand met een echte koopmansgeest. Maar ook zien we dat hij in het bezit is van kunst. In 1931 wordt er een catalogus gemaakt m.b.t. een veiling van kunstwerken. Een van de onderdelen in die catalogus is “de Parijse kunstcollectie van David van Biema Nijkerk”. (Deze catalogus uit 1931 is nog in te zien in de bibliotheek van Gent). Hij is dan al negen jaar gescheiden en heeft waarschijnlijk zoals velen sterk te lijden van de beurskrach van 1929. Hij wil er denk ik weer boven op komen door een deel van zijn kunstverzameling van de hand te doen. Misschien zijn er ook wel kunstwerken van een van de kunstschilders Altmann bij! Graag wil ik die catalogus in Gent een keer inzien! Waarom staat er trouwens “Parijse” kunstcollectie? Dochter Emma en toen nog haar man Hendrik Jonker woonden enige tijd met hun zeer jonge zoons in Frankrijk, is er een link? Ik vermoed dat David ook een tijd in Parijs heeft gewoond. Allemaal vragen waarvan de antwoorden wellicht meer over hem kunnen vertellen en misschien ook meer over zijn relatie tot kunst en poëzie.
Dan lezen we nog dat het Amsterdamse bezit van David in 1942 door de Duitsers is geconfisqueerd. Waarschijnlijk was David toen hij naar Amerika ging nog van plan terug te keren. Hij was gescheiden en zijn enige kind ook. Davids bezittingen werden beheerd door Lippmann, Rosenthal & Co., Amsterdam. Zou bij het Amsterdamse bezit ook het onderhavige boek zijn geweest? Hij heeft het dan waarschijnlijk niet meegenomen naar Amerika.
De Duitsers hebben het denk ik verkocht. Het boek zou zo maar in een boekhandel in Rotterdam terecht hebben kunnen komen, de woonplaats in die tijd van mijn schoonouders. In 1942 of 1943. Daar lag het dan. Mijn schoonmoeder hield van poëzie. Ze stuitte op een mooi boek met verzen van Heinrich Heine. Zij was in 1943 21 jaar oud en ze had een baan bij een verzekeringsmaatschappij. Ze verdiende eindelijk eens wat zakgeld. Ze kocht het boek. Een heerlijk kleinood!
Heinrich Heine, David van Biema Nijkerk, Eduard Jonker en mijn schoonvader.
Na de oorlog ging mijn schoonmoeder trouwen en het echtpaar kreeg negen kinderen. Ze kwam niet veel meer toe aan het lezen in haar mooie boek. Het boek ziet er misschien ook daarom nog steeds prachtig uit. Mijn schoonvader werd in de oorlog opgepakt vanwege verzetswerk en is opgesloten geweest in Vught, later in Dachau. Hij heeft de oorlog overleefd. Onlangs was hij nog bij een herdenking. Inmiddels zijn zij allebei overleden.
Hij is van dezelfde generatie als Eduard Jonker, de jongste kleinzoon van David van Biema Nijkerk. Eduard Arthur Jonker vluchtte naar Engeland en ging van daar uit mee helpen met het verzet. Iets van de levens van deze Engelandvaarder en dat van mijn schoonvader komt zo samen in het boek. En dan de schrijver van het boek, Heinrich Heine.
Ook Heinrich Heine was net als David een jood. Verschoppeling in Duitsland. Behalve de prachtige gedichten waar bijv. Schubert en vooral Schumann muziek bij hebben gemaakt schreef hij ook over maatschappelijke dingen en had hij een zeer opvallende sociaal ingestelde visie. Heine vond een tweede vaderland in Frankrijk. Het Frankrijk ook van de schoonzoon en een kleinzoon van David. David van Biema Nijkerk zelf vond zijn tweede vaderland in Amerika. Kleinzoon Arthur Jonker heeft er vijf dagen over gedaan om vanuit Nederland in Engeland te komen. Er was een storm die het schip terug naar Nederland dreigde te blazen. Hij overleefde de storm van de zee en die van het nazisme en hielp mee met de bevrijding van Nederland.
Eduard Arthur Jonker bij de opening van het Engelandvaardersmuseum in Noordwijk, 4 september 2015
Meer dan vier jaar speurde Eddy Jonker kranten af en probeerde hij adressen van nazaten te achterhalen. Alles om te voorkomen dat de heldendaden van de Engelandvaarders in de vergetelheid zouden geraken. Zijn inspanningen en die van vele vrijwilligers hebben in een nieuw museum geresulteerd.
Eddy Jonker vertelt over zijn Engelandvaart en de opgedane levenslessen
Die Heimkehr (1823-1824)
11.
“Eingehüllt in graue Wolken, Schlafen jezt die grossen Götter Und ich höre, wie sie schnarchen, Und wir haben wildes WetterWildes Wetter! Sturmeswüthen Will das arme Schiff zerschellen Ach wer zügelt diese Winde Und die Herrenlosen Wellen Kann’s nicht hindern, das es stürmet Dass da dröhnen Mast und Bretter, Und ich hüll’mich in den Mantel, Um zu schlafen wie die Götter” Heinrich Heine
|
Gehuld in grauwe wolken Slapen nu de grote goden En ik hoor hoe ze snurken En we hebben onstuimig weerOnstuimig weer, woedende storm Zal het arme schip verbrijzelen Ach wie beteugelt deze winden En de golven zonder heer Het maakt me niet uit dat het stormt Dat mast en planken kraken Ik hul me in de mantel Om te slapen als de goden Heinrich Heine
|
Bovenstaand verhaal is gebaseerd op talrijke documenten die ik meestal op het internet heb gevonden, die ik heb gedownload van een aantal sites (met name vanuit het Amsterdams archief en vanuit het Nederlands militieregister) of die ik toegestuurd heb gekregen. (Zoals het prachtige document van het Amsterdams archief waarin je kunt lezen dat David van Biema een nieuwe naam krijgt, als hij pas elf jaar is.) Sommige dingen van mijn verhaal zijn zeker, andere zijn slechts vermoedens, zoals de manier waarop het boek in handen van mijn schoonouders is gekomen of de reden van de naamsverandering van David van Biema. Wie graag de originele documenten wil bestuderen: het grootste deel heb ik chronologisch gerubriceerd en achter elkaar gezet in een pdf-document
Inmiddels is Eddy Jonker op 99-jarige leeftijd overleden
Een prachtige zoektocht , die begint met zomaar het vinden van een naam in een boek. Je mag even mee kijken over de schouder van een familie. Heel mooi en boeiend.
LikeLike
Iedere keer weer als je zo intensief met een familiegeschiedenis bezig bent gebeurt er iets met je. De mensen worden vlees en bloed. Je kent de gruwelijkheden van wo 2. Je leest in je onderzoek over het hele leven van wieg tot graf van die mensen. Familieadvertenties waarin met grote blijdschap de geboorte van een dochter wordt aangekondigd. Later hoe die dochter op hoge leeftijd weggevoerd wordt en vermoord. Waarom? Vanwege het jood zijn. De meeste mensen in Nederland deden of hun neus bloedde. Ik voel me weer net zo boos op die mensen als ik was op de groep kinderen die toen ik klein was stond te lachen terwijl enkelen van hen een kat treiterden.
LikeLike
Een bijzonder verhaal. Wat zou ik het graag nog eens kunnen vragen….
LikeLike
Leuk om dit verhaal over mijn overgrootvader te lezen.
Paar Feiten kloppen niet.
LikeLike
Hartelijk dank voor uw reactie. Ik zou heel graag met u in contact komen om nog wat dingen uit te wisselen. Misschien kan dat om te beginnen het beste via het contactformulier op
http://www.voorouderslimburg.nl
Bij voorbaat dank en vriendelijke groeten van
Pieter Simons
LikeLike
Ik heb u eerder geschreven
Zie dat de fouten nog niet aangepast zijn
LikeLike
U heeft naar mijn idee nergens aangegeven welke dingen onjuist zijn. Ik zal ze dan graag aanpassen!
LikeLike