Charles-Marie Widor

Ik kende Widor niet, totdat mijn oudste kleinzoon Gijs 2 jaar geleden een aantal stukken van hem op Youtube had gehoord. Ik ging daar ook maar eens naar luisteren. Gijs probeerde al snel sommige van die stukken na te spelen. Widor was voor hem net zo iemand als op dit moment sommige popartiesten uit de tachtiger jaren van de twintigste eeuw voor hem zijn. Widor of George Michael, het maakt hem niet veel uit. Ook die popartiesten beluistert hij en begint hij na te spelen. Maar over het spelen van Gijs later meer.

Charles-Marie Widor werd geboren op 21 februari 1844 in Lyon. Hij stierf 12 maart 1937 in Parijs. Zijn vader was organist in Lyon en de kleine Charles-Marie kreeg van hem dan ook zijn eerste orgellessen. Hij deed het zo goed, dat hij hem al mocht vervangen toen hij elf jaar was. In 1863 trok hij op aanraden van de Franse orgelbouwer Aristide Cavaillé-Coll naar Brussel om er bij Jacques-Nicolas Lemmens (1823-1881) te studeren. Cavaillé-Coll vond dat het gemiddelde niveau van de Franse organisten te veel was gezakt. Lemmens had nog bij Adolf Hesse (1809-1863) in Breslau gestudeerd en had daar een sterke pedaaltechniek geleerd en daar ook veel kennis opgedaan over de werken van Bach. Aristide Cavaillé-Coll haalde hem daarna naar Parijs en zorgde dat hij organist werd in de Saint Sulpice, waar zijn grootste orgel stond. Hij bleef hier uiteindelijk 64 jaar! Hij was als organist-titularis de opvolger van de overleden Louis James Alfred Lefébure-Wély. Zo had hij een toporgel voor zich alleen. Van 1890 tot 1896 werd hij benoemd tot orgeldocent aan het Conservatorium van Parijs, als opvolger van César Franck. Niet veel later werd hij ook docent compositie als opvolger van Théodore Dubois. Hij had veel leerlingen. Zijn bekendste zijn Louis Vierne, Albert Schweitzer, Arthur Honegger, Edgar Varèse, Darius Milhaud en Marcel Dupré. Deze laatste volgde hem in 1934 op in de Saint-Sulpice. Als orgelvirtuoos trad Widor op in 23 landen. Hij toerde uitgebreid door Europa: door Frankrijk, Duitsland, Nederland, Portugal, Italië, Zwitserland, Polen en niet te vergeten Engeland en Rusland. Hij bleef erg lang in het openbaar spelen: tot zijn negentigste levensjaar. Hij nam op 31 december 1933 ontslag als organist van de Saint-Sulpice. Marcel Dupré, zijn student en assistent, volgde hem op. Hij stierf in zijn huis aan de rue de Belloy 3 in het 16e arrondissement van Parijs op 12 maart 1937. Hij werd begraven in een crypte onder de Saint-Sulpice.

Charles-Marie Widor liet een honderdtal werken na. Hij is de auteur van kamermuziekwerken, waaronder pianokwintetten, trio’s en vioolsonates, pianoconcerten, een celloconcert enz.. Maar nog meer is hij bekend door zijn orgelstukken. Hij wordt wel beschouwd als de uitvinder van de orgelsymfonie. Het woord symfonie verbindt deze orgelstukken met de Duitse symfonische traditie, maar Widors symfonieën zijn veel meer dan klassieke symfonieën in vier delen. Hij schreef er tien. Zijn eerste acht orgelsymfonieën lijken meer op Franse suites dan op bijvoorbeeld de symfonieën van Beethoven. Ze zijn samengesteld uit vijf of zes karakteristieke delen, zoals Prélude, Marche, Minuet, Pastorale, Toccata. De laatste twee symfonieën zijn anders, de “Gothique” (voor Kerstmis) en de “Romane” (voor Pasen), zijn opmerkelijk vanwege hun gebruik van het Gregoriaans. Zijn composities worden nog steeds veel gespeeld, met name de beroemde Toccata, het laatste deel van zijn 5e orgelsymfonie, Deze was te horen tijdens het huwelijk van Elizabeth II, koningin van Engeland in 1947.

Hier speelt hij deze beroemde toccata zelf. Hij was toen al 88 jaar.

Widor is de lievelingscomponist van mijn kleinzoon Gijs. Ook Gijs wilde graag deze toccata spelen en hij speelde hem als toegift bij een concert twee jaar geleden in Rotterdam toen hij net negen jaar oud was. Dat klonk toen zo:

Ook nu speelt hij nog graag Widor: zoals het eerste deel van symfonie 6, de finale van symfonie 4, of de Marcia uit symfonie 3. Allemaal op zijn gehoor, steeds nadat hij het stuk eerst enkele keren heeft beluisterd. Maar nog leuker is improviseren “in de geest van Widor”. Dat is dan tevens een opdracht van zijn orgeldocent. Voor Gijs moet niet alleen de klank, maar vooral ook de entourage zo echt mogelijk zijn. Dus moet het gespeeld worden op een orgel met vijf manualen (net zo een als waar Widor op speelde, op dat van de Saint Sulpice.. Hmm, dat lukt hem met twee extra keyboardjes die dan wel jammer genoeg net iets anders zijn gestemd..)

Over Pieter Simons

Docent muziektheorie. Interesses: geschiedenis algemeen, kunstgeschiedenis, lokale geschiedenis, muziek en muziektheorie, filosofie, astronomie, fotografie, natuur, wilde bloemen. En daarnaast allerlei maatschappelijke dingen als onderwijs en opvoeding
Dit bericht werd geplaatst in muziek, kleinzoon. Bookmark de permalink .

Een reactie op Charles-Marie Widor

  1. Anoniem zegt:

    schitterend!

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.