Limburgexit

2019 wordt als mogelijke vertrekdatum van Groot-Brittannië uit de EU genoemd. De zogenaamde Brexit. Sommigen denken dat het misschien wel helemaal niet doorgaat. Dat hebben we eerder gehad! In de negentiende eeuw was er ook een soort  referendum in Nederlands Limburg: wil men bij Nederland blijven of wil men zich afscheiden en verder gaan als zelfstandige bondsstaat in de Duitse bond. Zie de volgende voorgeschiedenis.

1815: oprichting Duitse Bond

De Duitse Bond is geboren tijdens het Weense congres van 1815. Al de oude Duitse adel was daar bij elkaar gekomen in een poging om het Ancien Régime weer een nieuw leven in te blazen. Er werd gesproken over titels, over grondgebied, over schadevergoedingen. Maar ook: hoe kon men al deze oude vorstendommen na het uiteenvallen van het Duits-Roomse Habsburgse rijk weer wat meer samenhang geven. Moest er een centraal bestuur komen of meer een soort federatieve eenheid? Uiteindelijk werd besloten om in ieder geval geen keizer meer aan te stellen en noch Oostenrijk, noch Pruissen te laten overheersen. Er kwamen 35 bondsstaten, waaronder vier vrije steden. In de Vrije stad Frankfurt kwam de bondsdag. Elk bondslid had afhankelijk van zijn grootte een tot vier vertegenwoordigers in deze bondsdag. In totaal waren er 65 vertegenwoordigers. Ook de Nederlandse koning was lid van de bond, als bezitter van het Groot-Hertogdom Luxemburg. Samen met de koning van Denemarken als bezitter van het hertogdom Holstein, de keizer van Oostenrijk en de koning van Pruissen vormden zij een bondgenootschap dat elkaar diende bij te staan als een lid bedreigd werd van buiten. Na 1839 wordt Nederlands Limburg bondslid met twee afgevaardigden. Hoe kwam dat?

1830: Belgische opstand

De opstand begon in Brussel in 1830. Over de redenen van deze opstand (o.a. taal en godsdienst) wil ik het nu niet hebben.De Nederlandse koning probeerde hulp te krijgen van de Duitse bond, maar het conflict werd gezien als een intern conflict en niet als een bedreiging van buitenaf. De gehele provincie Limburg, met uitzondering van Maastricht, sloot zich aan bij de opstand en hoorde toen dus bij België. Maar intussen waren er al gesprekken in Londen om te kijken hoe een indeling gemaakt kon worden als België niet bij Nederland zou terug keren. Toen al werden op papier Nederlands Limburg en Belgisch Limburg gescheiden, met als argument de grensbewaking door middel van de Maas maar ook de territoriale aansluiting van Maastricht met Brabant en Gelderland. Toen in de dertiger jaren de kwestie betreffende Luxemburg hangende was, was de Prins van Oranje, de latere koning Willem II, in Londen met zijn twee zoons. De latere koningin Victoria was toen nog een 18-jarige prinses en men sprak van een aanstaand huwelijk van haar met prins Alexander der Nederlanden. Omdat Hannover bij Engeland hoorde, zou dat tot gevolg hebben dat Hannover op den duur onderdeel van Nederland zou worden. Ter compensatie zou in dat geval zowel Luxemburg als Limburg aan België worden overgedaan. Uiteindelijk viel de keus van Victoria op een andere gegadigde, Albert van Saxen-Coburg_Gotha, waarmee ook het afstaan van Limburg van de baan was! Dus als Vicoria met prins Alexander was getrouwd had men Limburg toen al achteloos”afgegeven”….

1839: Onafhankelijkheid België

In 1839 na de definitieve afscheiding van België moest er weer het een en ander geregeld worden. Luxemburg, lid van de Duitse bond,  werd gesplitst en kwam deels bij België. Dat betekende dat er ook minder manschappen geleverd werden aan de Duitse bond, en dat moest gecompenseerd worden. Besloten werd dat de al bestaande pennevrucht “Nederlands Limburg” ook bij de Duitse bond zou komen en twee afgevaardigden ging leveren aan de bondsdag. Bovendien moest er altijd een compagnie cavalerie gereed gehouden worden. Deze werd samengesteld uit Limburgers, met uitsluiting van soldaten uit Venlo en Maastricht, de belangrijkste vestingsteden aan de Maas, waar Nederland zelf volledige zeggenschap over wilde blijven houden. De Nederlandse Limburgers werden gelijk al uitgesloten door koning Willem I om mee te mogen stemmen over de nieuwe Nederlandse grondwet van 1840, Noord-Brabant protesteerde hier als enige provincie tegen. In de pers lezen we:

“Limburg is een jammerlijke strook gronds, een uitwas van ons land, dat onze beste sappen verteert.”

1848: onrust en dreigende opstand in Nederlands Limburg. “Referendum” Limburgexit

Revoluties worden bijna altijd mede veroorzaakt door economische omstandigheden. De misoogsten, aardappelziekte en felle griepepidemie van 1845 en 1846 maakten de bevolking rijp voor een opstand. De belastingen waren ongelijkmatig verdeeld en de kosten voor de eerste levensbehoeften waren buitensporig hoog. In Nederland was een belasting die per hoofd werd geheven, het zogenaamde kopgeld. In Limburg bedroeg die 2,5 miljoen gulden per jaar, waarvan 1 miljoen niet in Limburg werd besteed. Ook werd stelselmatig voorbijgegaan aan Limburgers bij benoemingen en het katholicisme voelde zich nog steeds achtergesteld. Zoals gezegd was het de Limburgers onthouden om mee te mogen stemmen over de grondwet in 1840. De negen jaren dat Limburg bij België had gehoord waren veel beter geweest en er had een sfeer van vrijheid geheerst. De stemming tegen “Holland” begon steeds sterker te worden. Overheidsdienaren werden openlijk geminacht. In Roermond:  ‘Wat heb jij kerel hier te commanderen, pak je weg, wie heeft jou hier geroepen, ik schijt op een officier van justitie, dat raakt je niet, strontkerel, wat hier gebeurt.’

Ook in Sittard en Heerlen waren wanordelijkheden, waardoor vanuit Maastricht 24 dragonders naar Sittard moesten worden gestuurd en een détachement infanterie naar Heerlen. Ook in Eijsden en in Gronsveld waren er opstootjes. Er begon zich een sterke beweging af te tekenen die voor separatisme ijverde. Maar ook uit Holland gingen stemmen op ten gunste van de afscheiding. Met name het NRC riep op om Limburg af te staan.Het was vooral Mr. J.H.G. Boissevain die in een brochure pleitte voor de afscheiding en niet wenste ‘om een paar maal honderd duizends zielen, die ons vreemd en van ons afkerig zijn, aan ons gekluisterd te houden.’ Er zouden verkiezingen voor de twee Limburgse leden van de Duitse bondsdag worden gehouden. De te kiezen afgevaardigden zouden een belangrijke graadmeter voor de houding in Limburg vormen. Werden het mensen die los van Nederland wilden, of waren het juist oranjegezinden? Tegelijk kon men nu gebruik maken van de mogelijkheid om eindelijk een aantal rechten die niet goed toegekend waren in Limburg af te dwingen. Er kwam een ware stroom los van verzoeken in Den Haag. Er moesten hervormingen komen in de grondwet, vrijheid van eredienst, vrijheid van onderwijs, vrijheid van vereniging en bijeenkomst, instelling van een jury voor drukpersovertredingen, openbaarheid van vergadering en vrijheid van drukpers. Er werd steeds ontzettend veel bedisseld achter gesloten deuren. Toen Willem I Limburg bezocht en niet naar Sittard wilde gaan, reed de burgemeester van Sittard de koning tegemoet en zei: ‘Sire, als u Sittard niet aan doet, dan worden we allemaal Pruis.’ Hij kreeg zijn zin, de koning kwam. Intussen werden er in Maastricht handtekeningen verzameld waarin men eiste dat er rechtstreekse verkiezingen zouden komen zonder onderscheid van standen en meer van eerder genoemde kwesties aan de orde werden gesteld. M.b.t. de grondwet werden er maar liefst 22 wijzigingen geéist. Men wilde de vrijheden terug die men onder Belgisch bestuur had genoten. Sommige gemeenten gingen nu al zo ver dat ze onomwonden om afscheiding vroegen. Ook baron van Scherpenzeel-Heusch pleitte voor afscheiding. Hij wilde graag van Limburg een apart Groot-Hertogdom maken, lid van de Duitse Bond. In de kamerzitting van 29 mei 1848 waren er maar liefst 29 petities binnen gekomen uit Limburgse gemeenten, allemaal handelende over wensen m.b.t. de herziening van de grondwet. Daarnaast werden er nog talloze verzoeken rechtstreeks aan de koning gericht of aan de commissie grondwetherziening.

Bij een vergadering op zondag 7 mei 1848 in hôtel de l empereur te Valkenburg (700 mensen!) nam baron van Scherpenzeel het woord en pleitte onder ovationeel applaus voor afscheiding.

Nederland kon er niet om heen. Limburg was onderdeel van Nederland maar ook onderdeel van de Duitse bondsdag. Daar waren dan de verkiezingen. Met een meerderheid van ongeveer 60% werden de separatistische afgevaardigden gekozen, waardoor een Limburgexit een kwestie van tijd zou zijn. Ze gingen naar Frankfurt en pleitten aldaar in de bondsdag voor de gewenste afscheiding. Op 14 juli kwam er een rapport, ingesteld door een internationale commissie, waarin vastgelegd werd dat Limburg los gemaakt diende te worden van Nederland, en wel om rechtsredenen: het kon niet zo zijn dat een gebied en onderdeel van de Duitse Bond was en ook bij Nederland hoorde. Een additioneel artikel, voorgesteld door de afgevaardigde Clemens uit Bonn, nodigde het centrale bestuur uit om onmiddellijk afdoende maatregelen te nemen om het besluit tot afscheiding van Limburg uit te voeren. Dit amendement werd met algemene stemming aangenomen.

De Nederlandse regering raakte in paniek en besloot om al het aanwezige buskruit in de kruitmolen te Valkenburg binnen de vesting Maastricht op te slaan. Verder werden de kruitmolens onklaar gemaakt. Sittard werd bezet door een militaire colonne uit Maastricht, en ook naar alle andere grotere plaatsen in Zuid-Limburg werden soldaten gestuurd. Op 18 augustus was in Den Haag de zitting van de tweede kamer grotendeels gewijd aan de in Frankfurt gedecreteerde afscheiding. De Duitse gezant in Den Haag had inmiddels al twee keer kennis gegeven aan de Nederlandse regering van het bondsbesluit en wenste nu met de regering in onderhandeling te treden.

1866: einde Duitse Bond

Nederland bleef bezwaren maken en rekte tijd. En dat hielp, want, wonder o wonder: in 1866 kwam er plotseling een einde aan de Duitse Bond. Er kwam wel een nieuwe Noord-Duitse bond. Maar hier nam Limburg niet meer aan deel. 26 November 1866 diende de Nederlandse regering bij het Berlijnse hof een ontwerpconventie in waar hij deze verzocht om elke verbinding tussen Nederland en Duitsland in de Duitse Bond teniet te doen. Op 11 mei 1867, de datum van het tractaat van Londen, werden alle bondsbetrekkingen opgeheven. De Limburgexit ging niet door

Maarten van Rossem pleitte ondanks nog voor een Limburgexit bij het televisieprogramma “de slimste mens”. Al de gebieden die pas na “1600 zoveel” aan Nederland zijn toegevoegd zou Nederland weer terug moeten geven. Dit naar aanleiding van een vraag die ging over Zeeuws-Vlaanderen . Dit deel van Zeeland hoorde  naar zijn idee bij België. Op de vraag, ‘wat dan nog meer? ‘antwoordde hij: ‘Limburg’. Hij maakte niet duidelijk wat er dan met Limburg moest gebeuren. In een van mijn volgende  blogs zal ik daar over filosoferen…

hertogdom-limbiurgsdragonder1855

Het Luxemburgs-Limburgse contingent behoorde tot het negende armeekorps van de Duitse Bond en bedroeg, zonder de reserve, in 1841 2556 manschappen. In 1846 was er een bondsbesluit waaruit volgde dat Luxemburg zorg moest dragen voor de infanterie, en Limburg voor 566 cavaleristen, 297 kanonniers en 37 pioniers, die voortdurend marsvaardig moesten zijn. In 1855 werd besloten dat Limburg uitsluitend een regiment cavalerie zou leveren. (Het vijfde regiment dragonders). “Ze zullen gekleed gaan als het derde regiment, behalve dat de overslag voor groot tenne op de rok van donkerblauw laken zal zijn.” (afbeelding uit “Knötel, Uniformenkunde, Band V).

Over Pieter Simons

Docent muziektheorie. Interesses: geschiedenis algemeen, kunstgeschiedenis, lokale geschiedenis, muziek en muziektheorie, filosofie, astronomie, fotografie, natuur, wilde bloemen. En daarnaast allerlei maatschappelijke dingen als onderwijs en opvoeding
Dit bericht werd geplaatst in Geschiedenis, maatschappij en getagged met , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

7 reacties op Limburgexit

  1. Beste Pieter,

    Goed om zaken eens in perspectief te zien. Zelf heb ik ook al eens over toevallige grenzen geschreven en daarbij Limburg als onderwerp gebruikt. https://ballonnendoorprikker.nl/2016/07/27/grensland/

    Like

  2. Jan zegt:

    Na bijna twee honderd jaar is er in Limburg nog steeds een hele grote groep mensen die liever los van Nederland wil zijn. Vorig jaar was er een poll bij L1 waar we bij wilden horen. 40% koos voor Duitsland en 60% voor België. Hier wordt nog steeds over de Hollanders gesproken en bijna nooit over Nederlanders. Dus een referendum over een Limexit zou niet verkeerd zijn.

    Like

    • Dag Jan. Ik ken de betreffende L1 poll niet en ook niet “wat en hoe” er in die poll gevraagd is. Ik vermoed dat de vraag was: “stel dat Limburg Nederland zou verlaten, zou je dan liever bij Belgie of bij Duitsland willen horen”. 60-40 vind ik dan aannemelijk. Maar als er gevraagd zou worden: “zouden jullie Nederland willen verlaten?” denk ik dat slechts een minderheid weg wil. Afgezien daarvan: ik houd niet van referenda, zie mijn eerdere blog https://ppsimons.com/2016/07/24/de-wil-van-het-volk/
      Er wordt snel teveel op emotie en onderbuikgevoel gespeeld in aanloop naar referenda. Blijft wel het feit dat inderdaad nog steeds veel Limburgers alle “niet Limburgers” “Hollanders”noemen en dat er wel degelijk een vrij opvallend cultuurverschil is. Hier wil ik binnenkort een keer op ingaan.

      Like

      • Jan zegt:

        Pieter,
        Het ging toen inderdaad over bij welk buitenland, zie http://www.1limburg.nl/kiest-u-maar-horen-we-bij-nederland-belgie-duitsland.
        Bij een toenmalig radio programma werd de vraag gesteld waar we bij wilden horen, Nederland, België of Duitsland. Niemand die reageerde koos voor Nederland.

        Zoals je waarschijnlijk al begrepen hebt ben ik Limburger, en eentje die niet voor Nederland zou kiezen. Luxemburg zou voor mij een goede keus kunnen zijn.

        Wie zou er aan een referendum mogen meedoen?
        Alle inwoners of alleen de echte Limburger.
        Maar wie is dan een echte Limburger?
        Misschien mag ik dan niet eens meedoen.

        Als je er op let dan hoor/lees je heel vaak dat er door Hollanders erg negatief over Limburg en Limburgers gesproken wordt. Dit niet alleen op (anonieme) forums, maar ook op radio en TV.

        Like

  3. De Vinger zegt:

    Limburg is een artificieel construct uit de 19e eeuw. Slechts een miniem gedeelte van het historische hertogdom Limburg valt binnen de huidige provinciegrenzen. Er een duidelijk cultuurhistorisch verschil tussen Noord- (Gelders) en Zuid- (Brabants) Limburg.

    Historisch gezien behoren de gebieden die hede ten dage de provincie Limburg vormen niet aan Duitsland. Wanneer men de driedeling van het Frankische rijk (814) als gronding van Frankrijk (West-Francië) en Duitsland (Oost-Francië) beschouwd behoren de gebieden toe aan het middenrijk ((Neder-)Lotharingen). De BeNeLux landen kunnen als erfgenaam van dit rijk worden beschouwd. In de eeuwen van versnippering vielen de gebieden altijd onder de hertogen van Brabant, Gelderland of Limburg (in de vorm van Opper-Gelre en de Landen van Overmaas). Deze hertogdommen waren onderdeel van de zeventien provinciën (de Nederlanden). Pas in de 18e eeuw weet Pruisen een gedeelte van Limburg (Opper-Gelre) te bemachtigen. Het is dus slechts een betrekkelijk korte periode dat Limburg onder Duitse invloedsfeer is geweest.

    Het Limburgse exceptionalisme houdt dus historisch gezien geen stand. Ik durf zelf te stellen dat Limburg er beduidend slechter aan toe zou zijn geweest wanneer het aan Duitsland of België was gekomen. Wanneer Limburg aan Duitsland was gekomen in de 19e eeuw was er waarschijnlijk weinig overgebleven van steden als Maastricht. De triestige aanblik van veel Duitse steden net over de grens spreekt voor zichzelf. Bovendien zou de Limburgse streektaal sterker van karakter zijn veranderd door invloed van het hoogduits (taalpolitiek Bismarck). Het Limburgs valt net als het standaard Nederlands onder de Nederfrankische taalgroep. Wanneer Limburg aan België was gekomen was het zuidelijk deel waarschijnlijk ten prooi gevallen aan de francofonie (zoals een groot gedeelte van het historisch hertogdom Limburg). In Maastricht zou zonder twijfel Frans gesproken worden. Tevens is het de vraag wat er van het platteland zou zijn overgebleven met de befaamde Belgische lintbebouwing.

    Like

    • Even over het begrip “Hertogdom Limburg”: dat leidt al snel tot verwarring omdat het van de ene kant een middeleeuws begrip is (een hertogdom voornamelijk rond het stadje Limbourg in de Ardennen met kleine uitwaaiers in het huidige Zuid-Limburg, tot 1273, daarna viel het onder Brabant) maar het is ook de naam die werd gehanteerd voor de negentiende eeuwse provincie die overeenkomt met het huidige Nederlands-Limburg. Die naam is verzonnen door koning Willem I, hij vond het leuk om nog een hertogtitel in zijn naam te hebben. Deze naam is dus artificieel. Hij keek naar de historie en zag een mooie verdwenen naam van zeven eeuwen eerder: hertogdom Limburg. Dat moest hem worden. Overigens ook niet helemaal onbelangrijk dat ook een deel van dat nieuwe hertogdom (de nieuwe provincie) werd gevormd door een stukje van het voormalige hertogdom Gulick. Dat was Duitstalig, het archief van Sittard is ook van oudsher Duitstalig. Maar als je verder de archieven bestudeert valt het op dat eigenlijk het grootste deel van het huidige Nederlands Limburg door alle eeuwen heen officieel het Nederlands gebruikte als administratie-taal. Dat maakt dat Limburg domweg aansluit bij de rest van Gelderland en Brabant, maar vooral ook dat het van oudsher in ieder geval qua taal eigenlijk het meest bij Nederland hoorde. Behalve dan het heerlijke dialect, dat zich door alle tijden heen redelijk heeft weten te handhaven. En omdat dat in de omliggende landen niet is gebeurd is er opeens een eenheid ontstaan: het dialect. Uiteraard met zijn regionale verschillen, maar toch! Wat je zegt over de positieve gevolgen die het uiteindelijk heeft gehad, daar kan ik me alleen maar bij aansluiten.

      Like

      • De Vinger zegt:

        De naam Limburg is ook gekozen omdat het historische hertogdom Limburg één van de oorspronkelijke 17 provinciën was. Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd als een voortzetting hiervan beschouwd, zodoende wilde men de naam Limburg behouden. Het klopt dat er enige gebieden in de huidige provincie Limburg tot Gulik of Kleef behoorden. Echter zijn al deze gebieden ooit in het bezit geweest van het hertogdom Brabant of Limburg. Sittard heeft bijv. tot aan de late middeleeuwen zowel aan Brabant als Limburg toebehoord. Ik vermoed dat het hoogduits in Sittard alleen een administratieve functie had gezien het dialectcontinuum. In Gulik en Kleef werd ook een Nederfrankisch dialect gesproken en deze gebieden hebben altijd onder sterke invloed van de Nederlanden gestaan (en worden er soms ook toe gerekend). Hier kwam pas in de loop van de 19e eeuw een einde aan.

        Vooral Zuid-Limburg en direct aangelegen gebieden zijn zeer interessant door de samenvloeiing van germaanse en romaanse culturen. Ook van groot historisch belang in Europese context als thuishaven van Karel de Grote. Het is geen toeval dat juist Maastricht werd gekozen als locatie voor de oprichting van de Europese Unie. Een Limburgexit zal eenzelfde symbolische waarde hebben voor de EU als de onthoofding van Lodewijk XVI voor de europese monarchie.

        Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.