Ode an die Freude

Beethoven in 1823. Schilderij gemaakt door Ferdinand Waldmüller. Het portret is in de tweede wereldoorlog verloren gegaan.

In de tijd dat Ludwig van Beethoven bezig was met zijn laatste symfonie was hij niet alleen stokdoof, maar had hij ook veel problemen met zijn ogen. Lang lezen of schrijven was uiterst vermoeiend en dat maakte dat niets opschoot. Opschieten zat zo wie zo niet in zijn vocabulaire. Hij was altijd al met heel veel dingen tegelijk bezig en bijna niets maakte hij gelijk af. Ook zijn normale leven was bij hem een rommeltje. Hij had voortdurend conflicten met allerlei mensen in zijn directe nabijheid, maar ook met zijn uitgevers. Zijn broer Johann woonde sinds korte tijd in Wenen en pushte hem  om wat meer structuur in zijn leven aan te brengen maar vooral ook om wat meer geregelde inkomsten te verwerven.  Zo deed hij op diens aandringen in die tijd pogingen om een baan aan het hof van keizer Frans 1 te krijgen. De toenmalige keizer zag daar niets in omdat Beethoven bekend stond als een adept van de ideeën van keizer Joseph II die tussen 1780 en 1790 allerlei hervormingen doorvoerde. Deze hervormingen werden door zijn opvolgers weer grotendeels terug gedraaid en er heerste nu een conservatief klimaat. Het soort nieuwlichters-ideeën van Beethoven, daar waren ze rond de keizer niet van gediend. Maar het klimaat was op een andere manier toch opeens weer wat meer gunstig. Wenen werd nationalistisch. Men wilde opeens vooral Duitstalige componisten. De Italianen waren  ”uit”.  Daarnaast was hij inmiddels ook in het buitenland beroemd. Zo kreeg Beethoven verzoeken om composities te maken vanuit Sint Petersburg en vanuit Londen. In dat gunstige klimaat kreeg het componeren aan de negende symfonie opeens vleugels. Hij werkte voor zijn doen stevig door en voltooide in slechts ongeveer een jaar tijd de negende symfonie. De eerste uitvoering op 7 mei 1824 was gelijk een overweldigend succes. Hij stond naast de dirigent en dirigeerde mee, maar de orkestleden hadden uitdrukkelijk te horen gekregen dat ze niet op hem moesten letten. Hij kon door zijn doofheid gewoonweg niet horen wat ze speelden. Ja, hij zei dat hij wel de pauk kon horen…  Naast de negende symfonie werden er trouwens ook nog drie delen uit zijn Mis in C uitgevoerd. Bij het scherzo van de negende was de geestdrift van het publiek zo groot dat de uitvoering zelfs tijdelijk gestopt moest worden.  Toen kwam het vierde deel. “Ode an die Freude.” Na het laatste slotakkoord waren er maar liefst vijf uitbarstingen van applaus, de dirigent moest steeds terug komen, terwijl de etiquette voorschreef dat het er maximaal drie mochten zijn, en dat dan ook nog alleen als de keizerlijke familie aanwezig was. De keizer had echter laten afweten. De “Algemeine Musikalische Zeitung” bejubelde nu zelfs Beethovens moeilijkste werken zoals de Cellosonates opus 102 en de pianosonates opus 109, 110 en 111. Op 23 mei werd de negende symfonie nogmaals uitgevoerd.  Daarna vertrok Beethoven naar slot Gutenbrunn in Baden, een kuuroord vlakbij Wenen, waar hij van alle vermoeienissen probeerde bij te komen. Hier had hij de jaren ervoor ook al enkele keren vertoefd, daar schreef hij bijvoorbeeld de Missa Solemnis en ook de negende symfonie was hier het jaar daarvoor grotendeels tot stand gekomen. Nu schreef hij er het eerste van de zogenaamde late strijkkwartetten opus 127 en ook zijn bagatellen opus 126. Met de serie bagatellen die hij iets eerder schreef, opus 119 had hij slechte ervaringen. Uitgever Peters vond ze waardeloos en wilde ze niet uitgeven. Peters vond het strijkkwartet en de bagatellen opus 126 trouwens ook maar niks. Maar de gebroeders Schott in Mainz dachten daar anders over. Ze kochten alles. Beethoven was eindelijk uit zijn schulden.

We zien dus hoe de dove en slechtziende Beethoven in zijn kuuroord in Baden bij Wenen de meest schitterende muziek wist te componeren. Nadat hij al tien jaren moeite had om het hoofd boven water te houden verdiende hij in 1824 eindelijk weer geld . Waarom was nu die negende symfonie in die tijd al populair, in tegenstelling tot bijvoorbeeld zijn opera Fidelio, zijn Missa Solemnis en veel van zijn latere kamermuziekwerken? Het eerste deel is geschreven in de bekende sonatevorm maar op een romantische en heel vrije manier. Het tweede deel, het scherzo, is opzwepend en niet heel moeilijk om naar te luisteren. Het derde deel, het adagio, is vooral lyrisch en opnieuw romantisch. Dat ging er in als koek, ondanks ook nu weer de vrije benadering van de vorm. Het meest uitzonderlijke deel is het slotdeel met het grote koor en de solisten. Het is moeilijk om goed uit te voeren, vooral door de enorme hoogtes waar zowel solisten als koor in moeten zingen, en dat niet slechts even maar een hele tijd achter mekaar. Je moet dus vooral excellente zangers hebben. De vraag is of de eerste uitvoeringen in die tijd zo excellent waren. Sommige kenners vonden de muziek prachtig maar de uitvoering belabberd. Daar kun je je van alles bij voorstellen. En wat zullen de toehoorders van de tekst hebben meegekregen? De tekst van Schiller is erg symbolistisch. Het is niet voor niets dat de symbolisten rond Gustav Klimt de tekst weer omarmden rond 1900. Schiller wilde de wereld verbeteren door de kunsten te bevorderen en er meer aandacht aan te geven. Het is een lofzang en een pleidooi voor de heilzame werking van dichtkunst, schilderkunst, muziek. Toen Beethoven net in Wenen was in 1792 kwam hij met het gedicht in aanraking en toen al schijnt hij gezegd te hebben dat hij dat gedicht ooit op muziek zou willen zetten. Schiller schreef het voor de vrijmetselaarsloge van Dresden. Ook in Wenen ging het toen goed met de vrijmetselaars, mede dank zij het progressieve beleid van keizer Joseph II. Die loges werden bezocht door kunstenaars als Mozart maar ook veel mensen uit allerlei hogere kringen discussieerden  met elkaar over het idee:  hoe een betere wereld te maken. Beethoven herkende zijn eigen idealen in dit gedicht. Toen hij ermee aan de slag ging in de negende symfonie selecteerde hij uit het vers slechts die versregels die hij kon gebruiken en ook paste hij enkele van die regels aan.

O Freunde, nicht diese Töne!
Sondern laßt uns angenehmere anstimmen,
Und freudenvollere.Freude!
Freude!

Freude, schöner Götterfunken
Tochter aus Elysium,
Wir betreten feuertrunken,
Himmlische, dein Heiligtum!
Deine Zauber binden wieder
Was die Mode streng geteilt;
Alle Menschen werden Brüder,
Wo dein sanfter Flügel weilt.

Wem der große Wurf gelungen,
Eines Freundes Freund zu sein;
Wer ein holdes Weib errungen,
Mische seinen Jubel ein!
Ja, wer auch nur eine Seele
Sein nennt auf dem Erdenrund!
Und wer’s nie gekonnt, der stehle
Weinend sich aus diesem Bund!

Freude trinken alle Wesen
An den Brüsten der Natur;
Alle Guten, alle Bösen
Folgen ihrer Rosenspur.
Küsse gab sie uns und Reben,
Einen Freund, geprüft im Tod;
Wollust ward dem Wurm gegeben,
Und der Cherub steht vor Gott.

Froh, wie seine Sonnen fliegen
Durch des Himmels prächt’gen Plan,
Laufet, Brüder, eure Bahn,
Freudig, wie ein Held zum Siegen.

Seid umschlungen, Millionen!
Diesen Kuß der ganzen Welt!
Brüder, über’m Sternenzelt
Muß ein lieber Vater wohnen.
Ihr stürzt nieder, Millionen?
Ahnest du den Schöpfer, Welt?
Such’ ihn über’m Sternenzelt!
Über Sternen muß er wohnen.

Beethoven zelf was lomp, onhandig, wantrouwend en grof. Toen zijn neef, die hij onder zijn hoede had genomen, aan de universiteit ging studeren wenste deze niet meer bij hem in huis te hoeven vertoeven. Beethoven snapte er niets van, zijn neef zei het onomwonden: als ik vertrek hebben we allebei geen last meer van elkaar. En Schindler, de man die tegen het einde van het leven van Beethoven zag dat hij geld aan hem zou kunnen gaan verdienen, kreeg nadat hij in het Prater nog na keuvelde over  het concert met de eerste uitvoering van de negende symfonie van Beethoven daags daarna in een brief van hem  te horen:

Ik beloon de diensten die u me bewijst liever op gezette tijden met een geschenk dan dat ik u aan mijn tafel moet dulden. Want ik moet eerlijk bekennen dat u te vaak op mijn zenuwen werkt. Kijk ik eens een keer niet zo vrolijk, dan is het meteen: ‘Weer met het verkeerde been uit bed gestapt?’…Ík zal u vast zo nu en dan uitnodigen, maar wil niet dat u de hele tijd om me heen hangt. Daar wordt ik onrustig van.’

In de betreffende brief keurt hij hem zelfs geen aanspreektitel of groet waardig. Dit is een van de vele voorbeelden die gedocumenteerd is. Soms was hij ergens uitgenodigd en keek hij eerst voorzichtig naar binnen wie er allemaal waren. Als hij iemand zag die hem niet zinde vertrok hij gelijk weer. Van de andere kant, als hij geld nodig had, kon hij ontzettend slijmerig doen en allerlei beloftes doen. Die kwam hij nooit na. Desondanks bleven de meeste mensen in zijn nabijheid zijn genie zien en al deze tekortkomingen werden hem bijna altijd vergeven.

Terug naar de muziek. Wat hebben het eerste, tweede en derde deel van deze symfonie nu met het beroemde laatste deel te maken? Beethoven werkt vooral motivisch toe naar het einde. Het eerste motief van het eerste deel verwijst al vooruit naar het laatste deel: De kern is een dalend octaaf verdeeld in twee stukken: eerst een dalende kwart (A-E), gevolgd door een dalende kwint (E-A).

Het laatste deel begint met een snerpend dissonant akkoord, dan komt er een stijgend octaaf, onderverdeeld in een stijgende kwart gevolgd door de rest van de drieklankbreking. Dat motief dient op zijn beurt weer als voorbereiding op de stijgende kwint zoals die later ook door de tenor wordt gezongen. De dalende kwart en zijn omkering de stijgende kwint zijn zo kernmotieven in de hele negende symfonie. Het slotdeel bevat elementen van het eerste deel, tweede deel en derde deel (in groen gemarkeerd in de partituur). De strijkers “zingen” in dat begin de latere partij van de inleidingszang van de tenor. In al die delen zien we hoe de stijgende of soms dalende kwarten en kwinten een belangrijke rol vervullen. (Gemarkeerd met rood in de partituur). De partituur die je ziet is trouwens de pianoversie van Frans Liszt. Luister en kijk naar het begin van het slotdeel:

Het wemelt verder nog van allerlei  andere motivische samenhangen waar ik nu niet verder op in ga.  Maar Beethoven is zoals altijd een componist die lange tijd worstelt met heel veel gedachten tegelijk en die ze uiteindelijk op een onnavolgbare manier aan elkaar weet te smeden.

Schiller refereert in zijn gedicht ook aan de eeuwigheid. “Über’m Sternenzelt muss ein lieber Vater Wohnen, über Sternen muss er wohnen. Boven in een sterrentent moet een lieve vader wonen, boven de sterren moet hij wonen. “Beethoven laat ons dromen en de sterren, de belofte van geluk in de toekomst, gaan bij die gedachte twinkelen.

De laatste uitvoering van de negende symfonie die ik tot twee keer toe in zijn geheel heb beluisterd is die door het Rotterdams Philharmonisch orkest in Ahoy in Rotterdam. (December 2020, midden in de tweede coronagolf). Het stuk werd gespeeld in een compleet lege zaal. Alleen waren er camera- en geluidmensen bij om alles te registreren. Wat een speciale ode aan de vreugde! In een tijd waarin veel mensen hoopten op een betere toekomst voor de hele wereld. Niet alleen voor Europa, ook al weten we dat het hoofdthema van het vierde deel inmiddels als Europese volkslied wordt gebruikt. Een toekomst met de verwachting van hoop en blijdschap. Ode an die Freude. Ik vind het een prachtige uitvoering.

Zie ook een eerder blog van mij waarin het slotdeel van de negende symfonie gekoppeld wordt aan een beroemd schilderwerk van Gustav Klimt

Over Pieter Simons

Docent muziektheorie. Interesses: geschiedenis algemeen, kunstgeschiedenis, lokale geschiedenis, muziek en muziektheorie, filosofie, astronomie, fotografie, natuur, wilde bloemen. En daarnaast allerlei maatschappelijke dingen als onderwijs en opvoeding
Dit bericht werd geplaatst in Geschiedenis, muziek en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.