Gisteren was ik in het Gallo-Romeins museum in Tongeren. Dit museum, 16 km buiten Maastricht in Belgisch Limburg, stond al heel lang op mijn verlanglijstje. Het staat midden in het prachtige historische centrum van de stad, vlakbij de gotische Onze-Lieve-Vrouwe basiliek. (bouw 1240-1541). Ik had gisteren nog meer te doen en daardoor had ik helaas geen tijd voor een heel uitgebreid bezoek, dus ik probeerde vooral om een globaal beeld van de vaste collectie te krijgen. Het smaakte naar nog een keer! Er waren veel educatieve onderdelen. Hoe zag de Neanderthaler er uit? Er lag een levensecht “exemplaar” inclusief zijn overdadige lichaamshaar. Je kon hem bijna aanraken. En waar kwamen al die mensen vandaan op aarde? Filmpjes lieten zien hoe geleidelijk bepaalde mensensoorten de wereld veroverden. Bij ons was heel lang de Neanderthaler de enige mensensoort, totdat de Homo Sapiens het gebied overspoelde. Tongeren was een belangrijke Romeinse stad. In een grote maquette kon je zien hoe die stad er in de Romeinse tijd uitzag. En natuurlijk waren er veel voorwerpen, van Keltische munten tot en met grote stenen restanten van Romeinse heiligdommen.
Aansluitend op de dingen die ik gisteren zag stond er vanochtend een buitengewoon informatief artikel in de Volkskrant. Tussen ruwweg 300 en 400 na Christus woonde er vrijwel niemand meer in Nederland of in een groot deel van Vlaanderen. Ook geen Romeinen, die tot kort daarvoor nog de linie van de Rijn bewaakten met allerlei nederzettingen. Rara hoe kan dat? Wetenschappers hebben dit ontdekt doordat ze tegenwoordig heel veel middelen hebben om bewoningssporen te kunnen dateren. En ook omdat er bij nieuwbouw heel vaak eerst archeologisch onderzoek plaats vindt. Er worden allerlei theorieën los gelaten op de oorzaak van deze ontvolking, maar het is bijna zeker dat in die periode de leefomstandigheden in die gebieden zo slecht waren dat de mensen daardoor naar het zuiden trokken, naar plaatsen waar je wel kon leven. Zoals tegenwoordig ook in Afrika door de droogte de mensen hun heil gaan zoeken in Europa. Ook de Romeinen vertrokken hier in die periode en lieten de grenzen onbeschermd achter. Vanaf omstreeks 400 kwamen er weer mensen terug, maar dat waren niet dezelfde mensen als die er eerst woonden. Ze kwamen uit het oosten, het waren “Germanen”! En dat zijn onze voorouders in zowel Nederland als Vlaanderen. Ze bevolkten het hele gebied weer tot ze, al verder trekkende naar het zuiden, op al bestaande nederzettingen stuitten. Dat waren waarschijnlijk nederzettingen van de eerder verhuisde oorspronkelijke inwoners, in het tegenwoordige Wallonië. De taalgrens is toen gevormd en die is er dus nog steeds. Wij spreken Nederlands door het bar slechte klimaat van de vierde eeuw.
Door deze bevindingen zal de informatie in het Gallo-Romeinse museum waarschijnlijk binnenkort aangepast moeten worden. Vanuit een groot deel van Nederland gezien ligt het museum ver weg, net als het prachtige Thermenmuseum in Heerlen. Dat laatste gaat uitsluitend over de Romeinse tijd. Je kunt er onder meer een verkleinde versie van een Romeins badgebouw zien waar je door heen kunt lopen. Je krijgt daarbij uitgebreid uitleg over wat er allemaal plaats vond in dat gebouw. Kinderen van de hoogste klassen van de basisschool en leerlingen van het middelbare onderwijs zouden eigenlijk naar een van deze musea moeten gaan als bij de geschiedenisles het onderwerp aan de orde komt. Allebei de musea zijn educatief van opzet en je kunt er, als je zelf de materie beheerst, nog mooie smeuïge verhalen aan toevoegen. Van harte aanbevolen!
Zie ook:
Gallo-Romeins museum Tongeren
Thermenmuseum Heerlen
Hier onder een link naar het artikel van vanochtend in de Volkskrant:
De grote leegloop