Wat kan een kind een hoop leren als er een studiedag is. Nee, hij leert niet door de studiedag, dat doen de juffen. Maar hij leert doordat hij zelf kan bepalen wat hij leert. Dat zag ik gisteren. Op de school van mijn oudste kleinzoon was dus een studiedag en hij mocht bij opa logeren. Al voor acht uur was hij er. Dát werd een lekker dagje. Orgel spelen, piano spelen, orgel bouwen, boekjes bekijken, filmpjes zien, oefenen met noten lezen op verschillende manieren, net voor de bui naar de speeltuin en en daar dan een half uur springen op de trampoline en nog veel meer.
-‘Ik wordt een beetje moe.’
Dat begreep ik. En ik werd een beetje koud, nee ik verkleumde inmiddels.. Terwijl hij daar stond te springen had ik het meest windluwe deel van de buitenkant van de trampoline opgezocht en intussen kletsten we samen over van alles, het gesprek ging van de hak op de tak. Dit keer ging het niet over pausen of koningen, nee, hij stelde weer eens allerlei vragen over het heelal. Ik vertelde hem dat ik de avond ervoor Jupiter met zijn vier manen en Saturnus had gezien.
-‘Opa, gaan wij vanavond ook samen sterren kijken?’
Dat vind ik natuurlijk superleuk maar het was de hele dag bewolkt en vaak regenachtig dus dat werd niets. Maar wel hebben we een film over de ontwikkeling van de aarde en het leven bekeken. Toen die afgelopen was ging hij alleen verder kijken. Hij koos een film die ging over de ontwikkeling van de landen in Europa, Een tijdmeter ging elke seconde een jaar verder en eindigde in 2019. Hij was ergens in de middeleeuwen begonnen. Ik kwam er weer bij toen de meter in de veertiende eeuw was. Geboeid zag hij hoe landen telkens van heerser wisselden, hoe de Fransen België en een deel van Nederland annexeerden en hoe in de negentiende eeuw het rijk van de paus eerst slonk tot de omgeving van Rome en uiteindelijk zelfs tot het nietige Vaticaanstad. Het was de tijd van de Zwitserse Garde, daar had ik hem al eens eerder over verteld. Daarna wilde hij een boek bestuderen over het heelal. Hij keek er weer met andere ogen naar als jaren geleden. “Het boek met het pijltje”, waar hij ooit zo verzot op was. ’s Avonds op bed wilde hij nog een ander heelal-boek bekijken. “Het boek van het ovaal”.
Bij de lunch bestudeerde hij het pak hagelslag.
-‘Wat is dat, emulgator?’
Ik vertelde dat het een middel was om te zorgen dat de dingen goed kunnen mengen. Dan wordt het een mooi glad goedje.
-‘Maar waarom staat er een dubbele punt achter?’
Die dubbele punt zegt: wat hier achter de dubbele punt staat , dat is allemaal emulgator. Er staat: “Emulgator: raapzaadolie”. Raapzaadolie maakt de hagelslag lekker egaal, daardoor mengen de suiker en de cacao en de andere dingen goed. Raapzaadolie is een goede emulgator. En kijk. Er onder staat weer iets met een dubbele punt. Glansmiddel: Arabische gom. Dat betekent dat ze Arabische gom gebruiken om de hagelslag te laten glanzen. Arabische gom, dat zit trouwens ook in dropjes.’
Hij bestudeerde het hele pak. Ook keek hij mee terwijl ik las in de krant. Hij las de koppen hardop en vroeg dan waar het over ging. Het viel me op hoe moeilijk de taal is die er in de krant gehanteerd wordt. Dat is echt geen Jeugdjournaaltaal. Desondanks pikt hij er aardig wat van op.
Maar het leukste van alles was zijn eigen orgel. Opeens had hij een idee om van blokken en duplo een orgelkast, manualen en orgelpijpen te bouwen. Het werd ook nog eens wat. Apetrots!

Toen het mooie instrument op een gegeven moment in mekaar donderde besloot hij om een nog groter orgel te maken. Op zo’n orgel kon je uiteraard ook spelen. Op maar liefst drie manualen. Op de stang van de staande lamp zaten de registers. De negen lades van het kastje waar alles op stond hoorden ook bij het mechaniek. Hij speelde onder meer een orgelbewerking van het eerste deel van symfonie 39 van Mozart.
En zo wisselde hij van alles af. Op de piano speelde hij stukken als de Toccata in D-mineur van Bach of Für Elise.
Of een eigen gemaakt barokstukje
Ook bleef hij maar improviseren. En wat leert hij zichzelf intuïtief veel over akkoorden. Ik heb een stukje opgenomen en geanalyseerd. Je kunt er naar luisteren en dan zegt het je misschien niets. Maar ik, als muziektheoreticus vindt het ongehoord hoeveel hij zich zelf leert en hoe hij de klankwereld van de akkoorden verkent. Ik heb op enkele plaatsen erbij gezet wat er zoal gebeurt. De afbeeldingen die je intussen ook ziet hebben er niet echt iets mee te maken, ze zijn van de Mookerhei van afgelopen vrijdag of het zijn foto’s van mijn kleinzoon gisteren.
Ik heb trouwens nog niet verteld dat hij ook weer veel componeert. Hij ziet dan de partituur van de fantasie opus 77 van Beethoven op de piano staan. Hij vraagt me honderduit wat al die nootjes en symbooltjes betekenen. En dan gaat hij componeren. Zijn eigen fantasie. Met alle mogelijke tekentjes, prachtige schilderijen maakt hij.
Woensdag dan heeft hij weer orgelles en dan moet hij ook weer vanaf noten gaan lezen. Het orgelboek is nu even opzij gezet. Het blijkt dat hij erg veel moeite heeft met het plaatsen van die bolletjes op en tussen de lijnen. Ik heb veel grotere noten voor hem gemaakt en eenvoudige liedjes verzonnen met slechts twee ritmes. Zijn leraar heeft dat overgenomen en nu moet hij twee van die liedjes oefenen. Concentratie en focus zijn desondanks nog steeds niet erg goed, maar het gaat al iets beter. Hé, boven staat nog een oude laptop van 20 jaar geleden bedacht ik opeens. Daar staat een programmaatje op dat ik 25 jaar geleden schreef, een programma voor Dos in de taal Quickbasic. Ik haalde de laptop tevoorschijn en probeerde het programma weer eens uit. Geboeid kwam hij kijken. Dat wilde hij ook wel eens doen. Ik hoefde niet veel uit te leggen. Je kunt op een simpele manier noten invoeren, die ook horen terwijl je ze invoert, en je kunt je eigen geschreven muziekjes terug beluisteren. Het werkte!

Na een toch iets te korte nacht wilde hij opstaan. Zijn nieuwe, grotere orgel stond er nog. Daar wilde hij als eerste heen!

Daar aangekomen begon hij alweer te spelen. In het half donker, met een lamp aan en nog in zijn pyama. O wat was hij blij en gelukkig. Na het ontbijt bracht ik hem naar school. Zijn snoetje was bedrukt. Hij stapte uit de auto en begon onbedaarlijk te huilen. Ik ken dat inmiddels, Maar nu was er meer aan de hand. De juffrouw vertelde toen zijn moeder hem kwam ophalen dat hij de hele dag door was blijven sniffen, zelfs tijdens de gymles, en dat hij niets had gegeten. Vandaag had hij school. De school is er om dingen te leren. Wat zal hij geleerd hebben? Normaal, als hij blijft logeren, is hij daarna nog de hele dag tot ’s avonds bij ons. Dat was nou niet zo. Dat was voor hem dus opeens heel anders. Dus was hij in de war. Ondanks dat het hem van te voren allemaal goed was uitgelegd. Maar verder had hij het potverdikkeme ook nog eens zo erg naar de zin gehad. En dat leuke was voor zijn gevoel voorbij. Hij wilde dat het eeuwig door zou gaan. Maar nee, nu moest hij weer gaan” leren”. De speeltijd was voorbij. Dubbel huilen dus. Hij is dan compleet zonder grenzen, alle remmen gaan los. Tegelijk is het ook een ritueel aan het worden. Dat doet hij ook als hij bij een van de andere opa’s en oma’s op bezoek is geweest, of als er bezoek geweest is bij hem thuis. Bij het afscheid klinkt er steevast: ‘ik ga jullie missen’, en daarna is het huilen geblazen. Het heeft iets puurs, maar: zo erg? Dat ritueel moet nodig doorbroken gaan worden. Mijn vrouw oppert: misschien van te voren zeggen dat we het niet willen horen of zien. En dan gelijk weg gaan als hij het toch weer doet. Wie weet.
Morgen gaan we weer naar het Moreau-orgel. En naar zijn eigen gemaakte orgel. Dat wordt weer feest. Maar waarschijnlijk is die dag dan weer veel te kort… Wanneer is er trouwens weer eens een studiedag?
Ik heb totaal geen verstand van muziek maken en componeren maar luister veel (klassieke) muziek.
Ondanks dat hoor ik telkens vooruitgang en de improvisaties vaak verrassend goed klinken.
LikeGeliked door 1 persoon
De dingen die hij uit zich zelf bij zijn improvisaties zit uit te zoeken testte ik in het verleden ook bij aspirant studenten aan het conservatorium, om er achter te komen wat ze op het gehoor konden. Hij hoort en kan nu al vaak al meer dan die studenten indertijd, die al vaak jaren hadden gestudeerd op hun instrument. Zijn muzikale gehoor is fenomenaal goed. En inderdaad, hij leert nog dagelijks bij, gewoon spelenderwijs. Op een manier zoals goede amateurmuzikanten zonder noten al doende hun oren trainen. Maar het gaat hard bij hem.
LikeLike
Dat is goed te horen dat het hard gaat. Naast het muzikale gehoor moet hij ook een goed geheugen hebben wat ik er van begrijp.
LikeLike