Nun komm, der Heiden Heiland

Vroeger luisterden we naar hoorspelen, tegenwoordig luister je naar een podcast. Ik doe het nog niet zo vaak, maar ik vind het heerlijk, meestal vind ik dat fijner als het kijken naar een documentaire. Zo hoorde ik drie afleveringen van een podcast van de EO over organisten, hun orgel en orgelmuziek. Ik moet toegeven dat mijn interesse deels voortkomt uit het feit dat mijn kleinzoon fanatiek orgel speelt en door het feit dat ik enkele organisten die aan bod komen ken. Ik was nieuwsgierig naar hun muzikale achtergrond: hoe zijn ze met muziek begonnen, wanneer gingen ze orgel spelen en dat soort zaken. Drie van de (tot nu toe) tien podcasts heb ik volledig beluisterd, die met Geert Bierling, die met Gerben Budding en die met Ton Koopman. Bij de laatste twee organisten kwam het orgelkoraal ‘Nun komm, der Heiden Heiland’ BWV 659 aan de orde. En allebei vertelden ze er ook iets over. Later zag ik op Youtube een kleine documentaire met Leo van Doeselaar die op zijn beurt weer iets vertelde over de tweede versie van dat orgelkoraal, BWV 660. En dat prikkelde me om zelf ook meer te weten te komen over de achtergrond van die orgelkoralen, maar ook over het verschil van de drie Bachversies en ook over het verschil in interpretatie, in dit geval het verschil tussen de interpretatie van Gerben Budding en die van Ton Koopman.

De tekst van ‘Nun komm der Heiden Heiland’, ‘Kom, Heiland der volkeren’ is in 1524 geschreven door Maarten Luther. Het koraal is een vertaling van de hymne “Veni redemptor gentium”, welke in 397 geschreven was door Ambrosius van Milaan, een van de zogenaamde kerkvaders. (Op het einde van dit blog staat een link waar je uitgebreide informatie hierover kunt vinden). Het koraal is geschreven voor eerste Adventzondag (de eerste zondag van het kerkelijk jaar) en was daardoor het eerste lied in het Lutherse koraalboek. Qua timing slaat dit blog zo midden in de zomer dus nergens op. Maar zoals Ton Koopman vanuit zijn katholieke achtergrond met de Lutherse Bach bezig is en Geert Bierling vindt dat het niet het geloof maar de kwaliteit van de muziek is die mensen raakt, zo bespreek ik een lied dat kerstmis aankondigt op de dag van het feest van Petrus en Paulus. Lees het zo rond 1 december nog een keer zou ik zeggen!

Het koraal telt in totaal acht strofen van elk vier verzen, een kwatrijn vormend. De melodie is gecomponeerd door Johann Gottfried Walther. In deze melodie zijn de eerste en de laatste regel van een couplet identiek en zijn de tweede en derde enigszins elkaars spiegelbeeld.

Bach gebruikte deze melodie als basis van drie orgelkoralen maar ook van drie cantates. De eerste keer zien we de melodie als basis van de cantate BWV 61 die in 1714 in Weimar ontstond. Hoe deed Bach dat? In de advent kijk je reikhalzend uit naar de geboorte van Christus. BWV 61 begint met een soort Franse Ouvertüre, langzaam snel langzaam. In de langzame delen hoor je voortdurend gepuncteerde figuurtjes die zo kenmerkend zijn voor Franse dansmuziek. Der „Heiden Heiland“ is immers een vorst, er wordt straks een koning geboren, we zijn als het ware aan het hof van Lodewijk XIV! De tekst die wordt gezongen bevat in het eerste deel de vier regels van het eerste couplet, zoals je hierboven ziet. De basismelodie die bij de eerste regel hoort zit meteen al in de bas, nog voor er gezongen wordt. Daarna horen we hem steeds terugkomen in telkens andere zangstemmen. De tweede regel van het koraal is ook nog steeds langzaam, nu wordt de tekst door alle stemmen tegelijk gezongen. De toonsoort is G mineur (in sommige uitvoeringen A mineur), immers de melodie staat in mineur. Maar tegelijk ervaar je daarin al een vooraankondiging van het lijden. Hij wordt geboren, maar o jee, hem staat nog iets te wachten. Datzelfde beeld zie je ook vaak op schilderijen uit die tijd. Maria is daar vaak niet de blijde moeder, maar de bezorgde, bedroefde moeder.

Bartholomeus Bruyn laat Melchior met de handen gevouwen naar Jezus kijken en Jezus kijkt terug. Maria is bedroefd

Sterker nog, hij zal sterven aan het kruis. De eerste vier noten van de koraal melodie symboliseren een kruisteken: midden – midden – laag – hoog. (Bij het orgelkoraal BWV 660 zien we in de begeleidingsfiguurtjes ook een kruisteken, maar nu is de stijgende noot nog smartelijker in de vorm van een verminderde septiem). Terug naar het begindeel van Cantate BWV 61: na die twee langzame stukjes komt het snelle deel van de ouvertüre. Bach heeft het geniale idee om, nu in majeur, een fugato te schrijven. Je hoort een wirwar van stemmen, je hoort heel veel mensen als het ware door elkaar heen praten: de hele wereld verwondert zich over zijn geboorte. (‘Dass sich wundre alle Welt’), De laatste regel wordt weer langzaam gezongen met ook weer de gepuncteerde figuurtjes als in de eerste twee regels: de tekst ‘Gott solch’Geburt ihm bestellt’, ‘god heeft zijn geboorte besteld’ sluit dit deel waardig af.

Nun komm der Heiden Heiland,
der Jungfrauen Kind erkannt;
deβ sich wundert alle Welt,
Gott solch Geburt ihm bestellt.

Luister naar dit fragment van BWV 61 in een uitvoering van het Monteverdi koor en orkest o.l.v. John Eliot Gardiner.

Dan nu de drie orgelkoralen van Bach die gebruik maken van deze melodie. Er zijn zoals gezegd drie versies, BWV 659, 660 en 661, alle drie als onderdeel van de Leipziger koralen. Gerben Budding en Ton Koopman speelden in de podcast de eerste versie. Gerben liet ook nog een stukje van de tweede en derde versie horen. Waar BWV 659 laat horen hoe ‘der Heiden Heiland’ waardig aan komt schrijden (kerst nadert) vond Elsbeth Gruteke, die het interview deed, de tweede versie meer alsof hij aan kwam galopperen en de derde versie was zelfs ronduit feestelijk. Gerben Budding wil ze in de advent het liefst altijd alle drie achter elkaar spelen, omdat ze alle drie op een andere manier de geboorte van Christus aankondigen en toewerken naar een climax: de geboorte.

Nu iets over de vorm van het orgelkoraal. Een orgelkoraal is in de kern simpelweg een orgelwerk dat gebaseerd is op de melodie van een kerklied of koraal. En een koraal is een strofisch gezang uit de Lutherse kerk. Tegen het eind van de 16e eeuw speelden organisten op basis van die koralen, zowel geïmproviseerd als vanuit genoteerde muziek. Toen Bach geboren werd waren er duizenden van die koralen. Bach zelf schreef ca. 200 orgelkoralen, waarvan een vijftigtal al voor 1707 (het jaar dat hij organist in Mühlhausen werd). Orgelkoralen zijn in de volgende categorieën te verdelen:

koraalmotet

De melodie van het koraal wordt duidelijk geïntroduceerd en vervolgens wordt van hieruit het orgelkoraal uitgewerkt met gebruikmaking van hetzelfde basisritme voor elke imitatie.

koraalpartita of koraalvariaties

Een koraalpartita is een reeks variaties gegeven over de koraalmelodie. Typisch voor de koraalpartita is dat elke variatie de volledige koraalmelodie bevat en de variaties als zelfstandige delen optreden. (Losse stukjes)

koraalfantasie

In een koraalfantasie wordt de volledige melodie van het lied in één stem, meestal de sopraan, met uitgebreide voor het grootste deel uitgeschreven versieringen gespeeld. ‘Nun komm, der Heiden Heiland‘ BWV 659 is in deze vorm geschreven.

cantus firmuskoraal

In een cantus firmus koraal wordt de basismelodie gespeeld in lange noten (zoals in de Frans-Vlaamse polyfone missen uit de late Middeleeuwen). Het koraallied is doorgaans genoteerd in halve noten, terwijl de begeleidende figuratie in achtste en zestiende noten is genoteerd. Een beetje het omgekeerde idee van de koraalfantasie: daar sobere tegenstemmen tegenover een weelderige melodie, hier andersom. De derde zetting van ‘Nun komm, der Heiden Heiland‘ BWV 661 is in deze vorm geschreven.

koraaltrio

Een koraaltrio is een driestemmige zetting van het lied, waarbij de twee bovenstemmen elk op een manuaal worden gespeeld en de lage stem op de pedalen. ‘Nun komm, der Heiden Heiland‘ BWV 660 is in deze vorm geschreven.

Luister hier naar de versie van BWV 659 van Gerben Budding, zoals gespeeld in de podcast

Luister hier naar de versie van Ton Koopman, zoals gespeeld in de podcast.

Opvallend is de toonsoort bij Ton Koopman: een halve toon hoger, waarschijnlijk komt dit door de stemming van het Müllerorgel van de Waalse kerk. Ook speelt hij iets meer versieringen. Gerben houdt zich aan de relatief sobere aanwijzingen zoals ze in de partituur staan. En natuurlijk is de registratie ietwat anders. Bij Ton Koopman komt de toplijn er vrij pregnant uit, bij Gerben Budding heeft die een meer ingetogen kleur.

Wat vind ik daar nu van? Ik vind ze allebei goed. Maar stel dat je BWV 659, 660 en 661 alle drie achter elkaar speelt, dan denk ik dat de iets meer ingehouden versie bij BWV 659 van Gerben Budding beter werkt, omdat daardoor de twee andere versies sterker kunnen uitkomen. Dit komt dus door de keuze van het registergebruik en doordat Gerben Budding minder kwistig eigen versieringen toevoegt. Maar smaken verschillen uiteraard. Ik heb nog meer versies gehoord. Zowel Gerben Budding als Ton Koopman hebben een langzaam tempo. Dat vind ik retorisch maar ook stilistisch mooi: het past het beste bij het karakter van het stuk. Wat me verder bij Ton Koopman opvalt is dat hij op het einde lijkt te versnellen en dat vind ik gewoon niet mooi. Het schijnt dat in dit stuk in het Duitse taalgebied voor het eerst in de geschiedenis een soort “walking bass” is toegepast. En die moet gestaag doorgaan. Het is de schrijdende Christus, die er vastberaden, maar zonder zich te haasten, waardig aan komt lopen. Zoals de held in het Beethovenfries van Klimt, en in de muziek in het slotdeel van de negende van Beethoven. Het is “Der Heiden Heiland.”

Hier een link naar de volledige tekst van het koraal.

Hieronder een link naar de uitleg van Leo van Doeselaar over BWV 660

Hier een link naar de betreffende podcastserie

Over Pieter Simons

Docent muziektheorie. Interesses: geschiedenis algemeen, kunstgeschiedenis, lokale geschiedenis, muziek en muziektheorie, filosofie, astronomie, fotografie, natuur, wilde bloemen. En daarnaast allerlei maatschappelijke dingen als onderwijs en opvoeding
Dit bericht werd geplaatst in muziek en getagged met , , , , , , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op Nun komm, der Heiden Heiland

  1. AnneMarie zegt:

    Dank voor deze duidelijke uitleg over koralen en het attenderen op de podcast ‘Alle registers open’

    Geliked door 1 persoon

  2. Pingback: De Cantates van Bach | De kwintencirkel

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.