In de Volkskrant van gisteren stond een artikel over de adventskalender. Vroeger was de periode van de advent, de periode vanaf vier zondagen voor Kerstmis, bij de katholieken een periode van vasten, zoals ook voor Pasen werd gevast. Als kind kregen we een soort kalender waar we vooral op invulden dat we naar de kerk waren geweest, liefst elke dag. En als je snoep kreeg dan spaarde je dat op, alleen op de zondag mocht je dat dan opeten. Tegenwoordig zijn er nog steeds adventskalenders .
Zoals een adventskalender waar 24 speciaal bieren aan gekoppeld zijn: elke dag van de advent een ander speciaal bier. Het tegenovergestelde van wat ooit een adventskalender wilde zijn: elke dag een duur biertje totdat het vreetfestijn zelf kan beginnen. De journalist vertelt dat de mensen niet veel meer met het Christendom hebben maar wel hangen naar een vorm van bezinning, vandaar dat deze adventskalenders zo “in” zijn. Het speciaal bier kan blijkbaar elke dag tot een vorm van roezige bezinning leiden…
In de tijd van Bach was dat in ieder geval heel anders. Of er adventskalenders waren weet ik niet. Maar het piëtisme vierde hoogtij. En Bach kon op een indringende manier duidelijk maken waar het om moest gaan: om een innerlijke beleving van het wachten op de komst van Jezus Christus. In 1714 schreef hij voor de eerste zondag van de advent een cantate in Weimar, BWV 61. Het uitzien naar de geboorte van Christus vindt in deze cantate op enkele mooie manieren plaats. Vooral het vierde deel is erg intiem en indringend. De cantate heeft zes delen. Ik vertel iets over deel 1, 4 en 6.
In het eerste deel, gebouwd als een Franse ouvertüre “langzaam-snel-langzaam” krijgen we het gevoel alsof op een feestelijke manier de geboorte van een koningszoon wordt aangekondigd. Tijdens het eerste langzame deel horen we: ‘Nun komm, der Heiden Heiland, der Jungfrauen Kind erkannt’: ‘nu kom, redder van de mensheid, jij aangekondigd kind van de maagd’. In het snelle deel: ‘es sich wundert alle Welt’: ‘iedereen op de wereld is verwonderd’, klinkt een soort fugato: de tekst wordt na en door elkaar gezongen. De hele mensheid is zich aan het verwonderen. Het langzame slotstukje zegt dan tot de toehoorders als een soort boodschapper van God: ‘Gott solch Geburt ihm bestellt ‘: ‘de geboorte is door God voorbestemd’. Hiermee is dan het eerste feestelijke deel dat zich aan een koninklijk hof lijkt af te spelen afgesloten. De komst van de verlosser is feestelijk verkondigd.
Het vierde deel van deze cantate neemt een wending zoals je die niet zou verwachten. We zijn terechtgekomen in het hoofd van de vol verwachting zijnde mensen. Ingetogen biddend wacht iedereen totdat de heer er is. Dan klopt hij op de deur en hij hoopt dat wij hem willen binnen laten en hem mee willen laten eten. Deze maaltijd staat voor de eucharistiedienst. Bach laat Christus letterlijk kloppen en vragen of hij binnen mag komen: ‘Siehe, ich stehe vor der Tür und klopfe an. So jemand meine Stimme hören wird und die Tür auftun, zu dem werde ich eingehen und das Abendmahl mit ihm halten und er mit mir’: ‘Kijk, ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort wil hij de deur dan openmaken. Ik zal dan bij diegene naar binnengaan en het avondmaal met hem nuttigen, en hij met mij.’
Het zesde en laatste deel heeft als tekst: ‘Amen, Amen! Komm, du schöne Freudenkrone, bleib nicht lange! Deiner wart ich mit Verlangen: ‘Amen, amen, jij mooie vreugdevolle kroon, laat het niet te lang duren. Ik kijk vol verlangen naar jou uit.’ De mensenmassa die in deel 1 aangesproken is m.b.t. de komst van de verlosser, heeft het bericht nu eindelijk in zich opgenomen en kijkt vol verwachting uit naar de geboorte van Christus: het is advent!
De uitvoeringen hierboven zijn van het Monteverdi Choir en the English baroque soloists o.l.v. John Eliot Gardiner. De solist in deel 4 is Jan Kobow. Opname st. Maria im Kapitol, Keulen, 3 december 2000. De betreffende CD kun je kopen via https://monteverdi.co.uk/shop/bach-cantatas-13
De box met naast deze CD alle cantates, opgenomen gedurende een Europese tournee, kun je ook kopen via deze link. De meest mooie uitvoering van deze muziek die ik ken.
De hele cantate, eveneens door het Monteverdi Choir, kun je hier vinden:
Andere stukjes die ik schreef naar aanleiding van een cantate van Bach
Pingback: De Cantates van Bach | De kwintencirkel
Pingback: Nun komm, der Heiden Heiland | De kwintencirkel