Na de tweede wereldoorlog was er een groot woningtekort. Als jong stel konden mijn ouders inwonen bij een ouder stel en ze hadden twee kamers voor zichzelf: een slaap-woonkamer en een babykamer. Hun eerste kind, mijn oudere broertje, is daar geboren. Na enkele jaren gingen ze er op vooruit: ze kregen een eigen etage op de begane grond. Er werden daar nog drie kinderen geboren. Boven hen woonde een kinderloos stel. En toen kwam de nieuwbouwgolf van de vijftiger jaren en kregen ze zelfs een eigen rijtjeshuis met een achterom toegewezen. Met een badkamer van 2 m2, daarin een zitbad. Inmiddels had je geen pomp meer, er was immers nu bijna overal waterleiding. Je stookte op kolen, er was een kolenhaard in de woonkamer en een klein kolenkacheltje in de voorkamer. Zo zouden Zwarte Pieten er uit moeten zien, als deze kolendragers, vol met kolengruis, die elke najaar onze kelder weer vulden met een grote berg antraciet. Boven bleef het altijd koud in de winter. Mijn ouders kochten een kookplaat, later zelfs een fornuis om op te koken. En ze waren helemaal gelukkig, wat wil een mens immers nog meer? Na het eten werd er met heet water uit de geiser in een teiltje bij het aanrecht door mijn moeder afgewassen. De vaat werd door de kinderen op toerbeurt afgedroogd en gelijk weer in een kast opgeborgen. Moeder kletste met het kind van dienst over van alles en nog wat tijdens deze afwasbeurt. Gezellig! De gewone was deed zij in de bijkeuken, in een voorloper van een wasmachine. Het apparaat draaide de was in een soort tobbe rond en “omo” maakte het met heet water min of meer schoon. Daarna ging alles door een handwringer om het zeepwater er uit te knijpen. Spoelen deed mijn moeder met de hand enkele keren in een aparte zinken teil. Nog later ging alles vervolgens in een aparte centrifuge. Na de eerste portie hing je de was buiten aan je éigen lijn en begon je aan de tweede portie! Zo was je de hele maandagochtend in de weer. Tevreden. Tot het begon te regenen en alles als een gek weer naar binnen moest worden gehaald…
Toen mijn ouders waren overleden waren er inmiddels al wat dingen veranderd. Er waren nu twee gaskachels in huis en af en toe werd er bij teveel kou boven wat bijgestookt met een elektrisch kacheltje. En er was een moderne wasmachine gekomen. Voor de rest was alles hetzelfde gebleven. Na het eten werd snel even de vaat gedaan met de hand. Je waste jezelf met een washandje bij het zitbad. Waar in het begin een groot deel van de tuin opging aan de teelt van groente, nu stond hij vol met bloemen en bloemstruiken. De zandbak voor de kinderen was er niet meer, maar de waslijnen deden nog steeds dienst. Het was een leuk, klein en knus huis.
De nieuwe bewoners hebben vrijwel alles gesloopt, ook van buiten, want wat was alles hopeloos ouderwets in dat huis! Ik kon het niet aanzien en heb mijn ouderlijk huis sindsdien gemeden, ik wilde het niet meer zien. Inmiddels staan wij zelf op het punt om ons huidige huis te verkopen en kleiner te gaan wonen. We kijken regelmatig naar huizen op Funda. We hebben er zelfs al een paar bezichtigd. Vooral mijn vrouw kijkt al jaren naar programma’s over huizen op de TV. Altijd gaat het om huizen die er perfect uitzien, met alles er op en er aan. Hoe zouden kopers tegen ons huis aankijken? We hebben in mijn ogen best veel gedaan in de loop van de tijd. De hele serre is vernieuwd, met ook nieuwe kozijnen met dubbel glas en een nieuwe vloer. We hebben de bovenverdieping geëgaliseerd en helemaal met laminaat laten beleggen. De badkamer is helemaal verbouwd en opnieuw ingericht. De WC beneden is vernieuwd. We hebben het dak helemaal laten vernieuwen. Dak en ook de vloeren zijn met purschuim geïsoleerd. De keuken hebben we helemaal in de stijl van het huis nieuw laten maken. Beneden hebben we vier deuren vervangen. We hebben in een groot deel van het huis het verfwerk goed bijgehouden. Ook in de tuin hebben we van alles gedaan en laten doen. Kortom: we hebben in mijn ogen op dit moment best wel een leuk huis. Maar dus te groot en niet senior-proof. Mijn vrouw kijkt er naar met de ogen van een moderne koper. Wat ziet die koper in haar ogen?
‘Die keuken moet er helemaal uit, ook die oude elementen. Er is niet eens plaats voor een vaatwasser op deze manier. Die tegels en ook die vensterbanken op de benedenverdieping, dat is hopeloos ouderwets, slopen die handel. Geen fonteintje bij de WC? Dat wordt breken. Dat dubbele glas, tja, dat moet eigenlijk HR+ glas zijn. Geen spouwmuur? Dan moet er isolatiemateriaal tegen de buitenmuren worden geschroefd en daarna alles met steenstrips worden afgewerkt. Die tuin? Alles er uit. Kortom, er moet nog erg veel gebeuren. Het is een klushuis. Je bent zo 50.000 tot 100.000 € verder’.
Ik denk: er zullen toch ook kopers zijn die wat eenvoudiger zijn, net als wij? Nee, zegt mijn vrouw resoluut. Die zijn er niet meer.
Wil ik wel naar een nieuwbouwappartement met een vaatwasser?