Larghetto uit de vijfde orgelsymfonie van Louis Vierne

In 1923 trok Vierne door Zwitserland en Italië om er orgelconcerten te geven, te componeren en vakantie te vieren. In die tijd componeerde hij aan het derde en het vierde deel van zijn vijfde orgelsymfonie. Het derde deel kwam klaar in Lausanne, het vierde deel met als titel “Larghetto” voltooide hij in Stresa in september 1923. Daarover gaat dit artikel.

Stresa ligt aan het Lago Maggiore in Noord-Italië, deels op vier eilanden. Een prachtige locatie voor de nazomer. Het historische centrum van de stad ligt aan de kust. Er zijn daar drie kerken, waarvan de belangrijkste die van de H. Ambrogio en Theodulo is. Het exterieur is sober, het interieur uitbundig. Het doet daarmee aan een vroeg middeleeuwse kerk denken, maar de kerk is gebouwd eind 18e eeuw. In 1964 werd het oude orgel uit 1847 vervangen door een nieuw van de maker Tamburini. Dit orgel wordt ook regelmatig bij concerten bespeeld. In 2022 bespeelde Olivier Latry dit orgel. Vierne speelde dus waarschijnlijk op het negentiende eeuwse orgel in die kerk.

Maar nu terug naar het Larghetto dat Louis Vierne in deze stad componeerde. De muziek van dit stuk raakt me sterk. Ik hoorde het voor het eerst in een emotionele periode en had gelijk allerlei associaties. De muziek deint als een schip in rustig water, heeft iets positiefs, maar tegelijk ook iets mistroostigs. Juist die stemmingsbeelden raakten me op een bijzondere manier. Ik zou me zomaar kunnen voorstellen dat Vierne, toen stekeblind, lang bij het meer heeft gezeten, luisterend naar zijn omgeving, naar de golven, naar het voortdurend bewegende water. Hij schreef het stuk in de moeilijk leesbare toonsoort Fis majeur, waarbij hij zoals gewoonlijk ook nog eens veel moduleert. Het wemelt van de dubbelkruizen. Een half toontje lager, in F, zou het veel makkelijker leesbaar zijn geweest. Vreemd genoeg ervaar ik die toonsoort Fis als de enige juiste, hij past voor mij precies bij het stuk.

Hoe heeft Vierne deze stemming weten vast te leggen? Het eerste thema bestaat uit twee delen, de maten twee tot en met 14 vormen daarbij het eerste deel van dat thema. Na een korte inleiding van 1 maat in het pedaal horen we vervolgens 9 maten lang in datzelfde pedaal een ostinaat patroontje. Dat voelt als een rustige ademhaling: de eerste tel is daarbij de uitademing, bij tel 2, 3 en 4 wordt er telkens maar weer opnieuw rustig ingeademd. Daarboven klinken hemelse registers in de manualen: de voix celeste en de gamba spelen een prachtige melodie begeleid door mysterieuze akkoorden.  De melodie heeft regelmatige maar vooral ook onregelmatige kenmerken. De begintoon, op de tweede tel van de maat, is de none Dis van een hele-toonsakkoord van Cis. Het pedaal heeft slechts twee verschillende tonen: de Fis als grondtoon van de hoofdtoonsoort op de eerste tel, en de “ademende” dominant Cis met een dalende octaafsprong van tel 2 naar 4. De akkoorden boven deze wiegende bas zijn nooit hetzelfde.

De begintoon Dis in de top keert wel vaak terug, maar niet regelmatig: we horen hem dus eerst in maat 2, daarna nog in de maten 4, 6, 9, 12 en 14. In de maten 11-14, het einde van het thema, gaat de bas in het pedaal dan toch bewegen, de ostinaat is even weg. Er ontstaat een crescendo van drie maten, in maat 14 weer een diminuendo. In maat 15 keert de wiegende ostinaat weer terug. Hier begint het tweede deel van het eerste thema dat nu versierd is. Zoals golven regelmatig kunnen zijn, maar nooit helemaal hetzelfde, zo is dat ook met dit thema. Luister naar de eerste 14 maten van het stuk, gespeeld door Hayo Boerma op het Marcussen orgel van de Laurenskerk van Rotterdam

Het hele deel is driedelig, grofweg horen we thema 1, thema 2 en daarna weer thema 1 (sterk gevarieerd). Het tweede thema in het midden is heel anders, het kent ook een andere registratie, en bevat veel hele toons-elementen. Het derde deel is weer gebaseerd op het eerste thema. Dat zit nu in het pedaal. Het stuk eindigt met de zachte klank van het register “nachthoorn”. Luister naar het hele stuk met de partituur erbij, nu in een andere uitvoering. Met je ogen dicht is het nog mooier denk ik. Zie je in gedachten het Lago Maggiore? Of zwanen op de Lek. Of roeiboten op de Rotte….

Meer over Louis Vierne:

Over zijn tragische leven
Louis Vierne in 1914
Franck en Vierne

Over Pieter Simons

Docent muziektheorie. Interesses: geschiedenis algemeen, kunstgeschiedenis, lokale geschiedenis, muziek en muziektheorie, filosofie, astronomie, fotografie, natuur, wilde bloemen. En daarnaast allerlei maatschappelijke dingen als onderwijs en opvoeding
Dit bericht werd geplaatst in muziek en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.