Franck en Vierne

Dit stukje eindigt met een vliegende knipoog. Huh? Lees eerst de rest zou ik zeggen..

Ik sprak laatst met een organist over de eerste orgelsymfonie van Louis Vierne. Hij beweerde dat je daarin goed kon horen dat hij les had gehad van César Franck. Ik ging een beetje uitzoeken of dat mogelijk was, en waar het hem dan in zou kunnen zitten. Ik dook dus nog een keer in de levensgeschiedenis van Louis Vierne en analyseerde het begin van die orgelsymfonie.

Waar moeten we deze orgelsymfonie in het leven van Louis Vierne ergens plaatsen? Op negentienjarige leeftijd ging de zeer slechtziende Louis naar het conservatorium van Parijs om daar orgelles te krijgen van César Franck. Franck stond bekend om zijn lessen, waarbij zijn leerlingen hem als een vaderfiguur zagen maar die tegelijk iemand was die niet goed lag bij de directie van het conservatorium. Dit omdat hij zijn heel eigen weg koos in zijn methodiek en pedagogiek, en bij de orgellessen gaf hij ook nog eens compositielessen aan zijn studenten, iets wat niet de bedoeling was. Maar zijn leerlingen hingen aan zijn lippen. Zo ook Louis Vierne. Hij heeft niet veel langer dan een jaar les gehad, toen stierf Franck na een noodlottig ongeluk. Maar dat ene jaar heeft wel een diepe indruk op hem gemaakt. Dit schrijft hij later over het moment dat de lessen abrupt werden afgebroken door de dood van Franck:

‘Ik voel me niet zo lekker, ik kom dinsdag niet,’ had Franck gezegd, die hoestte en bleek zag; “Ik probeer er donderdag in een goede vorm weer te zijn…” — In juni had hij een auto-ongeluk, toen hij zijn vriend Paul Braud ging opzoeken om de repetitie van zijn kwintet te horen. De cab waarin hij was gezeten was ter hoogte van de Pont Royal aangereden door een grote omnibus; Franck was hierdoor in de rechterzijde hard geraakt. Na een tijdelijke flauwte had hij zich toch weten te hervinden en Braud had hem naar huis gebracht, op de boulevard Saint-Michel, nogal moe, maar verrukt van “de goede muziek” die hij zojuist had gehoord. Bij de conservatorium zomer-afsluiting van juli was hij nog steeds moe: “De vakantie zal me weer beter maken”, zei hij toen hij ons verliet. Hij vatte kou op 17 oktober en kwam de volgende dag toch naar de les. Het was de laatste… We hadden er nauwelijks een vermoeden van, want Franck was tot dan toe in een uitstekende gezondheid geweest; hij zag er ondanks zijn witte haar niet als iemand van ruim 68 uit; hij liep recht als een eik en zijn energie was spreekwoordelijk. We kregen echter bericht dat de donderdag  les niet zou doorgaan en dat we later de datum van de volgende les zouden horen. Het “vervolgbericht” kreeg ik op dinsdag 11 november om acht uur ’s ochtends. Ik ontving een vreselijk, zwart briefje dat me liet weten dat de meester de dag ervoor was overleden, en waarin ik werd opgeroepen om de volgende dag, 12 november, voor zijn begrafenis op de begraafplaats van Ste-Clotilde en Montrouge te komen. Ik had het gevoel door de donder te worden getroffen, verpletterd, vernietigd… Ik aanbad deze man die me zo’n tedere welwillendheid had getoond, die me had gesteund, aangemoedigd, met een diepe liefde voor muziek had geïnspireerd. En nu, plotseling, was hij slechts een schaduw, slechts een herinnering. Ik had het afschuwelijke gevoel mijn vader voor de tweede keer te hebben verloren. Ik was een wrak op weg naar de Ste-Clotilde: mijn arme moeder vertrouwde me toe aan mijn kameraden Bouval en Busser, voor het geval ik tijdens de ceremonie in mekaar zou storten. Ik hoorde als in een droom de “Begrafenismars van Ierland”, van Holmes, het “Kyrie” uit de mis van Franck, het “Dies Irae”, het “Adagietto” van de Arlésienne,  “Libera” van Samuel Rousseau en het “Allegretto” uit de Symfonie in A van Beethoven. We werden gegrepen door een ondraaglijke onrust toen we bij de consecratie hoorden hoe het “Cantabile” van de meester, te snel en zonder uitdrukking werd gespeeld … We hadden gedacht dat die dag het orgel , bedekt met een zwarte sluier, stom zou blijven … Tijdens de stiltes hoorden we grote collectieve zuchten, een paar kreten van vrouwen; De kerk was zelfs tot in het portaal vol, omdat, aan het einde van zijn leven, Franck door zijn goedheid, maar ook door de kwaliteit van zijn lessen, een indrukwekkend aantal vrienden en bewonderaars had gekregen. Iedereen was gekomen om de nagedachtenis van de grote dode het rechtmatige eerbetoon te brengen dat hem toekwam. Iedereen, nee! De hoge pieten van het Conservatorium waren weg gebleven… ‘Ze zijn er niet,’ zei Bouval met gedempte stem; — Wie? — Die van het Conservatorium, en ook niet die van het Ministerie van Schone Kunsten. — Op de begraafplaats, werd een enkele toespraak gehouden [door Emmanuel Chabrier] namens de “Société Nationale de Musique” waarvan Franck de voorzitter was. Dat is alles. Het wegblijven van deze ambtenaren is sindsdien ontkend; we hebben hierop moeten wachten tot de apotheose van Franck was losgebarsten na de klinkende uitvoeringen van zijn werken in het Châtelet en elders… Voor deze heren, de pausen van die tijd, was Franck, zelfs na zijn dood, de onregelmatige, de onafhankelijke, de opstandige…, de gevaarlijke man, die de waarheid durfde te zeggen! Pas bij de oprichting van het standbeeld van de Meester op het plein Ste-Clotilde, dertien jaar later waren ze er. Ah! de mooie toespraken, de mooie bloemen van retoriek, het snurkende pathos! Die dag haalden we onze schouders op, wij, de uitzinnige ambachtslieden van de postume wraak van degene van wie we zo hartstochtelijk hielden… Toen we weg liepen van de begraafplaats besloten we om collectief ontslag te nemen uit de klas. Om deze leskamer weer te zien, dit orgel, de plaats die ooit werd ingenomen door de dierbare overledene, ingenomen door een ander? Nooit!
(bron: http://www.netreach.net/~druid/LV/s/MortFranck.html)

Het is duidelijk dat Franck in zijn lessen maar ook nog lang daarna bij Vierne een onuitwisbare indruk had gemaakt. En toen hij zich eindelijk eens durfde wagen aan een groot orgelstuk is het niet onwaarschijnlijk dat hij zich door zijn voorganger liet inspireren. Hiervoor kijken we zo meteen naar de noten van de prelude uit de orgelsymfonie no.1 van Vierne. Maar eerst kijken we nog hoe het Vierne verging de jaren na de dood van Franck. In 1892 werd hij assistent van Widor in de kerk St. Sulpice in Parijs, en in 1894 werd hij ook diens assistent aan het conservatorium bij diens orgellessen. Heel voorzichtig ging hij zelf daarna op het componisten pad, hij schreef een strijkkwartet. Maar een echt groot werk voor orgel volgde pas in de jaren 1898-1899: en dat was dan deze eerste orgelsymfonie.

Vierne in 1899, het jaar dat hij de eerste orgelsymfonie voltooide

Ik bespreek het eerste deel, een stuk dat behoorlijk ontoegankelijk is. Bij de top 400 van radio 4 zal het nooit terecht komen. Dat zou wel misschien nog ooit kunnen gebeuren met het meer populaire laatste deel, de finale. Maar vooral bij dat eerste deel hoor je dat hij niet alleen orgellessen, maar ook compositielessen van César Franck heeft gehad. Franck had als credo: blijf moduleren, blijf moduleren! En als je naar de composities van Franck kijkt, zie je dat hij dat vooral doet door middel van sequensen. Zoals bij de Prelude, aria en finale uit 1886 waar je hier iets meer over kunt lezen. Zo dus ook Louis Vierne in deze “prélude”. Langzaam tempo, allemaal dik aangezette registers. Maar vooral qua opzet in harmonisch opzet geavanceerd, en doorbordurend op werken van Franck. Wat ik nu nog meer vertel over dit stuk is voor veel mensen waarschijnlijk te specialistisch, die kunnen het gerust overslaan.

Vierne schreef deze symfonie waarschijnlijk met in gedachten het orgel van de St. Sulpice waar hij toen werkte. Het tempo is vastgelegd (kwart = 48) en ook de registratie heeft hij opgeschreven: Grand Orgue: Fonds 16, 8, 4. Positiv: Fonds 16, 8, 4. Récitativ: alweer Fonds 16, 8, 4 maar nu ook met koppelingen. Pédal: Ook weer Fonds: 32, 16, 8 en 4. De klanken zijn dus gebaseerd op fluit-achtige klanken, maar wel zeer breed, elke noot klinkt behalve op de notatiehoogte ook een octaaf lager en tegelijk ook nog een octaaf hoger en het pedaal zelfs met daarnaast een 32-voet. Hoe klinkt dat? Je hoort in een trage beweging een erg vette klank, hierdoor is de zetting niet echt doorzichtig. Dat hoor je op alle opnamen die ik heb gevonden terug. Een zwaar stuk dus, dat voortdurend in beweging is, met allerlei dissonanten en samenklanken die vrijwel nooit oplossen. Hoewel het in een toonsoort staat, D-mineur, krijg je er een enigszins atonaal gevoel erbij.
De eerste maten van dit stuk zien er zo uit, ik heb de voornaamste akkoorden die je hoort in rood er bij geschreven door middel van akkoordsymbolen:
De eerste zeven maten zweeft de toonsoort al snel helemaal weg van de begintoonsoort Dm. Het wemelt van de verminderde septiemakkoorden, die over gaan in andere verminderde septiemakkoorden en nooit oplossen. In maat 8 en nog sterker in maat 9 wordt de C belangrijk, als dominant voor Fm. In maat 10 komen we dan aan in deze nieuwe toonsoort, maar ook deze toonsoort wordt vanaf maat 12 met alweer allerlei verminderde septiemakkoorden diffuus. In de maten 1 tot en met 5 heb je dankzij het lange orgelpunt op de D in de bas nog enig houvast, maar het levert tegelijk allerlei dissonanten tegen dat orgelpunt op. We zien dat de structuur van al deze maten in stijgende dan wel dalende seqensen verloopt. De tweede maat is een sequens (terts lager) van de eerste. De maten 3 en 4 worden sequensmatig herhaald in 5 en 6 (terts hoger). Vanaf maat 10 komt er, net als in het begin, opnieuw een orgelpunt in het pedaal, nu voor de toonsoort Fm. Maat 11 is weer een sequens van 10, maat 13 van 12. Deze gang van zaken zien we in deze prelude ook later nog vaak terug keren.

Luister hier naar deze eerste 13 maten:

Luister hier naar een complete opname van deze prelude: Gerben Budding bespeelt het orgel van de Marktkirche van Hannover.

Mijn kleinzoon heeft er samen met mij naar geluisterd. Hij vond het leuk om het helemaal tot het einde uit te luisteren, tot mijn eigen stomme verbazing, er gebeurt namelijk erg veel. We luisterden trouwens toen naar een CD-opname van Marie-Claire Alain. Wat een stuk! Het lijkt wel atonaal maar ‘dat vindt hij juist spannend’. Hij zelf kan ook spannende muziek maken. Hier speelt hij een spannende improvisatie, die volgens hem lijkt op Franse muziek uit de twintigste eeuw. Hij stuurde deze opname door naar zijn ouders met de volgende tekst erbij gevoegd: “St. Denis organ CavailléColl Madrid, Guinos vuelos sortie improvisée.” St. Denis, dat weet hij inmiddels, dat hoort tegenwoordig bij Parijs. Hij dacht vroeger dat het bij Madrid hoorde. Lachend zegt hij zo eventjes tussendoor tegen mij dat daar ook een kerk van St. Denis staat met een mooi CavailléColl orgel. Het is voor hem een waarheid, net zoals dat Sinterklaas bestaat. Sortie, dat weet hij wel wat dat is. Sortie is een laatste stuk van een concert, een uitsmijter waarna alle mensen automatisch gaan klappen. En improvisée dat doet hij graag: zelf al spelende zoeken naar zijn eigen muziek. Maar “Guiños vuelos” , hetgeen betekent “vliegende knipogen”, waar hij dat nu weer vandaan heeft gehaald? Toen hij het speelde fantaseerde hij dus dat hij in Madrid zat en dat hij daar speelde op een orgel van Cavaillé-Coll. Hij speelde muziek met een vliegende knipoog.

Over Pieter Simons

Docent muziektheorie. Interesses: geschiedenis algemeen, kunstgeschiedenis, lokale geschiedenis, muziek en muziektheorie, filosofie, astronomie, fotografie, natuur, wilde bloemen. En daarnaast allerlei maatschappelijke dingen als onderwijs en opvoeding
Dit bericht werd geplaatst in kleinzoon, muziek en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op Franck en Vierne

  1. Pingback: Louis Vierne in 1914 | De kwintencirkel

  2. Pingback: 200 jaar César Franck | De kwintencirkel

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.