Het Angelus

Ooit gehoord van Jehan Le Povremoyne? Ik niet. Maar sinds enkele dagen ken ik zijn naam, die aan de vergetelheid is ontrukt dankzij een muziekstuk van Louis Vierne.

Jehan Le Povremoyne  werd geboren onder de naam Ernest Eugène Coquin op 14 april 1903 in Le Havre en stierf in Le Tréport op 10 april 1970. Hij ligt begraven in Robertot, een piepklein dorpje met slechts ruim 100 inwoners. De laatste jaren van zijn leven was hij hier een door iedereen gewaardeerde burgemeester. In datzelfde dorpje bracht hij eerder een groot deel van zijn jeugd door. Zijn ouders stierven toen hij nog jong was en zo kwam hij vanuit Le Havre in Robertot terecht waar zijn grootmoeder hem opvoedde. Hij is daar uiteindelijk ook begraven, vlakbij de kerk, de kerk waarin hij zo veel heeft gebeden.

Nieuwsgierig als ik ben naar zo’n dorpje maakte ik een impressie van de omgeving van de kerk vanuit google steetview.

Weinig schrijvers zullen nauwer met hun geboortegrond verbonden zijn geweest dan hij. Hij bleef zijn Bretonse dialect trouw, ook al had hij op het kleinseminarie Grieks en Latijn geleerd. Hij maakte zijn priesterstudie overigens niet af maar ging zijn brood verdienen met schrijven: vooral journalistieke stukken in enkele kranten zoals in de in 1944 opgerichte regionale krant “Paris-Normandie” . Verder schreef hij een boek over de Vikingen in Normandië en een naturalistische roman over Le Havre in 1930 (Rose Misère). Al jong schreef hij ook gedichten. In zijn jonge jaren was hij misschien nog wel het meest productief. Hij was 28 jaar oud toen hij “Les Angelus” schreef. Een driedelig gedicht over het gebed dat op drie momenten van de dag gebeden dient te worden, een gebed ter ere van Maria waarin de engel Gabriël (Angelus) aan Maria de geboorte van een kind aankondigt. Dit Angelus, of Angelus Dei (de engel van God) werd in mijn jeugd altijd om klokslag 12 uur gebeden. Maar op veel plaatsen, ook op het platteland van Frankrijk, luidden 3 keer per dag de klokken: om 6 uur in de ochtend, om 12 uur in de middag en om 6 uur in de avond, de drie “Angelus” gebedstijden. Waar je dan ook was: iedereen legde even het werk neer. Zoals ook op dit schilderij van Millet, het Angelus, dat hangt in Musée d’Orsay in Parijs.

Bij het Angelus lees je alleen of met iedereen die bij je is de bijbeltekst over de aankondiging door de engel aan Maria van de geboorte van een zoon. Ook kun je volstaan met het bidden van enkele Weesgegroetjes. Wij kinderen waren tussen de middag thuis van school en ook mijn vader lunchte altijd thuis. Hij las uit zijn hoofd deze bijbeltekst, wij antwoordden met “amen”, mijn moeder zegende het brood en wij gingen lunchen. Het was een dagelijks en doodnormaal ritueel voor iedereen in het dorp: het bidden van het Angelus.

Jehan Le Povremoyne is overigens iemand die ook in Frankrijk vrijwel vergeten is. Hij heeft zoals gezegd een tijdlang op het seminarie in Parijs gezeten. Een van zijn medestudenten daar was Henry Doyen (1905-1988). Deze had orgelles van Louis Vierne en Louis Vierne kwam vaak op het seminarie. Zo zal het gedicht op de een of andere manier in zijn handen zijn gekomen. Hieronder een foto van Henry Doyen.

Henry Doyen schreef in “Mes leҫons d’Orgue avec Louis Vierne” dat hij de partituur van “Les Angélus” op de muzieklessenaar van Vierne had zien staan. Ook schrijft hij dat het stuk waarschijnlijk bedoeld was om uitgevoerd te worden bij een reünie van Le Cercle, een groep gelovigen in Parijs die zich met theologische vraagstukken bezig hield. Vierne was daar ook lid van. Hij was, net als Jehan Le Povremoyne, zeer vroom. Ook wilde hij misschien een lezing over het muziekstuk en de tekst “Les Angélus” geven, op het seminarie werden voortdurend sprekers uitgenodigd, zo ook Vierne. Het boek “Mes leçons d’orgue avec Louis Vierne: Souvenirs et témoignages” staat bomvol allerlei wetenswaardigheden, ook over wat Henry Doyen zoal leerde van Vierne. Hierover nog een keer meer.

Het gedicht gaat over de drie “Angelus”, die dus op drie tijden van de dag gebeden worden. Het Angelusgebed in de kerk wordt altijd voorafgegaan door het luiden van de klokken.

Au Matin

Sur ma ville endormie a sonné l’Angélus.
L’Angélus des clochers en hommage à Marie:
Vois comme fuit la nuit et comme le salut de l’Archange
est joyeux sur ma ville endormie.
Comme faon de la biche au revers des côteaux va bondir le soleil!

La maison pauvre ou riche, les arbres, les jardins seront
dorés tantôt et joueront les enfants comme faon de la biche.
Une journée apporte du bonheur ou du tourment au coeur!
Seigneur, je vous adore dans la sublimité des premieres lueurs
du jour et vous bémis une journée encore.

À midi

Au midi qui flamboie et rutile, voici
sur le bruit de cité et des foules,
la joie d’un clair soleil!
Mon Dieu, clament notre merci
les cloches d’Angélus au midi qui flamboie
au milieu de la route où pélerinons
entre l’enfance aimée et la mort qu’on redoute.

Sainte Mère de Dieu, nous nous arrêterons
pour implorer ton aide au milieu de la route.
Car la tâche est immense et lourde pour nos bras,
tes maternelles mains apaisent nos souffrances du midi
jusqu’au soir tombant, guide nos pas aux moissons
de ton Fils où la tâche est immense.

Au soir

Puisque la nuit remonte au ciel et dans nos coeurs,
puisque l’heure est venue où chacun fait le compte
de ses traveaux, de ces douleurs, de ces rancoeurs.
Nous te prions encore puisque na nuit remonte!
O Vierge, sois clémente au dernier Angélus
qui berce le sommeil de la terre en tourmente!
Qu’aux misères du jour nous ne pensions plus!
A nos péchés humains, ô vierge, sois clémente!

Dans la vie eternelle où la nuit ne vient pas emportés
par le vent que seules font les ailes
des divins Angelots nos Ave Maria te chantant
notre amour dans la vie éternelle.

We horen Ilze Grevele-Skaraine en Ilze Reine in de kathedraal van Riga. Ilze Reine speelt daar op het grote Walcker orgel.

In de ochtend

Het Angelus heeft geklonken over mijn slapende stad.
Het Angelus van de torens, in eerbetoon aan Maria:
Zie hoe de nacht weg vliegt en hoe vreugdevol
de begroeting van de aartsengel is over mijn slapende stad.
De zon zal springen, zoals reekalfjes op de heuvels springen.

Het huis, zowel dat van een arm iemand als dat van een rijk, de bomen, de tuinen,
alles zal goudkleurig zijn en de kinderen zullen spelen, net zoals het hindekalf.
Een dag brengt geluk of kwelling in een hart!
Heer, ik aanbid u in de sublimiteit van het eerste daglicht
en vraag uw zegen voor nog een dag.

Op het middaguur

In de stralende middag, boven het lawaai van steden en menigten uit,
Is er de vreugde van een heldere zon.
Mijn God, de Angelusklokken van de stralende middag
verkondigen onze dank, midden op de weg waar we pelgrimeren
tussen de kindertijd waar we van houden
en de tijd van de dood die we vrezen.

Heilige moeder van God, we zullen stilstaan
om uw hulp af te smeken midden op ons levenspad.
want de taak voor onze armen is immens en zwaar,
uw moederlijke armen verzachten ons lijden
van de middag tot de avondschemering.
Leid onze stappen naar uw Zoon, onze taak is zwaar.

In de avond

Omdat de nacht terugkeert aan de hemel en in onze harten,
omdat het uur is aangebroken waarop ieder van ons
de balans opmaakt van zijn of haar werk, verdriet en wrok,
bidden wij opnieuw tot de nacht valt.

O maagd, wees genadig voor het laatste Angelus
dat de gekwelde aarde in slaap sust.
Dat we niet meer denken aan de ellende van de dag!
O maagd, wees genadig voor onze menselijke zonden!

In het eeuwige leven, daar waar de nacht niet komt,
meegevoerd door de wind, die slechts wordt voortgebracht
door de vleugels van de Goddelijke engelen,
zingen onze Weesgegroetjes u onze liefde toe in het eeuwige leven.

Er zijn slechts enkele passages die er enigszins uitspringen. Zoals bij het slot van het eerste deel: “Seigneur, je vous adore dans la sublimité des premieres lueurs du jour et vous bémis une journée encore”.

Vierne maakt hier enkele mooie harmonische uitstapjes om aan te geven dat dit het hoogtepunt van het eerste deel is maar ook dat er iets mystieks gebeurt: luister vooral naar de woorden “la sublimité des premieres lueurs” Tegelijk horen we hoe het opeens licht is: het eerste licht van de dag. Bij het woord “jour” gaat de melodie helemaal de hoogte in. Het is ook de enige zin waar we herinnerd worden aan de schepper “Seigneur.”

De compositie werd onlangs uitgevoerd in de St. Janskerk van Gouda. Dit tijdens een concert in het teken van Maria Hemelvaart, 15 augustus. Nanette Mans zong haar partij vanuit het platform bij het hoofdorgel. Als ware zij de engel Gabriël, zo verkondigde zij vanuit de hoogte de boodschap aan Maria, en wij allen konden meeluisteren. Gerben Budding bespeelde het orgel. Het is een simpele amateuropname gemaakt met de microfoon van een mobiele telefoon vanuit de kerk.

De boeken van Jehan le Povremoyne zijn misschien nog wel ergens tweedehands te krijgen en zullen waarschijnlijk nauwelijks meer gelezen worden. Maar door de prachtige ingetogen zetting van Louis Vierne van “Les Angélus” heeft dat gedicht van hem een eeuwigheidswaarde gekregen.

Onbekend's avatar

About Pieter Simons

Docent muziektheorie. Interesses: geschiedenis algemeen, kunstgeschiedenis, lokale geschiedenis, muziek en muziektheorie, filosofie, astronomie, fotografie, natuur, wilde bloemen. En daarnaast allerlei maatschappelijke dingen als onderwijs en opvoeding
Dit bericht werd geplaatst in Geschiedenis, muziek en getagd met , , , , . Maak de permalink favoriet.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.