Móet ik..

Mijn oudste kleinzoon zat afgelopen schooljaar in groep 3 en werd door mensen van de school en door hulpverleners fantastisch begeleid. Maar wat verzuchtte hij vaak: ‘móet ik..’ Hij had voortdurend het gevoel gestoord te worden in zijn spel. Ik herken het helemaal. Maar helaas, hij zal moeten leren dat een aantal dingen moeten, zoals voor het naar bed gaan plassen en tanden poetsen, en als hij bij ons is voor het naar huis gaan opruimen. Maar ook als zijn broertje hem vraagt of hij met hem mee wil spelen is zijn gefrustreerde antwoord vaak: ‘móet ik meespelen’. Hij moet zich dan aanpassen en een keer niet doen waar hij op dat moment zin in heeft. Of wanneer het speelkwartier is afgelopen op school en de kinderen weer naar binnen moeten, dan schijnt hij te verzuchten: ‘móet ik naar binnen.’ Iets dat helpt is hem een keuze geven. ‘Wat wil je, nú naar binnen en dan nog een filmpje kijken, of over 10 minúten naar binnen en dan gelijk naar bed?’ Waarom wil hij nooit de dingen doen die hem gevraagd worden? Meestal omdat hij dan gestoord wordt in zijn spel. Daar gaat hij zo in op dat hij verder wil gaan. Met orgel spelen, met tekenen. Maar vooral ook met fantasiespelletjes. Hij is buiten alleen aan het fietsen, maar het gaat hem niet om de beweging. Hij zit dan in een rol. Het fietsen heeft een functie in zijn spel. De fiets is wellicht een ambulance en die is ergens naar op weg. Het is voor hem dan onmogelijk om niet zijn taak te volbrengen. Als het naar binnen komen niet echt vreselijke prioriteit heeft is het handig om even mee te spelen.
-‘Wat ben je aan het doen?’
Hij zal niet zeggen: ‘Ik ben aan het fietsen’, maar ‘ik ben op weg naar het ziekenhuis.’ Dan vraag je bijvoorbeeld waar dat ziekenhuis is en verzoekt hem om de patiënt snel af te leveren. Want de ambulance moet terug naar de remise. Met enig geduld komt hij dan waarschijnlijk. Dan babbel je nog wat over de aard van de verwondingen of zo en loopt met hem naar binnen.

De laatste dagen dat hij bij ons was, was hij bijna steeds bisschop. Bisschop van Hasselt. We gingen naar de speeltuin. Hij had zijn sinterklaastenue aan en een stok in zijn hand, hij was immers bisschop. De andere twee kleinkinderen gingen ook mee. Mijn vrouw hield haar hart vast. Wat zouden de andere kinderen in de speeltuin wel niet zeggen. Ze waarschuwde hem dat er vast wel kinderen zouden zijn die hem zouden uitlachen. Hij keek hier bevreemd van op, hem uitlachen, hoe zo? Tegelijk merkte je toch even iets van onzekerheid. Uitlachen, dat kent hij op zich wel, maar hij snapt eigenlijk nooit waarom hij uitgelachen wordt. ‘Als iemand je uitlacht’, vervolgde mijn vrouw. ‘dan kun je het beste er niet op reageren en de andere kant uitkijken.’ Hij was heel stil. Hier moest hij over nadenken, maar hij was ook blij. Je zag dat hij een handvat kreeg om hier mee om te kunnen gaan.

Iedereen heeft die middag in de speeltuin gespeeld. Zijn zusje van 3 kwam verontwaardigd tegen ons, grootouders, vertellen dat zijn broer werd uitgelachen. Ze keek zo boos dat ik niet graag in de schoenen gestaan zou hebben van die pestkoppen. Wat kan zij boos kijken! Het was ontroerend om te zien hoe ze voor hem op kwam. Maar het was niet nodig. De bisschop bleef er waardig onder, hij keek de andere kant op en reageerde niet op het domme klootjesvolk.

Hij speelde de air van Bach op de piano. Ik waarschuwde hem dat hij zo moest opruimen. Toen hij klaar was wilde hij weer wat anders gaan spelen maar ik tilde hem op van de pianokruk, kuste hem en vertelde hem dat hij zo mooi gespeeld had. Maar nú moest hij opruimen. Ik wees aan wat hij moest doen. Hij deed het en mopperde niet. Zelfs niet ‘móet ik..’ Waw!

We keken nog gezellig een filmpje. En dan schoenen aan, naar huis. Tja. Er staat een piano in de huiskamer. En er móest nu dan toch nog even gespeeld worden. Zijn broertje verzorgde het slagwerk. Er klonken wat impressionistische klanken. Ze zijn voor hem droevig. Maar er klonk een mooi einde, gewoon in majeur, een sfeervol einde van een leuke dag.

Over Pieter Simons

Docent muziektheorie. Interesses: geschiedenis algemeen, kunstgeschiedenis, lokale geschiedenis, muziek en muziektheorie, filosofie, astronomie, fotografie, natuur, wilde bloemen. En daarnaast allerlei maatschappelijke dingen als onderwijs en opvoeding
Dit bericht werd geplaatst in kleinzoon en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op Móet ik..

  1. Pingback: Audio | De kwintencirkel

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.