Als pianist moet je je minstens op twee dingen tegelijk concentreren: wat doet je rechterhand en wat doet intussen je linkerhand. Daarnaast heb je natuurlijk nog het pedaal om sommige tonen door te laten klinken, en als je van blad leest moet je af en toe omslaan. Je hersens zijn ook bezig met het decoderen van de bolletjes op de notenbalk om daar signalen van te maken voor je linker- en rechterhand. Al met al worden er aardig wat verbindingen gelegd in je hersens. Er is nog iets: de muziek beeldt iets uit, een gevoel. Bij dat uitbeelden word je vaak geholpen door expressietekens in de partituur. We hebben het dan over dynamiek: hard, zacht of harder worden, zachter worden; over tempo: snel, langzaam, versnellen, vertragen; over articulatie: staccato, legato. Dit alles met enorm veel mogelijke nuances. Ook het uitdrukken van expressie bij het spelen van een pianostuk komt tot stand door signalen vanuit je hersens naar met name je handen. Veel uitvoerenden beelden die expressie ook nog eens uit in hun mimiek of door hun lichaam te laten meebewegen, je ziet dan ook nog eens de expressie als je erbij bent. Anderen zitten stokstijf op hun pianokruk, de expressie is bij hen slechts hoorbaar.
Als je voor de eerste keer piano gaat spelen begin je vaak met een hand, of allebei de handen doen aanvankelijk vrijwel hetzelfde. Afhankelijk van het repertoire gaat een hand zich al snel specialiseren: rechts speel je de melodie, links de akkoorden. Maar pianopedagogen trainen je om dat ook andersom te kunnen. En ook om zowel links als rechts verschillende melodieën te spelen. En om door speciale vingerzettingen nog meer melodieën tegelijk te kunnen spelen, bijvoorbeeld twee melodieën rechts en twee links. En met veel kunst en vliegwerk intussen ook nog akkoorden te spelen. Een pianist kan zo met twee handen complexe stukken als sonates van Beethoven of fuga’s van Bach spelen.
Dit alles heb ik mezelf door studie redelijk kunnen aanleren. Maar sinds kort probeer ik een en ander ook toe te passen op orgelliteratuur. Het lijkt wel of ik aan een compleet nieuwe studie ben begonnen. De twee handen doen nog steeds vergelijkbare dingen als bij het pianospel, maar nu komt er ook nog een pedaal bij, en je hebt niet een, maar twee voeten. Dus je kunt twee tonen en twee melodieën tegelijk spelen op die pedaaltoetsen. Maar intussen zijn de handen ook nog bezig. Tot overmaat van ramp heb je ook nog meer dan een klavier op een orgel, al gauw zijn het er twee of soms zelfs drie, vier, nee op enkele orgels zelfs vijf. Soms moet je midden in een maat met een hand van klavier wisselen. En bij sommige stukken moet er vaak tussendoor worden geregistreerd, dat wil zeggen er moeten registerknoppen worden in- en uitgedrukt om andere klankkleuren te krijgen. Met een beetje geluk zijn er een of twee registranten die dat voor je kunnen doen, maar een beetje organist zal een groot deel daarvan ook zelf moeten kunnen doen, gewoon tussendoor, tijdens zijn spel.
Het orgel is de koning van de instrumenten. Misschien omdat het instrument vaak zo groot is, misschien omdat het zo’n machtig geluid kan geven, misschien omdat het zo oneindig veel verschillende klankkleuren kan voortbrengen. Maar om een orgel te kunnen bespelen moet je alle touwtjes in handen hebben. Je hersenen besturen dan door middel van een fabelachtige techniek ingewikkelde muzikale processen. Samen met het menselijke gevoel leidt dat soms tot een topprestatie. De koning van de instrumenten heeft een zeer kundige koning als bestuurder nodig.
Ik beheers het pedaal bij lange na nog niet. Mijn kleinzoon heeft pas anderhalf jaar les op het orgel. Hij weet dat hij nog veel moet leren. Maar het leren gaat bij hem voor het grootste deel onbewust. Hij kijkt, luistert en voelt. En dat alles samen leidt steeds vaker tot mooie muziek. Tegelijk geniet hij van het ontdekken van alle nieuwe mogelijkheden. Naast het beluisteren van al die prachtige registerklanken vindt hij het heerlijk om zijn voeten te laten musiceren. Het meeste leert hij zich zelf aan. Op les leert hij ook, maar veel langzamer en moeizamer. Die bolletjes tussen die balken zeggen hem steeds nog niet zo veel. Daar leert hij wel allerlei stukken en technieken kennen die anders zijn als die hij zich zelf aanleert.
In het volgende filmpje zie je hoe hij zich het pedaalspel aanleert. Gewoon los, lekker stoeien met de voeten. Maar intussen past hij het al vrij makkelijk toe in muziekstukken die hij op youtube gehoord heeft. Wonderbaarlijk vind ik het. Maar heerlijk om naar te kijken en naar te luisteren.
Zonder meer echt bijzonder, vooral ook hoe hij hier zichtbaar en hoorbaar van geniet!
LikeLike