Europese verkiezingen

In de Volkskrant stond een interview met Sophie in het Veld. Zij vindt dat Europa hechter moet worden. Enkele pagina’s verder werd Derk Jan Eppink geïnterviewd. Hij vindt dat we uit de EU moeten. Allebei hebben ze zo hun argumenten.

Derk Jan Eppink zegt dat er een sterk bureaucratische organisatiedwang is in Brussel. Een organisatiedwang die zich zelf in stand houdt ook omdat daardoor mooie en goedbetaalde banen vergeven kunnen worden. Ik denk dat daar ongetwijfeld veel van waar is, het is een bekend mechanisme. En omdat in bepaalde delen van Europa deze cultuur ook op nationaal niveau de norm is valt hij moeilijk om te buigen.

Sophie in het Veld zegt dat Europa desondanks hechter moet worden om als continent ook een vorm van macht te kunnen krijgen. De plekken waar de macht nu ligt zijn Washington, Silicon Valley, Beijing, Facebook, Huawei, Apple, bij de grote kapitaalstromen. Daarom moet er een hechtere EU komen. Dat alle besluiten zo stroperig zijn in de EU komt omdat er twee raden zijn die beslissingen moeten nemen. Eentje is het Europese parlement, de andere is de Europese Raad. In die laatste zitten mensen van alle naties uit de EU. Het parlement neemt een wet aan. Maar de raad houdt het vervolgens tegen. Daarom heeft het bijvoorbeeld zo lang geduurd voordat de roamingkosten in de EU afgeschaft zijn, tien jaar later dan feitelijk gekund zou hebben als de Europese Raad het niet had tegen gehouden. Er zijn in allerlei landen heel veel belangen waar rekening mee gehouden wordt, en dat maakt dat je geen stap verder komt of dat het in ieder geval allemaal veel langer duurt dan nodig is. Tenzij je van Europa een sterkere federatie maakt waarbij de macht van de individuele landen op veel gebieden wordt verkleind: op het gebied van klimaatbeleid, vreemdelingenbeleid, vervoer, energie, telecom en ga zo maar door. De interviewer vraagt haar: bestaat er dan nog een nationaal parlement? Het antwoord van Sophie in het Veld: wij willen de natiestaat niet opheffen. De waterschappen zijn opgericht in de dertiende eeuw en die zijn er ook nog steeds.

Waarom zijn we zo bang dat onze nationale identiteit verloren gaat? In mijn geboortedorp Swalmen was de soeverein heerser in de middeleeuwen Gelre, daarna Spanje, tussendoor enkele keren de Republiek Nederland en het Frankrijk van de Zonnekoning. In de achttiende eeuw hoorde het dorp bij Oostenrijk, daarna is het twintig jaar ingelijfd geweest bij Frankrijk. In 1815 kwam het samen met België bij Nederland. Het deed mee aan de Belgische opstand en hoorde toen negen jaar bij dat land. Daarna kwam er een periode dat het zowel bij Nederland als de Duitse bond hoorde en tot slot hoort het nu al meer dan 150 jaar bij Nederland. Hoe zo moeten we bang zijn voor onze soevereiniteit? In Swalmen spreken ze nog steeds Limburgs, vieren ze uitbundig carnaval, zijn ze supporter van het Nederlands elftal.

Alleen Frankrijk heeft aan het begin van de negentiende eeuw in de gebieden die veroverd waren geprobeerd de taal “uit te roeien,” dat wil zeggen alle administratie moest in het Frans. Verantwoordelijken in bijvoorbeeld Venlo raakten helemaal gefrustreerd, de mensen saboteerden elke poging. De omliggende dorpen leverden geen gegevens aan, zogenaamd omdat het papier op was. Maar ze wilden het gewoon niet en de zetbazen in Venlo wisten dit. Het is de Fransen in die 20 jaar dat ze er de baas waren dan ook niet gelukt. Al die andere mogendheden hebben dat niet eens geprobeerd. Ja in het Gelderse deel in het huidige Noord-Limburg en in de delen van Gelre die nu over de huidige grens liggen, die opeens bij Pruissen kwamen in de achttiende eeuw, daar moest opeens alles in het Duits. Ook dat leverde hevig verzet op. Frederik de Grote streek over zijn hart. De delen die uiteindelijk bij Duitsland zijn gevoegd in de negentiende eeuw zijn inmiddels alsnog gegermaniseerd. Maar net als in de omgeving van Lille willen veel mensen die daar wonen nu toch weer Nederlands leren, ze zijn op zoek naar hun wortels. Is dat nationalisme? Nee, taal is een wezenlijk onderdeel van je cultuur. Dat moet je niet willen uitroeien. Zoals bijna elk land wel zijn minderheden heeft. De Duitse enclave in Noord-Oost België. Het Duitstalige deel van Italië. Zwitserland met naast het grotere Duitse zijn Franse en Italiaanse deel. Wat maakt Limburg Limburg? Het Limburgs op de eerste plaats. Maar maakt het uit wie er de baas is? Wat we vooral zien: ondanks alle verschillende soevereine heersers die er in de loop der tijden geweest zijn, zijn de mensen al die eeuwen een hechte groep gebleven, die het leuk hadden met elkaar maar ook graag samenwerkten met wie dan ook.

Dan nog even over het Europese songfestival. Wat is Europa toch mooi met al zijn eigen talen en tradities. Daar zou je van af moeten blijven. Maar al een hele tijd is dat afgelopen. We horen vrijwel uitsluitend liedjes in het Engels. Alle prachtige muzikale roots zijn verworden tot een popy mix gelardeerd met Amerikaans spektakel. Hier heeft blijkbaar niemand moeite mee. Maar een aantal rechtse partijen wil wel dat we onze eigen nationaliteit behouden en wil dus uit de EU. Straks moeten we misschien nog om acht uur ’s avonds eten net als in Zuid-Europa, is dat de angst? Kijk naar wat er in onze maatschappij gebeurt. Op de commerciële zenders alleen Amerikaanse series en films. Bedrijven krijgen Engelse namen. Reclame slogans zijn vrijwel uitsluitend in het Engels. Wil je een leuk t-shirt voor je kleinzoon kopen? Meer dan de helft van de bloesjes heeft een schreeuwerige Engelstalige opdruk. Het is doodnormaal. Maar toch we willen zo graag onze eigen nationaliteit behouden. Welke? En hoe?

Wat is onze nationale identiteit? Een vriendin van mij helpt een vluchtelingengezin uit Syrië. Een andere Nederlandse vrouw in dat dorp vertelde tegen de Syrische moeder uit dat gezin dat ze “zo en zo laat” moest eten, “zo en zo laat” de kinderen naar bed moest sturen en nog meer van dat soort dingen. Ze wilde het gezin integreren in de Nederlandse samenleving. De Syrische vrouw was in verlegenheid, het ging tegen haar gevoel in. Maar tegelijk moest ze dankbaar zijn. Het viel haar op hoe de Nederlanders alles zo sterk regelden. Is dat onze nationale identiteit waar we trots op moeten zijn? Helaas, dit en nog meer dingen, daar ben ik niet trots op. Voor de oorlog was er bittere armoede bij veel mensen in Limburg. Er was een gevleugelde uitspraak als er onverwacht iemand op bezoek kwam: ‘Sjmiet dich d’r neer en vrait mit ‘ne hers.” Vrij vertaald: Pak een stoel en eet met ons een stuk gebraden spek mee. Het was vanzelfsprekend dat iedereen die op bezoek kwam mee mocht eten van het beetje eten dat er was. Zoals bij dat Syrische gezin altijd van iedere onverwachte bezoeker verwacht wordt dat deze gewoon mee eet. Ik zou graag wat meer van die, bij ons verloren gegane identiteit, terug willen zien. De huidige Nederlandse identiteit bevalt me op heel veel fronten niet zo erg. Ook gezien de geschiedenis van mijn geboortedorp ben ik niet bang voor een federatie van Europa. Wat kunnen we nog veel van elkaar leren!

Over Pieter Simons

Docent muziektheorie. Interesses: geschiedenis algemeen, kunstgeschiedenis, lokale geschiedenis, muziek en muziektheorie, filosofie, astronomie, fotografie, natuur, wilde bloemen. En daarnaast allerlei maatschappelijke dingen als onderwijs en opvoeding
Dit bericht werd geplaatst in maatschappij en getagged met , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op Europese verkiezingen

  1. We zijn het dus roerend met elkaar eens….

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.