Mijn moeder heeft me de liefde voor de natuur bijgebracht. Ze is nu alweer bijna 22 jaar geleden overleden, maar ik herinner me haar vooral als iemand die stil kon genieten van haar omgeving. Op een beschut plekje in de tuin met de geur van rozen, het gezoem van insecten. Toen ze klein was stonden er in ons geboortedorp heel veel orchideeën. Daar kon ze met weemoed aan terug denken. Vooral door het slechte bermbeheer met vergif was er heel veel verdwenen. Ik nam haar een keer mee naar de duinen van Oostvoorne. Wat een genot, daar stond het allemaal nog!
“De mooiste tijd van het jaar is de periode tussen half mei en half juni.” Als mijn moeder dat zei dan moest het wel zo zijn. Zij was de kenner met veel meer ervaring dan ik. Maar nu zeg ik het ook. We gingen pas weg in de vroege middag. Het eerste stuk van de duinwandeling kwamen we nog enkele mensen tegen, maar na een tijdje waren we helemaal alleen. Nee, de nachtegalen waren er ook. En de merels. En op sommige plaatsen rook het ontzettend lekker. Het was er meer dan zalig. Op het strand was vrijwel niemand. Behalve de watervogels natuurlijk. Het bleef warm totdat de zon af en toe weg ging. Weer terug in de buurt van de Tenellaplas zagen we op enkele plekken enkele reeën, en ook konijnen. Vroeger wemelde het ervan, zo’n 40 jaar geleden. De myxomatose richtte een slachting aan waarvan de populatie nooit meer was hersteld. Nu dan misschien langzaam weer? Het was al avond aan het worden. In de Tenellaplas zaten kikkervisjes. We mijmerden nog even bij het water. De daslook was uitgebloeid, maar de stengels smaakten pittig. Ik proefde het nog uren, en herinnerde me dan opnieuw deze mooie dag, in de mooiste tijd van het jaar.
Dag Pieter,
Leuk weer, je verhaal. Ook zeer herkenbaar voor mij. Wij woonden vroeger in Wyck (Maastricht) en gingen vaak ‘s zondags met onze vader (niet die van de hemel) naar de Sint Pietersberg wandelen. Dat was een flink eind. Mijn vader wist veel van vogels, bloemen en planten en bij elk exemplaar gaf hij uitleg. Ook gingen we vaak naar het Bunderbos, weer een heel andere natuur, of naar Vaals. Eerst een stukje rijden met de Volkswagen en dan wandelen. Alleen de Pietersberg was het hele stuk lopen. Voor de terugweg mochten we kiezen: of met de bus terug, of lopen en dan bij Thei, in de Lage Barakken een tuut friet. We kozen meestal voor het laatste; toen hadden we nog jonge benen. We hebben er allemaal veel opgestoken van de natuur, daar heb ik nog steeds profijt van en daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor.
Liefs, Jeanneke
>
LikeGeliked door 1 persoon
Mooi verhaal, nostalgisch gevoel. Wij fietsten heel veel op zondag naar de Bosberg. Daar ging ieder zijn eigen gang. Mijn moeder probeerde alle mogelijke bloemen te determineren, mijn vader bikte met een beitel in allerlei stenen, wij kinderen rolden van heuvels, zwommen in een meertje of takten beekjes af naar nieuw gemaakte waterlopen. Eindeloos genieten. Maar geen friet, wij moesten het doen met onze boterhammen en sterk aangelengde ranja
LikeLike