Op de serretafel lag een boek dat ik aan het lezen ben. Een boek waar ik waarschijnlijk binnenkort nog iets over ga schrijven omdat ik al lezende veel associaties krijg met allerlei dingen en ook met gebeurtenissen van nu.
- ‘Waar gaat dat boek over opa?’
- ‘Dat gaat over iets dat heel lang geleden gebeurd is.’
- ‘Uit de tijd van Christiaen Huijgens? Christiaen Huijgens had ook zulke kleren.’
- ‘Klopt, is uit diezelfde tijd. Maar dit is in Duitsland.’
- ‘Er waren toen nog geen treinen hè opa? Waarom liggen die mensen op de grond?’
- ‘Dat zijn soldaten, er was toen oorlog.’
- ‘Net als in Syrië. Oorlog is heel erg hè opa?’
- ‘Dat is zeker erg. Gelukkig is hier al heel lang geen oorlog meer geweest. Wat je hier ziet dat is geen foto, het is een schilderij. Iemand heeft eerst getekend wat hij gezien heeft en daar heeft hij weer een schilderij van gemaakt. Of misschien heeft hij het helemaal niet gezien maar gefantaseerd hoe zo’n oorlog er uit ziet. De oorlog in Syrië is gelukkig ook afgelopen.’
- ‘Zijn er in Nederland ook soldaten?’
- ‘Ja, maar die hoeven niet te vechten. Als er iets ergs gebeurd is, bijvoorbeeld als de dijken zijn overstroomd, dan helpen zij om die weer te maken. En ze gaan naar andere plekken in de wereld waar oorlog is om te helpen dat de oorlog daar gaat stoppen.’
- ‘Hoe doen ze dat dan?’
- Dan maken ze bijvoorbeeld een groot hek en dan kunnen de soldaten niet bij de mensen achter dat hek komen. Dan zijn de mensen daar veilig.’
Hij ging in het boek bladeren op zoek naar plaatjes. Hij vond er vooral afbeeldingen van prominente kopstukken uit die dertigjarige oorlog, met prachtige kleren en hoeden, of als standbeeld gezeten te paard. Maar ook waren er nog enkele afbeeldingen van een oorlogstafereel. Soldaten in slagorde bij de Witte berg in 1620. En het volledige schilderij met de afbeelding van de plundering van een dorp, de helft van dat schilderij had hij ook al op de voorkaft van het boek gezien. Dat maakte diepe indruk kreeg ik zo het gevoel en ik maakte nog maar weer een keer duidelijk dat iemand dat getekend had en dat dit niet echt zo gebeurd was.
Hij ging zelf ook een oorlog tekenen. Ik had het niet in de gaten want ik zat intussen te lezen. Toen de tekening klaar was liep hij naar me toe om hem te laten zien. Hij had vooral zwaarden, lansen en een kanon getekend. Dat kanon stond nergens op de schilderijen van het boek. Maar wel in Schoonhoven waar hij woont, daar staan er enkele, hij komt er bijna dagelijks langs. Links op de tekening stond “een kapot huis”. De derde persoon van rechts “die keek heel gemeen” zei hij. Helemaal links dat was “een jonge soldaat.”
Toen ging hij zelf oorlogje spelen. Van duplo-steentjes fabriceerde hij een soort pistool dat er best wel echt uit zag. Alleen het oorlogstuigje donderde voortdurend uit elkaar, wat hem behoorlijk irriteerde. Al heel snel smeet hij het kapotte pistool boos in een hoek en zei:
- ‘Ik ga met de treintjes spelen.’
- ‘Dat vind ik een erg goed idee.’
Het huis werd weer omgetoverd in een landschap met veel perrons en rangeerterreinen. Toen ik aan het koken was zette hij twee lego-poppetjes vlak bij mij neer onder de keukentafel.
- ‘Dit is een meneer die is aan het koken, en dit is een mevrouw en die zit gezellig televisie te kijken.’
Het is wonderbaarlijk hoe dit joch zijn wereld verovert.
LikeGeliked door 1 persoon
Wat een mooie reacties en wat symbolisch (maar misschien niet voor hem….) dat het beter is om met treintjes te spelen dan met oorlogstuig! En ook fijn dat de meneer kookt en de mevrouw televisie kijkt (hahaha)!
LikeGeliked door 1 persoon
Hij vond de boekjes van Nijntje altijd leuk met de stereotype rolmodellen. Maakt blijkbaar niets uit, want wat hij ziet bij zijn grootouders en ouders is blijkbaar veel meer doorslaggevend
LikeLike
Slim jongetje hoor.
LikeGeliked door 1 persoon