Sofia Goebaidoelina: de 15 Galgenlieder

Wat een prachtige muziek schreef Sofia Goebaidoelina bij enkele teksten van de Galgenliederen van Christian Morgenstern! En wat voor een prachtige muziek- en theaterstukjes maakten Helena Rasker (sopraan), Niek de Groot (contrabas) en Francisco Anguas (percussie) hier weer van, Ik heb er ademloos van genoten, de teksten opnieuw bestudeerd, weer gekeken en geluisterd en raak er hoe langer meer van onder de indruk. De hele productie is in Berlijn in drie dagen tijd, na lange en intensieve voorbereidingen, opgenomen. Het is zo wie zo een van de mooiste muziekstukken dat ik ken maar deze opname, met ook tekenfilm- en theaterachtige elementen: wat een liefde, hoe mooi, speels en intens! Geef je over aan de complete opname van bijna een uur op Vimeo:
https://www.galgenlieder.watch/

De oorspronkelijke tekst van de gedichten van Christian Morgenstern werd in 1905 uitgegeven, maar hij is al ouder. In dezelfde tijd dat deze teksten door Morgenstern zijn geschreven ontstond ook “Pierrot Lunaire”, een aantal gedichten waar Arnold Schönberg begin twintigste eeuw een beroemde theatrale uitwerking van maakte, die me heel erg aan de opzet van Goebaidoelina doet denken. Maar die van Goebaidoelina is enigszins speelser, en misschien wel net zo intens. Sofia Goebaidoelina raakte in 1996 gefascineerd door deze teksten van inmiddels een eeuw oud. Zo componeerde ze het prachtige werk “Galgenlieder à 3” op basis van 15 van de oorspronkelijk 70 teksten. In 2023 is er een bijzondere productie met deze muziek tot stand gekomen, gespeeld door zeer excellente musici. (Zeer aanbevelenswaardig is via deze zelfde link ook de  film met “the making of” waarin o.a. de uitvoerenden aan het woord komen.) Galgenlieder is een bizar sprookje, dat helemaal in deze bizarre tijd past.
Over Christian Morgenstern, zijn leven en zijn werk vertel ik nog iets meer in een ander blog.

Van de 70 liedteksten van Christian Morgenstern heeft Sofia Goebaidoelina er slechts 10 gebruikt, en in een volgorde gezet zoals zij dat wilde. Daarnaast heeft ze er nog 5 instrumentale delen aan toegevoegd, als een overpeinzing of intermezzo. Over de teksten van Morgenstern hebben velen zich al vanaf de verschijningsdatum het hoofd gebroken, zijn het grapjes, taalgrapjes, of zit er ook een diepere laag onder. De meesten denken dat dat laatste zeker het geval is, maar dat los daarvan de gedichten interessant zijn vanwege het taalgebruik en de absurde associaties. Ze zijn een van de eerste voorbeelden van een modernistisch taalgebruik. Maar hoe zou Goebaidoelina daar dan weer tegen aan kijken? Ik denk op meer manieren. De grappige teksten worden soms ook grappig behandeld, maar merendeels krijg je het gevoel dat er ook dramatiek in zit, dat de fabeldieren staan voor menselijke tekortkomingen. Toch blijft zij vooral ook suggestief, je mag zelf verzinnen waar het over gaat.

I. Die Mitternachtsmaus speelt zich af in een maanloze nacht als de middernachtsmuis actief is.
II is een instrumentale overpeinzing (“Nachdenken“). Daarna is het weer dag.
III. Das aesthetische Wiesel. In dit muzikaal heel toegankelijke lied horen en zien we: een esthetische Wezel.
IV. Das Knie. Het komisch absurde “de knie”.
V en VI, Spiel I en II genaamd, zijn speelse onderbrekingen zonder tekst.
VI. Die Beichte des Wurms. Bij enkele gedichten is er een katholieke associatie, zoals bij VI, VII, VIII en X..
VIII: Der Psalm. een instrumentale plechtige Psalm op de contrabas.
IX. Der Tanz. Vlak voor de nacht weer terugkeert horen we nu misschien wel de meest absurde tekst: een Vierkwarts-varken en een Opmaat-uil dansen verwoed met elkaar.
X. Das Gebet. Nu keert de nacht terug: de reeën vouwen hun pootjes om het middernachtgebed te bidden.
XI. Das Fest des Wuestlings. Na het gebed komen de demonen tevoorschijn en gaan feest vieren: het feest van de woesteling.
XII. Improvisation. De sfeer wordt geheimzinnig, we horen een zachte improvisatie.
XIII Fischgesang. Dit is het lied van de vissen die je wel ziet maar niet kunt horen.
XIV “Nein” laat ons angstwekkende beelden horen van een stukje galgentouw en een getergde opgejaagde merrie.
XV. Het Maanschaap is het laatste deel, dat duurt ook het langste. We zien op het einde een bloedrode maan verdwijnen na het sterven van het maanschaap.

Alle delen kun je wat mij betreft los van elkaar zien, ondanks het feit dat ze door Sofia Goebaidoelina onmiskenbaar als een geheel gepland zijn.
Hieronder kun je de afzonderlijke muziekstukjes horen en zien, als 15 kleine theaterstukjes. Elk lied begint met de tekst van dat deel, gevolgd door de Nederlandse vertaling. Daarna een van de Galgenliederen in een muzikale voorstelling. Het verdient aanbeveling om de tekst bij elk lied eerst goed tot je te nemen.

I Die Mitternachtsmaus. Als begeleiding horen we bij dit lied meerdere percussie instrumenten als xylofoon en gong. Ook de stiltes in dit deel zijn zeer functioneel.

II Nachdenken (zonder tekst). De marimba speelt voornamelijk tremoli. De contrabas strijkt, of speelt pizzicati, of speelt in de hoogte boventonen. Opvallend hoe de tonen van de twee instrumenten op elkaar reageren en vaak van elkaar worden overgenomen. Ondanks de enorme klankverschillen sluit alles op elkaar aan. Je hoort ook door de lengte van de fraseringen en de geraffineerde dynamiek zinnetjes, hoewel er geen melodieën zijn. De zangeres kijkt weifelend, denkt zichtbaar na, lijkt af en toe iets te willen gaan zeggen…. maar ze zwijgt dan toch maar weer.

III Das æsthetische Wiesel

De contrabas speelt pizzicato heel hoog de latere melodie van de zangeres, zij imiteert deze vervolgens zingend. Dat imiteren heeft een functie, dat hoor je op het einde van het lied. Na de eerste regels van het gedicht zingt ze de volgende regels a capella, de manier van zingen, de pauzes: je voelt hoe er een klein complotje is tussen haar en de wezel, de wezel verraadt het geheimpje heel stiekem! De contrabas herneemt de beginmelodie als een soort refrein. Samen eindigen ze, volop genietend en spelend met de rijmwoorden. Prachtig en geraffineerd lied.

IV Das Knie

Een Pinocchio poppetje maakt stramme bewegingen. begeleid door de contrabas. Het instrument zelf is als het ware een oude, stramme, versleten knie, die zware streken strijkt op de lage snaren. Bij het tweede couplet komt de percussie erbij, we horen een soort marsritme en geluiden van het slagveld. De zangeres laat zich naar een muzikaal hoogtepunt toe meeslepen in het oorlogsgeweld. In het laatste couplet horen we de contrabas enigszins op dezelfde manier als in het eerste couplet. Ondanks het feit dat het gedicht ook een komische lading heeft, voelen we vooral het drama van de oorlog en de ellende van de individuele soldaat.

V en VI Spiel I en II.

Spiel I is een spel waarbij de klanken van de sopraanstem klinken als klanken van een muziekinstrument, en tegelijk duelleren ze met de klanken van de vibrafoon. Ze zingt uitsluitend klinkers, eerst een aa, later ook de klinkers uu, oh, uu, de aa blijft het meest terugkomen. Het is een heel speels, imitatorisch muziekstukje.
In Spiel II is de contrabas voornamelijk een slagwerkinstrument, waarbij de bassist alle mogelijkheden van het instrument benut. Alles wat hij speelt is spannend. Intussen zie je behalve flarden film van een spelend jongetje ook de zangeres die geheimzinnig door de halfdonkere ruimte sluipt.

Die Beichte des Wurms

Dit lied wordt helemaal a capella voorgedragen. In een animatie komt een kleurrijke worm uit een schelp, die er ook weer in terugkeert. De solo eindigt met een stijgende glissando bij de tekst waar de worm aan haar zijn geheim heeft bekendgemaakt..

VIII Psalm. Een puur instrumentaal deel. De psalm wordt prachtig gespeeld door de contrabas. Het psalmkarakter wordt versterkt door de middeleeuwse melodie gespeeld op de vibrafoon. Het is een melodie die uit slechts enkele tonen bestaat, maar die we wel tweestemmig in kwinten horen, zoals dat gebruikelijk was in de vroege middeleeuwen. Het geheel staat in mineur. Als je de centrale toon van de contrabas (G) als tonica beschouwt dan staat het stuk in frygisch. een van de middeleeuwse toonladders. (G- Ab- Bb- C- D- Eb- F- G)

IX Der Tanz

Twee dieren worden instrumentaal geïntroduceerd door conga’s van vier verschillende toonhoogten en een heel laag snel, dansant spelende contrabas. De coupletten worden van elkaar afgescheiden doordat je op dat moment alleen nog de dansante instrumenten hoort, ook hoor je af en toe een bekken. De zangeres gaat steeds meer de lettergrepen in de vorm van glissandi zingen en de muziek gaat de hoogte in, in aanloop naar het woord “melodieus”. Dit al zingend omhoog en omlaag lijkt ze wel dronken van het dansen. Het laatste couplet gaat de zangeres steeds meer in horten en stoten lager zingen. De laatste regels klinken fluisterend. De contrabas eindigt met een lange gestreken toon in de hoogte, die daarna via een glissando nog verder in de hoogte verdwijnt: “de pilaar die schaduw maakte is verdwenen”. Verdween de volle maan achter de wolken waardoor de schaduwen verdwenen?

X Das Gebet

Een mysterieus geluid bij maanlicht, de contrabassist speelt op een zingende zaag. De uren in het gedicht worden gescheiden door paukenslagen die steeds harder worden. Bij Twaalf klinkt een harde paukenslag, gevolgd door weer de zingende zaag. De reeën (de zangeres) zijn het hele lied door bijzonder rustig, Het lijken wel nonnen die bij de laatste dienst bijna in slaap vallen, met gevouwen handen. De ademhaling van de muziek lijkt wel die van iemand die in een diepe slaap is, zo rustig en langzaam is elke frasering.

XI Das Fest des Wüstlings

Gepuncteerde noten gespeeld door een laag spelende contrabas. Percussie, vooral een xylofoon vullen dit aan. De zangeres zingt verwilderd haar tekst, met vaak grote sprongen in de melodie, deze patroontjes horen we ook weer in de xylofoon. De laatste zin wordt enigszins afgescheiden van de rest, deze wordt door de sopraan gezongen alsof ze half krankzinnig is. De woesteling is een duivelsachtig gemodelleerd poppetje met een varkenskop die woeste bewegingen maakt.

XII Improvisation. Een instrumentaal intermezzo. Glissandi en boventonen in de contrabas worden heel subtiel en zacht door allerlei percussie-instrumenten becommentarieerd. Het is nu alweer wat later in deze geheimzinnige nacht.

XIII Fisches Nachtgesang Een mooie video. De tekst (zie de grafische partituur van Christian Morgenstern hieronder) hoor je als het ware vanuit de vis, je ziet de musici door de geopende vissenbek. Vissen in een doodstille nacht,


‿       ‿
—     —     —
‿       ‿       ‿       ‿
—     —     —
‿       ‿       ‿       ‿
—     —     —
‿       ‿       ‿       ‿
—     —     —
‿       ‿       ‿       ‿
—     —     —
‿       ‿

XIV Nein

Maar nu worden we dan toch noch even opgeschrikt. Er klinken korte glissandi en zacht, maar ook horen we, heel snerpend, diverse percussie instrumenten. Vlak voor het centrale woord “Nein” lijkt de contrabas uitgeput te lachen, maar het is natuurlijk de uitgeputte merrie die bijna niet meer kan omdat hij zo wordt opgejaagd.

XV Das Mondschaf

De apotheose. We kennen het mannetje op de maan. Maar er is ook een maanschaap dat je vooral kunt zien bij volle maan. Immers de lichte vlekken op de maan, zijn die niet het maanschaap? Of is het maanschaap nog iets anders?
We zien eerst beelden van een knot wol, daarna een kwetsbaar stukje garen. Dan horen we, heel zacht, diverse elkaar snel afwisselende, doorklinkende instrumenten als bekkens, een gong en meer.
Bij het tweede couplet komt de contrabas erbij met lange streken en stijgende glissandi. De klok die je af en toe hoort suggereert een klok in de verte, vanuit een alm?
De droom in het derde couplet wordt door de zangeres, maar vooral ook door de contrabas die meedoet, groot uitgesponnen.
De dramatiek van het vierde en laatste couplet wordt erg sterk verbeeld door de toenemende dynamiek en de vele klokgeluiden, afgewisseld met snerpende klanken. Na enkele snel op en neer gaande loopjes stijgt de contrabas via boventonen de hoogte in, waar ze blijft klinken, met alweer die op en neer gaande loopjes, maar nu heel zacht en heel hoog. Het stuk eindigt met nog een aantal suggestieve klanken. Dan is het stil. Het drama van de nacht (een etmaal sinds deel I, de Middernachtsmuis?) is voorbij. Het maanschaap is dood.

Meer over Christian Morgenstern kun je hier vinden.

Onbekend's avatar

About Pieter Simons

Docent muziektheorie. Interesses: geschiedenis algemeen, kunstgeschiedenis, lokale geschiedenis, muziek en muziektheorie, filosofie, astronomie, fotografie, natuur, wilde bloemen. En daarnaast allerlei maatschappelijke dingen als onderwijs en opvoeding
Dit bericht werd geplaatst in kunst, muziek en getagd met , , , , , , . Maak de permalink favoriet.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.