In 1930 kwam de van Nelle fabriek in Rotterdam klaar, en in precies datzelfde jaar kwam ook het voornaamste ziekenhuis van Barcelona klaar. Wat hebben die met elkaar te maken? Op het eerste gezicht niet veel, maar toch! In Barcelona was ik in 2010 en 2015 en zag er veel mooie dingen. Zoals dus het prachtige “Hospital de La Santa Creu i Sant Pau”. Het is een magistraal werk van Domenech i Montaner, die o.a. ook het “Palau de Musica” in de wijk Ribera ontwierp. Het ziekenhuis komt over als een ware tuinstad, met onder meer arcadisch aandoende vrijstaande paviljoenen.
Onder de grond loopt een gangenstelsel waarmee je van het ene paviljoen in het andere kunt komen. Het geheel is opgesmukt met kleurrijke ceramiek en mozaïek.
De stijl van dit prachtige ziekenhuis is totaal anders dan de stijl van het fabriekscomplex van van Nelle in Rotterdam. Maar behalve de datum dat beide gebouwen klaar kwamen, 1930, zijn er nog meer raakvlakken.
In 1926 maakte Kees van der Leeuw, toen al directeur van de oude Van Nelle Fabriek, een studiereis door de Verenigde Staten. Hij was zeer onder de indruk van het functionalistische bouwen. En in datzelfde jaar nog werd het eerste beton voor de fundering gestort. Het procedé met betonnen heipalen was in Nederland in die tijd nieuw. In 1930 was de bouw van het hele fabriekscomplex voltooid, net dus als ook het ziekenhuis in Barcelona. Bij de totstandkoming was er samengewerkt met o.a. Gropius, de grote architect die Bauhaus in Weimar had opgericht. Voor de mensen die iets van klassieke muziek afweten: Gropius was van 1915 tot 1920 getrouwd met Alma Mahler, de weduwe van de in 1911 overleden beroemde componist. Maar dit terzijde. Over het contact tussen Bauhaus en de architecten van de van Nelle Fabriek is op dit moment een kleine tentoonstelling in de tentoonstellingsruimte van de van Nelle Fabriek ingericht. Nog groter gaat uitgepakt worden in 2019, het Bauhaus jaar.
Zaterdag en zondag, bij Open Monumentendag, waren er rondleidingen in de van Nelle fabriek. Wij kozen voor de langst durende, een rondleiding van bijna twee uur. En in die tijd kwam je aardig wat te weten. Waarom werd de nieuwe fabriek in de Spaanse polder gebouwd? Omdat die braak lag, omdat die aan de Schie lag en omdat vlakbij ook nog eens de trein liep. Het was dus een perfecte locatie, vooral om logistieke redenen.
Kees van der Leeuw, de toenmalige directeur, was theosoof. (Net als van Itten trouwens, een van de docenten van Bauhaus!) Op de bovenste verdieping liet hij een koepeltje bouwen dat moest dienen als meditatieruimte.
In de hoogtijdagen werkten er maar liefst 1722 mensen. Voordat ze aan het werk gingen moest iedereen zich altijd eerst wassen. Ook waren er moderne WC’s, en vooral was er overal heel veel licht. Hij probeerde zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden te creëren. Het zou ook gezond zijn als de arbeiders aan sport deden, dus er werden sportvelden aangelegd. En een tuin met een groot grasveld waar iedereen mocht gaan zitten in het gras. Ook was er een ruimte waar toneel kon worden gespeeld. Kortom: als je bij van Nelle werkte dan had je het goed voor elkaar.
En dan kom ik toch weer bij Barcelona en de idealen van Montaner met zijn ziekenhuis. Ziek zijn was al vervelend genoeg. Om te genezen probeerde de architect dat ook de omstandigheden in het ziekenhuis zo goed mogelijk waren. Als je daar verzorgd werd dan had je een goede locatie. Voor die tijd was alles er ruim, modern, maar vooral ook aantrekkelijk door de prachtige vormgeving van alle paviljoenen.
De idealen van Gropius en de andere leden van Bauhaus sloten bij deze visie aan. Twee jaar voor de van Nelle fabriek gereed kwam was Gropius gestopt met zijn voorzitterschap van Bauhaus dat in 1925 overigens verplaatst was van Weimar naar Dessau. In 1930 was de nieuwe directeur Mies von der Rohe. Deze architect ontwierp het Duitse aandeel van de wereldtentoonstelling in Barcelona in 1929. Een van de ontwerponderdelen, een villa, is helemaal gereconstrueerd en deze kun je nog steeds in Barcelona zien.
Ik had ook nog een uitstapje naar Wenen kunnen maken, waar Gropius vandaan kwam. Waar nog voor de eerste wereldoorlog in de Wiener Werkstätte met liefde met de hand prachtige gebruiksvoorwerpen werden gemaakt, niet voor de elite, maar voor de gewone man! En waar Schönberg zijn arbeiderskoren dirigeerde. Het was een fascinerende tijd. Er was hoop, de toekomst was veelbelovend. Na de eerste wereldoorlog bleef dat enthousiasme nog een tijd voortduren. Pas toen de nazi’s aan de macht kwamen werd het wereldbeeld ruw verstoord. Gropius vluchtte net als Schönberg naar Amerika.
Maar de van Nelle fabriek heeft zelfs de tweede wereldoorlog overleefd. Op dit moment is het een monument met Wereld Erfgoedstatus. Op de zevende verdieping kun je alles wat daarmee te maken heeft zien. De andere verdiepingen zijn verhuurd aan allerlei bedrijven. Het pakhuis wordt gebruikt om er allerlei activiteiten te laten plaats vinden zoals theater, muziek en dansfeesten. Een mooi stukje geschiedenis is behouden gebleven!