Onder de rook van het Botlekgebied bij Rotterdam ligt misschien wel het mooiste natuurgebied van Nederland: de duinen van Oostvoorne. De Noordzee is er getemd dankzij de aanleg van de eerste en de tweede Maasvlakte. Maar de duinen blijven uniek. Het hele gebied is voor het grootste deel eigendom van Natuurmonumenten en van het Zuid-Hollands landschap. Vroeger kon je er alleen in als je lid was van een van beide verenigingen. Ik ben al meer dan dertig jaar lid van allebei. In die tijd was je daar helemaal alleen. Maar zelfs nu valt de drukte nog steeds erg mee. Op een maandag als vandaag kom je er waarschijnlijk alweer vrijwel niemand tegen. En dat terwijl het gebied in elk seizoen zijn eigen charme heeft. Tussen 2010 en 2015 heb ik geprobeerd om alle seizoenen vast te leggen van het gebied. De website die daar over gaat vind je hier:
https://www.ppsimons.nl/oostvoorne/
Maar het gebied blijft veranderen. Het is een nat duingebied waar in tegenstelling tot andere duingebieden nooit grondwater is weggepompt voor de drinkwatervoorziening. De lagere delen zijn zo altijd erg nat. In bepaalde seizoenen zijn veel van de paden alleen begaanbaar met laarzen. De natuur wordt de laatste jaren steeds meer een handje geholpen door de mens. Er zijn grote delen open gekapt, op bepaalde delen grazen winterharde rundersoorten. De binnenste delen van de duinen zijn in de loop der eeuwen langzaam verbost. Zoals het gebied Strypemonde, of het landgoed Mildenburg. Heerlijke gebieden voor een wat meer gewone boswandeling. Maar ik vind de andere gebieden nog veel aantrekkelijker. Door de hoogteverschillen loop je het ene moment in een moerassig gebied met varens en in het voorjaar hoor je er de nachtegalen. Het andere moment bevind je je in een zanderig gebied met hagedissen, en zie je driekleurige viooltjes en grote toortsen. Ik weet de plekken waar altijd vanaf augustus veel parnassia’s staan of het duizendguldenkruid (een lid van de gentiaanfamilie). Of waar in mei en juni de vele orchideeën te vinden zijn. Je hebt hier geen last van de min of meer tamme populaties van vossen of damherten zoals in het Amsterdamse drinkwaterleidinggebied. Nee, hier is alles nog redelijk natuurlijk. Met wat geluk kom je er een of meer reeën tegen.
Het meest zuidelijke deel van de duinen is het gebied rond Quakjeswater. Net als het Breede Water meer in het noorden is dit meer ontstaan door een duindoorbraak eeuwen geleden. Inmiddels is het water er zoet, door nieuwe duinvorming is het al lang weer afgezonderd van het zilte zeewater. In de tachtiger jaren van de twintigste eeuw hebben zich zowel hier als bij het Breede water aalscholvers gevestigd, net als lepelaars. Het aantal aalscholvers is de laatste jaren schrikbarend toegenomen. Bij de uitkijkpost stond een vogelaar die een telling begonnen was. Dat was ondoenlijk. Maar aan de hand van een nauwkeurige telling van wat hij zag op een bepaald stukje, en dat vermenigvuldigd met een factor van wat hij ruwweg nog meer zag, kwam hij op een aantal van tussen de 500 en 800 vogels deze middag bij het Quakjeswater. En veel vogels zijn daarnaast nog uiteraard aan het fourageren in de Noordzee.
Het gebied rond het meer is heerlijk. Het pad waarmee je er helemaal om heen kunt lopen is geliefd bij veel wandelaars die ervan houden om een uurtje te wandelen. Met een kleine uitbreiding richting noorden krijg je er echter een heel stuk moois bij, en daar kom je zelfs op een mooie zondagmiddag bijna niemand meer tegen. Ik deed het gisteren, 5 november.
Ik keek om me heen. Mmm. De rijke natuur van de andere seizoenen leek nu toch wel helemaal verdwenen. Maar nee. Als je goed observeerde zag je nog veel laatbloeiers. Ik zag veel biggenkruid en jacobskruiskruid. Veel minder, maar toch: bloeiende boterbloemen, speerdistels, nog enkele teunisbloemen, duizendblad, kamille, moerasandoorn, vleugeltjesbloem, witte dovenetel, dagkoekoeksbloem, brunel, wilde tijm, zeepkruid en zo nog het een en ander. Daarnaast zag je de prachtige rozetten van tweejarige planten die volgend jaar pas gaan bloeien. En natuurlijk waren er ook nog dauwbramen, die zie je bijna het hele jaar door. Ook zag ik enkele gewone bramen, in de diverse stadia: van bloem tot groene, rode, paarse en rijpe zwarte bes. Ik zag velden vol met uitgebloeid koninginnenkruid. En niet te vergeten de bessen van andere struiken en bomen, zoals die van de hondsroos, de duindoorn met zijn vitaminerijke oranje besjes, de wilde liguster en de wilde kardinaalsmuts.
Ook zag ik vrij veel paddenstoelen. Sommige houden van de grote strontvijgen van de Galloways. Maar ook zag ik de prachtige stadia van ontwikkeling bij een voor mij onbekende paddenstoel.
En wat was er een mooie lichtval, vooral ook door de laagstaande zon.
In de volkskrant op zaterdag mag elke week iemand iets van zijn persoonlijke voorkeuren vertellen. Deze week was fotograaf David Lachapelle aan de beurt, die vooral veel pop-iconen heeft gefotografeerd. Zijn favoriete plaats om te zijn was “de natuur”. Daar kan ik me bij aansluiten. En Nederland heeft nog steeds enkele schitterende plekken.
In onderstaande film heb ik een impressie gemaakt van wat ik gistermiddag allemaal tegen kwam in de omgeving van Quakjeswater. Op een mooie novembermiddag. Zo maar. Hélemaal gratis. De achtergrondmuziek bij dit filmpje is van mezelf. Het is een gitaararrangement van een vocale compositie uit 2015.