Over het Domkapittel van Utrecht en het Vrije Rijkskapittel van Sint Servaas te Maastricht.
Donderdag 5 juli 1292 stelde het kapittel van de Dom van Utrecht een nieuwe regel vast met betrekking tot de toetreding van nieuwe kanunniken. Besloten werd dat een nieuwe kanunnik zijn medebroeders met een vat goede wijn moest vereren. De oorkonde werd bezegeld.
Dit document en honderden andere documenten zijn gedigitaliseerd en sinds enkele dagen kan iedereen ze inzien of downloaden. Opvallend is hoe mooi geschreven vrijwel alle documenten zijn. De klerk van het rijke kapittel had duidelijk een gedegen opleiding gehad. Dat was lang niet altijd zo. Maar deze documenten kun je na een vrij simpele cursus paleografie gevolgd te hebben in een hedendaags lettertype weergeven. Dan moet je alles natuurlijk nog vanuit het Latijn vertalen. En dan moet je die vertaling ook nog eens een keer begrijpen, want veel termen en gebruiken uit die tijd zijn voor de meeste mensen van nu totaal onbekend. Kortom, het blijven documenten voor een handvol ingewijden. Maar er zullen veel amateurs zijn die zich er op storten denk ik. En dat kan mooie dingen opleveren.
Een kanunnikaat kreeg je niet zo maar. Allereerst moest er een plaats beschikbaar zijn. Elk kapittel had in de regel een vast aantal plaatsen. Hoe rijker het kapittel, hoe meer plaatsen. Dan moest je nog eens een behoorlijk bedrag betalen en van aanzienlijke afkomst zijn. En dus zoals blijkt uit bovenstaand document je medebroeders met een vat wijn vereren. Soms kreeg je ook iets makkelijker een kanunnikaat. Een groot kunstenaar die zich verdienstelijk had gemaakt kon als dank na bewezen diensten als geschenk van een plaatselijke heer, bisschop of de paus een kanunnikaat krijgen. Dan was je kostje geregeld, je had een vast inkomen waar je niets voor hoefde te doen. Ja, elke dag moest je een hoofdstuk (kapittel) uit de bijbel lezen met je medebroeders, maar je kon ook iemand aanstellen die dat in jouw plaats deed. Kanunniken woonden meestal in prachtige herenhuizen in een stad, in dit geval dus in Utrecht.
Ook in Maastricht zijn nog vrij veel zeventiende of achttiende eeuwse herenhuizen vlakbij de Onze Lieve Vrouwebasiliek of de Servaasbasiliek aan te wijzen als voormalige kanunnikhuizen. En ook in die kapittels werd een archief bijgehouden. Het archief van het kapittel van Sint Servaas is nog niet zo makkelijk om in te zien. Om te beginnen is het verspreid geraakt: het grootste deel bevindt zich gelukkig nog in het regionaal historisch centrum te Maastricht, maar er zijn ook documenten waarvoor je naar Den Haag, Koblenz of zelfs Parijs moet gaan. In 1930 zijn echter vrijwel al de de charters en bescheiden door Dr. Doppler niet alleen geïnventariseerd, maar ook is er toen een samenvatting gemaakt van de inhoud van elk document. Daarbij zijn er ook vaak fragmenten van de originele Latijnse tekst weergegeven. Het eerst bekende charter stamt uit het jaar 800, toen was daar dus al zeker een kapittel. In twee van de jaarboeken van het Limburgs geschied- en oudheidkundig genootschap zijn deze charters weergegeven. (Jaargangen 1930 en 1931 van “Publications de la Société historique et archéologique dans le Limbourg”). Al eerder in de twintigste eeuw werden de meer dan 1800 schepenbrieven van het kapittel op deze manier toegankelijk gemaakt. Door deze Nederlandstalige weergave zijn deze documenten voor een veel groter publiek onmiddellijk bereikbaar. Mocht je iets tegenkomen waarvan je het origineel wilt zien dan kun je snel achterhalen waar je zijn moet. Ik denk dat op termijn ook veel van deze documenten gedigitaliseerd zullen worden en vervolgens openbaar gemaakt.
Hier boven zien we een document uit 1292 uit Utrecht. Uit diezelfde periode dateert een document uit Maastricht. Het is opgesteld in opdracht van het kapittel van Sint Servaas op dinsdag 24 november 1272.
“Arnold, graaf van Loon, doet als scheidrechter uitspraak in een geschil tussen de deken en de kanunniken van Sint Servaas enerzijds, en de Brabantse bewoners van de stad anderzijds, ontstaan doordat de schout, schepenen en burgers van de hertog van Brabant gewapender hand de kerk van Sint Servaas waren binnen gedrongen en er geweld hadden gepleegd. Bij die uitspraak werden de ‘villicus, scabini et jurati ac universitas’ veroordeeld om aan de deken en het kapittel onder ede te beloven om dergelijke feiten niet meer te plegen en dat als zij in de toekomst in de kerk van Sint Servaas of op het claustrum, met algemeen overleg en met wapenen of klokslag, ‘compulsu campane’, of enig ander teken, waarop de gemeente kan en moet uitgedaagd worden, enig geweld plegen of de immuniteit van kerk of klooster schenden, zij een boete van 200 Luikse marken zullen krijgen, welke binnen twee maanden betaald moet worden en daarnaast nog een voldoening moeten geven die in overeenstemming is met de grootte van het misdrijf. Als ze daar binnen twee maanden niet aan voldoen dan zal de bisschop van Luik hen door kerkelijke straffen daartoe dwingen.”
Dan volgen er nog een aantal bepalingen. Tot slot: degenen die nu de fout in zijn gegaan krijgen als straf dat ze blootvoets en met ontbloot hoofd in processie en met in de hand een roede in de kerk van Servaas en de week daarna in die van Onze Lieve Vrouw zich moeten vernederen. Alleen de leerlooiers die onder ede verklaren dat ze niet hebben meegedaan mogen normaal gekleed in de processie mee lopen. Als iedereen dat gedaan heeft is men ontheven van de schuld.
Het valt me vooral op dat er bepaald wordt dat je de burgers niet mag ophitsen met wapens of ,door de klokslag. De klokslag (klokkenslag, clockenslagh) is een bepaling dat bij het luiden der klokken mensen ergens toe worden opgeroepen. Blijkbaar was dat dus gebeurd. Jammer genoeg staat er niet bij wat de reden van deze ophitsing was en waarom de mensen het Servaasklooster en de kerk waren binnen gedrongen. Ook wordt niet specifiek vermeld wat de geweldplegingen daarbij waren geweest. In 1275, slechts drie jaar later, vindt er een processie plaats die over de Maasbrug loopt. Er wordt gezegd dat er in een bepaalde processiepas werd gelopen. Hoe het ook zij: de brug stortte in en vele mensen verdronken. Deze brug was al in de tijd van de Romeinen aangelegd. Onmiddellijk daarna is begonnen met het aanleggen van een nieuwe brug, zo’n honderd meter noordwaarts, op de plaats van de huidige Servaasbrug. Het Servaaskapittel heeft van de keizer de tol- en beheersrechten over deze brug ontvangen. Even later zien we nieuwe schermutselingen, nu bij de nieuwe Maasbrug, die daarmee te maken hebben. Het is het begin van een grote oorlog, die uiteindelijk is uitgevochten bij de slag van Woeringen. De belangrijkste partijen waren daarbij de hertog van Brabant tegenover de hertog van Gelre. Oorzaak was een erf-opvolgingsstrijd. De hertog van Limburg was zonder directe nakomelingen overleden. Maastricht was belangrijk omdat de soldaten van Brabant daar de Maas konden oversteken.
Je ziet, het lezen van slechts een enkel document uit zo’n rijk kapittelarchief, en dat plaatsen in een historische context, kan al allerlei stof tot verder onderzoek en discussie opleveren.
- Archieven domkapittel Utrecht
- Jaargangen 1930 en 1931 van “Publications de la Société historique et archéologique dans le Limbourg”