foto van http://www.katholiekforum.net
Op TV waren onlangs beelden van de Heiligdomsvaart in Maastricht te zien. De Heiligdomsvaart is het evenement waarbij eens in de zeven jaar relieken in processie door de stad worden gedragen, onder meer de vergulde noodkist met het gebeente van de Heilige Servaas. De processie wordt door de mensen zonder zachte G met een gemoedelijk folkloristische glimlach bekeken, iets waar je niets van snapt maar dat er wel leuk uit ziet.
Hoe anders was dat bijna 150 jaar geleden. Op 27 juli 1873 werd de nieuwe kapel voor de relieken van de Servaaskerk ingericht (de huidige schatkamer). Er volgde een grootse processie waarin onder meer ruim tachtig priesters mee liepen. De politie vond deze processie onwettig en maakte proces verbaal op. Hoezo?
In de negentiende eeuw was er een tijd lang een ministerie voor de “Roomskatholieke Eeredienst.” Waar hield dat ministerie zich mee bezig? Tja. In ieder geval zien we hoe er tot in 1880 en soms ook nog later regelmatig gedonder is rond het houden van processies, met in de zeventiger jaren van de negentiende eeuw in mijn ogen enkele bijzonder benepen dieptepunten.
Een van de aanleidingen tot die houding in die tijd is wellicht de zogenaamde Kulturkampf in Duitsland. Bismarck liet kloosters sluiten en er kwamen nog meer anti-katholieke maatregelen.
(Wikipedia: In 1873 werd het katholieken verboden om voor de Kerk te trouwen. Alleen het burgerlijk huwelijk gold als geldig voor de wet. Ook werden weerspannige priesters en bisschoppen gevangengenomen of het land uitgezet. In juli 1872 werden de jezuïeten uit Pruisen verbannen. Later werden ook andere kloosterorden opgeheven en de leden eveneens het land uitgezet. In 1873 werden de Mei-wetten uitgevaardigd, hetgeen een hoogtepunt in de strijd tegen de Katholieke Kerk betekende. Kandidaat-priesters werden verplicht om voor een periode van ten minste drie jaar aan een Duitse universiteit te studeren.)
Dat was koren op de molen voor de anti papisten en liberalen in Holland. Ze zagen hoe de katholieken uit Duitsland over de grens hun heil in katholiek Nederland gingen zoeken. Diverse kloosters vestigden zich in Limburg. Maar ook kwamen er processies op Nederlands grondgebied. Kwamen die Duitse processiegangers in Nederland niet gewoon propaganda maken voor hun standpunt in de Duitse cultuurstrijd, zo was de redenering? Bij zo’n Duitse processie naar Kapel aan het Zand in Roermond wilde de Nederlandse Marechaussee de leider van die processie een proces verbaal geven. Maar de pelgrims hadden wandelstokken bij zich en joegen daarmee de gewapende marechaussee op de vlucht. Die haalde versterking. Toen die aankwam waren er nog slechts een klein aantal karren met pelgrims die nog niet de grens waren over gestoken. Elk mannelijk lid dat ze in de achtergebleven karren aantroffen werd gearresteerd en meegevoerd.
Dit was niet het eerste en enige incident. In 1976 kwamen pelgrims uit Rotterdam met de trein aan in Sittard. Daar werden ze feestelijk onthaald door de plaatselijke fanfare, maar: ook door de marechaussee. Deze greep niet in maar bewaakte de hele tocht door de stad en sloeg in de ogen van de plaatselijke bevolking een belachelijk figuur. Korte tijd later werd de processie van Beek naar Sint Gerlach door de politie verstoord. Van hoger hand werd verboden om vaandels, beelden en het kruis te dragen. Ook mocht er niet hardop gebeden of gezongen worden. Iets later, alweer bij Kapel aan het Zand, werd aan Duitse pelgrims uit Kempen te kennen gegeven dat ze zich dienden te verdelen in groepen van maximaal twintig personen. Toen de Duitsers geen aanstalten maakten om dat te doen begon de politie er met stokken op in te slaan. En zo kan de lijst uitgebreid worden met nog tientallen incidenten.
Behalve de Duitse Kulturkampf was er nog meer aan de hand. Koning Willem I had vanaf 1815 een behoorlijk anti-katholieke houding waarmee hij zich in de katholieke gebieden niet geliefd maakte. Dat was een van de redenen waarom België zich afscheidde van Nederland. Willem II , diens opvolger, was veel gematigder en de grondwet van 1848 van Thorbecke leek godsdienstvrijheid te waarborgen. Maar om ook de calvinisten te vriend te houden waren er toch nog enkele bepalingen in die wet die stof tot gedoe konden geven. Zo stond er dat elke vorm van godsdienstuitoefening die al op dat moment en op die plek bestond geoorloofd was. In de zeventiger jaren ging men op enkele plaatsen opeens naar de letter van die wet handelen. Als een processie een straat aandeed die nog nooit eerder was aangedaan dan werd er proces verbaal opgemaakt. Nieuwe processies mochten zo wie zo niet. Ook bleek er te staan dat elke parochie maximaal twee keer per jaar een processie mocht houden en dat moest dan ook altijd op een zondag zijn. Genoeg aanleidingen en argumenten dus om een processie tegen te houden of om de leiders te verbaliseren. Als er dan een rechtszaak ontstond dan moest de verbalisant minimaal de rechtskosten betalen maar ook werden er soms gevangenisstraffen tot wel een jaar opgelegd.
Het blijkt dat deze wet uit 1848 nog nooit is vervangen. In 1918 bepaalde de Hoge Raad inzake een processie te Zevenaar dat een processie alleen maar is geoorloofd op een plaats waar die ook in 1848 al was toegelaten, dus de grondwet van Thorbecke werd er weer bijgehaald. 31 augustus 1954 trad voor Nederland het Verdrag van Rome in werking, die godsdienstvrijheid moest garanderen. Maar hoe die wet te interpreteren? Ook nu weer was de Hoge Raad van mening dat de beperkingen van Thorbecke voor Nederland nog steeds zouden kunnen blijven gelden. De staatscommissie Cals-Donner vond enkele decennia later dat dat niet meer van deze tijd was. Voorgesteld werd om de tweede alinea van artikel 184 (vroeger 167) uit de grondwet te schrappen. De tweede kamer nam deze grondwetherziening eind 1975 aan, maar door de val van het tweede kabinet den Uyl ging deze herziening toen niet door.
Wat staat er op dit moment in de grondwet?
Alle openbare godsdienstoefening binnen gebouwen en besloten plaatsen worden toegelaten, behoudens de nodige maatregelen ter zake der openbare orde en rust.
Onder dezelfde bepaling blijft de openbare godsdienstoefening buiten de gebouwen en besloten plaatsen geoorloofd, waar zij thans naar de wetten en reglementen is toegelaten.
De tweede alinea staat er nog steeds, maar geen hond die er meer naar kraait… Voor een ordelijk verloop heb je slechts toestemming van de burgemeester nodig, waar en wanneer je ook een processie gaat houden. Het zijn niet de heiligdomsvaarten maar de voetbalwedstrijden die de nodige orde-problemen opleveren. Maar daar over stond niets in de grondwet van Thorbecke…
Literatuur: Giel Hutschemaekers, Limburgse processieperikelen 1873-1880 (Maasgouw 3 en 4 1980)