De schetsen van Rubens

Rubens verluchtte boeken, maakte sculpturen,  ontwierp tapijten, beschilderde plafonds en daarnaast maakte hij ook nog eens gewone schilderijen: eigenlijk kennen de meesten van ons hem voornamelijk van dat laatste. Maar wie wist dat hij bijna steeds op hout of doek een voorstudie van dat alles maakte? Dit deed hij meestal op schaal: als het doek 3 bij 3 meter moest worden dan werd het ontwerp 1 bij 1 meter of iets dergelijks. Heel dun maakte hij er rasterlijntjes bij waardoor je dit ontwerp makkelijker kon “opblazen” tot het latere formaat. Waarom deed hij dat? Soms voor de opdrachtgever. Die kon zo al een indruk krijgen van wat het resultaat zou kunnen gaan worden. Ook deed hij het voor zich zelf om al een snel overzicht en beeld te hebben om er eventueel nog wat dingen aan te kunnen veranderen. Maar vooral deed hij het voor de werknemers in zijn atelier, of als het om tapijten ging, in de tapijtateliers. De meeste van zijn schilderijen zijn namelijk door anderen uitgewerkt. Wel maakte hij bij vrijwel al zijn werken op het einde nog een finishing touch. Alleen op die manier was hij in staat om aan de enorme vraag te kunnen voldoen. En daardoor had hij nog tijd over voor andere dingen. Rubens had hobby’s. Hij verzamelde  antieke munten, antieke voorwerpen en vooral ook antieke gemmen en cameeën. Dat zijn halfedelstenen met daarop afbeeldingen. Bij gemmen zijn ze er in uitgesneden, bij cameeën zijn juist de delen rondom de afbeelding weggesneden waardoor de afbeelding niet in maar op de steen staat. Hij had enkele internationale contacten met mensen die dezelfde hobby hadden. En wat zeer veel tijd kostte was zijn diplomatieke functie in dienst van het Spaanse bewind. Daarvoor reisde hij naar Spanje, maar vooral ook naar Engeland en Frankrijk. En passant kreeg hij dan weer nieuwe opdrachten of maakte hij schilderingen ter plekke. Er zijn veel  brieven van Rubens bewaard gebleven, vooral de brieven gericht aan hoge ambtenaren en andere diplomaten. Zo had hij ook contact met Constantijn Huijgens. Deze laatste wilde heel graag assistentie bij het ontwerp van zijn eigen buitenhuis. Hij wist dat Rubens zijn eigen woning in Antwerpen naar Italiaans model had laten maken. Maar ook interesseerde hij zich voor uitvindingen als de microscoop en de barometer. Waarschijnlijk heeft hij een barometer met uitleg erbij in huis gehad die uit Nederland kwam en die heeft hij weer doorgestuurd via Parijs naar een connectie in Marseille, zo concluderen we uit een van zijn brieven.

Als je in Antwerpen bent en naar het Rubenshuis gaat, maar ook als je naar het Snijders&Rockoxhuis of naar museum Plantin Moretus gaat, dan waan je je echt een beetje in de tijd van Rubens. Wat je daar aan objecten ziet  is meestal heel bijzonder en je bent ook nog eens in een bijzondere omgeving: in een gebouw uit die tijd. Maar natuurlijk zie je daar niet de wandtapijten of de Parijse of Engelse wand of plafondschilderingen. Op dit moment kun je in Boijmans van Beuningen heel veel hiervan wél zien. Hoe kan dat? Je ziet niet het resultaat aan het plafond of aan de wanden, maar je ziet de schetsen in olieverf. Er zijn heel veel van die schetsen bewaard gebleven en zo kun je ook nog eens zien hoe Rubens te werk ging. Meestal  met een heel vlotte penseel, waar hij alles raak mee neer zette. En wat is die vroegbarok toch boeiend! Zijn eerste belangrijke leermeester, Otto van Veen, van wie ook een schilderij te zien is, maakt prachtige schilderijen, maar de personages daarop zijn bijna bewegingsloos. Otto van Veen, of in de muziek de componist Palestrina, zijn kunstenaars die werkten in de geest van de renaissance. Rubens en de componist Monteverdi werkten geheel vanuit de geest van de barok. Die laatste twee hebben elkaar trouwens ook gekend. In de korte tijd dat Rubens werkzaam was aan het hof van de hertog van Mantua werkte Monteverdi daar ook, maar dat terzijde. Als in de loop van de zeventiende eeuw het Franse classicisme bijna alle kunstenaars gaat beïnvloeden, is het gedaan met de ruwe kanten van de barok. Alles wordt veel meer gestileerd. Dat zie je nog niet bij Rubens. Elke persoon op zijn schilderijen heeft een uitgesproken karakter, je ziet hem denken of je vermoedt dat hij van plan is om iets te gaan doen. Je ziet het aan elke oogopslag, beweging en houding. En zo ontstaat er een levendig verhaal. Hieronder een foto van een schilderij op de tentoonstelling. Je ziet de voorstudie van de “aanbidding van de wijzen”, een kolossaal schilderij dat hij maakte voor het stadhuis van Antwerpen in 1609. Toen was hij net terug uit Italië en had hij besloten om zich in Antwerpen te gaan vestigen.

driewijzenJe ziet niet een zoet plaatje in een stal, maar je ziet hoe midden in de nacht de drie wijzen met hun gevolg en fakkels zijn aangekomen. De knechten of slaven tillen alle bagage. En een van de wijzen buigt zich met zijn geschenk naar Jezus. Wat een sfeerplaatje, nu al, terwijl het definitieve schilderij nog gemaakt moest worden! Jezus is nieuwsgierig en gaat zitten graaien in de kom met goud. De page die weet dat het om een belangrijk persoon gaat zit er bij op zijn knieën. Een van de soldaten die de koningen beschermt is nieuwsgierig en wil ook wel eens zien om wie het allemaal draait. Tegelijk laat Rubens zien dat hij weet hoe je spieren moet schilderen. Daar heeft hij in zijn tijd in Italië op zitten oefenen en trots laat hij zien dat hij ook deze kunst meester is.

kruisverheffingEen ander mooi voorbeeld is de kruisoprichting van 1638. Je raakt er niet op uitgekeken. De kleine kinderen zijn bang en verstoppen hun gezicht. Sommige mensen willen juist niets missen en klimmen in een boom. Vrouwen wenen en klagen, een hond staat dreigend te blaffen. En gespierde mannen zijn bezig met het zware karwei. Rechts staan soldaten bevelen uit te delen en op de achtergrond zie je ook nog twee andere misdadigers die hetzelfde lot moeten ondergaan. Het geheel is een groot levendig verhaal, bijna als het decor van een barokopera. En kijk ook eens naar de diverse gezichtsuitdrukkingen, nu in de voorstudie is alles al raak neergezet met enkele vlotte penseelstreken. Of kijk naar de houding van de paarden. Schitterend!

Het is een mooie tentoonstelling waar je makkelijk twee uur kunt doorbrengen. Behalve de talrijke voorstudies zie je ook nog enkele afgewerkte schilderijen van Rubens, en soms naast elkaar: de voorstudie en het resultaat. In Boijmans zijn er nog meer tentoonstellingen, ik heb ze gisteren niet gezien. Natuurlijk is er ook nog de vaste collectie, met enkele toppers waar je met je neus bovenop kunt gaan staan.  Zoals je dan onderstaand detail kunt zien in een prachtig schilderijtje van Geertgen tot Sint Jans.

geertgen

Ik zag trouwens dat er op dit moment (tot eind maart) ook iets belangwekkends te zien is in de Carolus Borromeüskerk van Antwerpen. Rubens maakte daar de plafondschilderingen die helaas bij een brand verloren zijn gegaan. Maar de ontwerpschilderijen bestaan nog. En nu komen via een slimme projectie de verloren gegane schilderingen ter plekke weer tot leven. Dat wil ik zien!

https://www.visitantwerpen.be/nl/barok/rubens-re-viewed

Meer artikelen die ik schreef waar Rubens een rol in speelt

Over Pieter Simons

Docent muziektheorie. Interesses: geschiedenis algemeen, kunstgeschiedenis, lokale geschiedenis, muziek en muziektheorie, filosofie, astronomie, fotografie, natuur, wilde bloemen. En daarnaast allerlei maatschappelijke dingen als onderwijs en opvoeding
Dit bericht werd geplaatst in kunst, recensie en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.