De wereld

-‘Ik ga het hele zonnestelsel tekenen zei mijn oudste kleinzoon. ‘
Leuk dacht ik, weer eens wat anders dan al die treinen. Even later kwam hij de tekening laten zien.
zonnestelsel
-‘Kijk ik heb ook een komeet getekend.’
In de buurt van Saturnus zag je een komeet op weg naar de zon. Hij had al een staart.  En je zag nog enkele banen van kometen, dwars op die van de banen van de planeten. Hij had naast de acht planeten en hun baan ook de baan van Pluto getekend, die meer elliptisch is. Hij vindt net als ik dat Pluto veel wordt verwaarloosd sinds hij is gedegradeerd tot dwergplaneet. En natuurlijk zie je ook tussen Mars en Jupiter de asteroïdengordel. De banen met zwart potlood, de planeten en de zon had hij allemaal een kleurtje gegeven met kleurpotloden. Natuurlijk de juiste kleur, Uranus een beetje groenachtig en Neptunus blauw.

Hij ging weer naar zijn tekenplek, zijn broertje van vier zat intussen achter de computer in de tekstverwerker een verhaal te tikken. Ook daar moest ik naar kijken. Ik leerde hem hoe je de letters weer kon verwijderen met backspace. Dat was leuk.

grinzingEen nieuwe tekening was klaar, met potlood. Op de achterkant van een weggegooid stuk papier, zoals gewoonlijk.
-‘Dit is in Oostenrijk’.
Verwonderd vroeg ik me af hoe hij hier bij kwam. Hij was ooit enkele jaren geleden in Zwitserland geweest, maar Oostenrijk?
-‘Waar in Oostenrijk?’ probeerde ik.
-‘In de hoofdstad. Ja het is aan de rand van de hoofdstad, daar kun je de bergen goed zien.’
-‘De hoofdstad van Oostenrijk is Wenen. Aan de rand van die stad kun je inderdaad goed bergen zien’.

Ik ben daar  enkele keren geweest, een keer vanuit een hotel in Neuwaldegg. Al lopende was je bij het heuvelachtige Wiener Wald. En met een bus kon je helemaal over de Höhenweg tot aan de Kahlenberg rijden en had je vanuit de hoogte een prachtig uitzicht over de stad. En te voet kon je afdalen door de bossen of door wijngaarden naar Grinzing. Vanuit de bossen boven Grinzing kon je op sommige punten in de verte de heuvels weer zien liggen als je terug keek richting Kahlenberg. De tekening van mijn kleinzoon moest dus over Grinzing gaan. Ik haalde nog wat foto’s tevoorschijn van toen ik in Grinzing was. En kreeg gelijk zin om er weer naar toe te gaan.

wenen1

wenen2De huizen in Grinzing lijken niet op de huizen van de tekening van mijn kleinzoon. Ook zie je daar de bergen anders. Zijn tekening deed me meer denken aan Innsbruck. Dat ligt helemaal in een dal en je ziet vanuit de stad onmiddellijk de hoge bergen. Maar dat doet er niet toe. Hij wist dat er in Oostenrijk ook bergen waren, net als in Zwitserland. En ik zou trouwens niet alleen weer een keer naar Wenen willen maar ook naar de prachtige locatie die hij verzonnen had.

Zo mijmerende bedacht ik me waarom ik Wenen zo’n stad vind waar ik me thuis voel. Is het vanwege deze mooie locatie aan de rand van het Weense woud? Is het vanwege de culturele tradities van met name de tijd rond 1800 en rond 1900? Is het vanwege het aangename en het beste openbare vervoer dat ik van een grote stad ken? Is het vanwege de vele musea op de meest mooie locaties waarvan ik hooguit de helft tijdens mijn vijf bezoeken gezien heb? Is het omdat iedereen een beetje afstandelijk maar tegelijk heel beschaafd is? Is het omdat het net als Maastricht een conservatieve tevredenheid uitstraalt? Amsterdam, Berlijn, Parijs bruisen. Wenen veel minder waardoor het er aangenaam rustig is. En ik heb veel moeite met onrust en een overdaad aan toeristen. Maar in Wenen proef je op elke straathoek geschiedenis. Beethoven, Schubert, Bruckner, Mahler, Schönberg, Siegmund Freud: je kunt je proberen voor te stellen hoe het er was in hun tijd en je loopt op plekken waar zij ook liepen. Ik kan me helemaal verliezen in dat soort fantasieën.

Mijn kleinzoon loopt in zijn fantasie door een leuke voorstad van Wenen. Ik stel me zo voor dat hij op zijn manier daar ook van geniet. Maar soms gaat hij ook naar de maan of naar Mars. Ik ga een enkele keer met hem mee. We hijsen ons in ons ruimtepak en vanaf beneden aan de trap stijgen we op. Vanaf het grote bed fantaseren we dat we boven op de Olympus Mons zijn en over heel Mars kunnen uitkijken. Dat moet daar probleemloos kunnen, er is op Mars immers geen hinderende atmosfeer. En als de zon is ondergegaan zien we gelegen op onze rug de mooie blauwe aarde als een prachtig object aan de hemel. En heel veel sterren. Zelfs UY Scuti kun je daar met het blote oog zien. Na een tijdje dalen we weer met de raket af en komen terug. Hij tekent daarna misschien  iets van wat hij daarboven gezien heeft. Of iets anders van de grote fascinerende wereld.

Zijn broertje had intussen een nieuw verhaal getikt. Een verhaal van twee pagina’s. Met uitsluitend de letter X.
-‘Kijk!’ zei hij trots. Hij had de grote-mensenwereld getikt. Twee velletjes met een geheimzinnige X. De wereld die ook hij steeds meer gaat verkennen.

Over Pieter Simons

Docent muziektheorie. Interesses: geschiedenis algemeen, kunstgeschiedenis, lokale geschiedenis, muziek en muziektheorie, filosofie, astronomie, fotografie, natuur, wilde bloemen. En daarnaast allerlei maatschappelijke dingen als onderwijs en opvoeding
Dit bericht werd geplaatst in kleinzoon, pedagogiek en onderwijs en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.