Nog maar heel kort geleden, en nu nog steeds af en toe, tekende mijn oudste kleinzoon behoorlijk realistisch, uit zijn hoofd(!), bijvoorbeeld Europa, of de continenten van de aarde of de contouren van Nederland. En hij vond het heerlijk om alles na te zingen wat hij hoorde. Maar opeens lijken landen en continenten die níet bestaan veel leuker. En ze zingen in die vreemde landen ook veel mooiere muziek dan bijvoorbeeld in België.
Maar ook bij zo’n “ouderwetse” tekening laat hij bijzondere details zien: Zuid-Amerika en Afrika passen in elkaar. Immers vroeger zaten ze aan elkaar vast!
En boven het vasteland van Nederland daar staan op de meeste landkaarten vijf waddeneilanden aangegeven. Inmiddels weet hij beter, maar op deze tekening heeft hij Rottum, Rottumerplaat en Rottumeroog nog niet ontdekt. Dat komt nog!
-‘Hoe praten ze in Zuid-Afrika?’
Ik zocht op youtube enkele sites waarop je Zuid-Afrikaans kon horen. Geweldig vond hij het. En al die Aziatische talen waar je geen touw aan kunt vast knopen. Nog mooier.
-‘Zijn er mensen in Nederland die Chinees kunnen praten?’
-‘In Nederland wonen best veel mensen die uit China komen en die nu ook Nederlands kunnen spreken.’ En ik vertelde hem over de documentaire die een jaar geleden op TV was van Ruben Terlou die door China trok en met heel veel mensen gewoon Chinees kon praten. En over Paulien Cornelissen die heel goed Japans kan spreken. Maar Zuid-Koreaans, dat leek hem ook wel wat. De afgelopen twee dagen was hij bij ons. Op de terugweg naar huis in de auto hield hij hele verhalen in het Zuid-Koreaans. Met intonaties, alsof het helemaal echt was. Niet slechts een enkel zinnetje. Nee, hele verhalen!
Gisteren in de auto waren zijn broertje en zusje er ook bij. Zijn broertje van vier vond het wel grappig, dat Zuid-Koreaans van hem. -‘Ik vind het wel grappig dat jij zo raar praat.’ Maar de jongste van twee jaar vond het maar niks: ‘Ik vind dat eng’. OK, besloten wij als grootouders, dan doen we maar een ander spelletje.
De middelste van vier jaar heeft altijd goede ideeën.
-‘Ik heb een idee. Iedereen mag na elkaar een liedje zingen.’ Hij bepaalde ook de volgorde en hoe vaak iedereen aan de beurt zou komen. Hij voorzag dat na elk drie beurten we wel aan het einde van de autorit zouden zijn.
Mijn oudste kleinzoon mocht beginnen. Hij ging echt heel mooi zingen, maar in een vreemde exotische taal en met exotische melodieën. En het leek wel alsof hij niet kon stoppen dus ik voerde ter plekke de regel in: ‘als opa gaat klappen dan mag de volgende.’ De middelste was na deze solo aan de beurt maar zo verbouwereerd dat hij slechts uiterst zacht wat kon stamelen en hij zei toen maar:
-‘Ik weet het niet meer.’ Waarschijnlijk had hij inmiddels spijt van het door hem geïnitieerde spelletje. Zo’n prachtige solo weggeven, zoals zijn broer dat had gedaan, dat zou hem never nooit lukken. Hij kende zijn eigen beperkingen. -‘Jij mag’. Hij regelde dat nu het zusje van twee jaar aan de beurt was. Zij zong keihard over bomen, auto’s, koeien en schapen, helemaal in de geest van de liedjes van oma, die zij af en toe zingt als we in de auto zitten. Ze had behoorlijk de smaak te pakken. Dus ook zij moest weer door mijn klappen gestopt worden.
De oudste zong daarna weer een totaal ander liedje dat hij ter plekke verzon in alweer een andere taal, maar nu was het een heel gevoelig en zacht liedje. Ontroerend mooi, wat jammer dat ik het niet heb opgenomen. Zijn broertje die na het klappen weer aan de beurt was bleek nog steeds verlegen te zijn. Ik zei dat je ook iets mocht zingen wat al bestaat, mijn vrouw begon spontaan “Poesje zeg wat doe je” te zingen
-‘Nee, nee, ik weet het al!’
Heel zachtjes maar met zijn mooie sopraanstemmetje zong hij het liedje van ‘Poesje mauw’ en uiteraard werd dat gevolgd door een groot applaus. We konden uitstappen en verder naar huis gaan.
Ook bij papa en mama tekent de oudste al dagen fantasielanden. En met papa samen is het gieren en brullen om de mooie exotische namen die hij erbij verzint. Zoals de landen in het continent Eetananortsliezanu: Iootwees. En in Haqstamnt ligt niet alleen Larie maar ook Laaraa. Wat is de gewone wereld eigenlijk saai opeens…
Pingback: Oorlog in Soolor | De kwintencirkel