Als kind hoorde ik op de radio al veel klassieke muziek. En ik werd al snel een fan van Beethoven. Ik herinner me nog hoe ik bij het horen van sommige fragmenten van zijn stukken afhaakte. Achteraf bleek het om de doorwerking (het middendeel van een stuk geschreven in de sonatevorm) van een stuk te gaan, de muziek werd opeens ingewikkelder. Bij de directe voorlopers van Beethoven: Haydn en Mozart, stelde de doorwerking nog niet veel voor en was meestal heel kort. Maar bij Beethoven haakte mijn moeder, die ook veel luisterde, af. Die neiging had ik aanvankelijk ook, maar op een gegeven moment gebeurde het dat ik juist die delen het meest interessant ging vinden. En ik werd hongerig naar meer stukken van Beethoven.
Die liefde voor Beethoven is altijd gebleven, maar nu waardeer ik ook veel andere muziek, van heel oud tot heel modern. Zowel bij die oudere muziek, zelfs Bach, als bij die nieuwere muziek moest ik wennen en ik moest me het idioom stapje voor stapje eigen maken. En nog steeds ontdek ik in bepaalde muziek nieuwe dingen. Maar Beethoven bleef. Hij is voor mij overigens niet de grootste componist, dat is Bach. Maar hij is wel de componist die me bij bepaalde stukken altijd weer bij de strot weet te grijpen en waar ik dus nog steeds verzot op ben. Ik voel me op de een of andere manier heel verwant met Beethoven. Die man die weigerde een pruik te dragen en die altijd maar zijn eigen gang ging, die als een soort zonderling door het leven toog.. Zo ben ik dan ook weer niet, maar… Hij schreef slechte stukken, niet veel, maar ze zijn er wel degelijk. Hij worstelde met de materie wat je in zijn bewaard gebleven handschriften terug kunt zien. Hij bleef veranderen, aanpassen, schaven, zoeken. Zijn pianomuziek is pianistisch maar tegelijk dacht hij orkestraal. Alle registers worden gebruikt en het wemelt van de mooie en soms subtiele lyrische passages die heel goed gespeeld zouden kunnen worden door bijvoorbeeld een fluit, hobo, fagot, altviool. Hij had een ongebreidelde fantasie en wist voortdurend onverwachte wendingen te maken of verrassende thema’s te introduceren. Tegelijk had hij een feilloos gevoel voor samenhang. Het is niet alleen het beroemde “tetetete” motief van de vijfde symfonie dat iedereen kent wat door een heel deel van de symfonie als kiemcel aanwezig is. Luister ook maar eens naar het eerste deel van de Hammerklaviersonate. Het beginmotief is leidend van begin tot eind. En dit zonder dat het stuk vervelend wordt. Het werk is van de eerste tot de laatste noot een machtig, samenhangend geheel en het is tegelijk voortdurend verrassend. Maar Beethoven is bovenal een architect. En de bouwwerken in vorm en textuur worden naar het einde van zijn leven toe steeds indrukwekkender. Bij die muziekstukken kun je niet fluitend gaan staan stofzuigen. Nee, je moet er voor gaan zitten en er naar luisteren. En die bouwwerken zijn voor de ongeoefende luisteraar al snel te complex. Heb je er na lange tijd vat op gekregen dan wil je het gebouw koesteren en nog beter leren kennen.
Vandaag stond er in het kader van het Beethoven jaar een stukje in de Volkskrant. Het was een geheugen opfrisser. Wie was Beethoven ook al weer en wat voor muziek schreef hij eigenlijk? Ik kon me redelijk goed vinden in de populair wetenschappelijke tekst over deze componist. Zo nadenkende over mijn eigen ervaringen en ook mijn ervaringen met studenten op het Conservatorium realiseerde ik me dat het begrijpen van de muziek van Beethoven voor veel mensen nog steeds niet vanzelfsprekend is. Hoe maak je je dat idioom eigen? Volgens mij is het beste recept hetzelfde recept als waarmee ik me zijn muziek heb eigen gemaakt: veel er naar luisteren, open staan ook voor de iets moeilijkere muziek die hij schreef, en zo heel geleidelijk steeds meer stukken gaan waarderen.
Ik heb besloten om twee lijstjes te maken. In het eerste lijstje staan “makkelijke stukken” van Beethoven. Er is niet sprake van een ingewikkelde textuur, er zijn geen moeilijke doorwerkingen. Het tweede lijstje is het lijstje waarop de stukken staan die mij nog steeds het meeste aangrijpen. Dat is in het algemeen juist de muziek die in het wat minder toegankelijke idioom geschreven is. “Beethoven leicht” en “Beethoven schwer” zou je kunnen zeggen. De tien “lichte” stukken worden steeds een beetje “zwaarder”.
Beethoven Leicht
- Für Elise voor piano
- Eerste deel uit de Mondscheinsonate opus 2 voor piano
- Tweede deel uit de Sonate Pathétique opus 13 voor piano
- Tweede deel uit symfonie nr. 7
- Ouvertüre Egmont voor orkest (probeer het verhaaltje te volgen tot en met de onthoofding van Egmont)
- Derde deel uit strijkkwartet opus 59.3. (Het aansluitende vierde deel kun je ook nog meenemen, dat is ook vrij makkelijk om naar te luisteren.)
- Kyrie uit mis in C (de mis begint met het Kyrie)
- Romance in F voor viool en orkest nr. 2
- Laatste deel uit de Frühlingssonate opus 24 voor viool en piano
- Andante con moto uit pianoconcert nr. 4 (mooie dialoog tussen piano en orkest), eventueel met het slotdeel erbij. Dat laatste deel is wel al een stuk moeilijker om naar te luisteren maar wel spannend!
Beethoven Schwer (Luister naar de complete werken en sluit je voor de buitenwereld af zou ik zeggen. Wat een rijkdom…)
- Pianosonate opus 53, Waldstein
- Pianotrio opus 70.1 ,Geistertrio
- Strijkkwartet opus 74
- Pianosonate opus 110
- Strijkkwartet opus 135
- Cellosonate opus 102.2
- Symfonie nr. 9
- Missa Solemnis
- Hammerklaviersonate voor piano opus 106
- Grosse Fuge opus 133
De onderste lijst is makkelijk uit te breiden, ik merkte bij het maken ervan dat de keuze erg moeilijk was. Niet er bij staan bijvoorbeeld de pianosonates opus 101 en opus 111. Ook niet de prachtige diabelli variaties. Of alle pianoconcerten, of de rest van de symphonieën.
Hierboven staat een stuk van Beethoven dat de kenners misschien herkennen. Laat het me weten! Als je dit stuk als luisteraar weet te waarderen (je vindt het niet te moeilijk) dan kun je het lijstje “Beethoven Schwer” denk ik aan. Wel afluisteren tot het einde, het wordt steeds “ingewikkelder.”