Kronos

kronos-rubensIn het Prado museum in Madrid hangt een schilderij waarop wordt afgebeeld hoe de Griekse god Kronos een kind op eet. Kronos had zijn vader Ouranos gecastreerd met een sikkel (ook te zien op het schilderij) en at zijn eigen kinderen op omdat hem was voorspeld dat een van zijn kinderen hem van de godentroon zou stoten.

Toen zijn vrouw Rheia in verwachting was van Zeus, week zij uit naar Kreta en baarde daar in het geheim. Om Kronos te misleiden gaf ze hem een in doeken gewikkelde steen, die door Kronos werd verzwolgen. Zo werd Zeus gespaard. Zodra Zeus opgegroeid was, dwong hij Kronos een mengsel van wijn en mosterd in te nemen en alle door hem verzwolgen kinderen weer uit te spugen. Met de hulp van zijn broers, zussen, enkele Titanen en andere medestanders onder de goden overweldigde en onttroonde Zeus Kronos en werd hij de koning van goden en mensen. Samen met zijn broers Hades en Poseidon sneed hij Kronos in stukken en wierp hem in de Tartaros. (Wikipedia).

Het verhaal van de God Kronos doet me ook denken aan het verhaal van de onnozele kinderen. Dit feest op 28 december, drie dagen na de geboorte van Jezus, is ook gebaseerd op de angst van een koning om afgezet worden door een nieuwe koning. Op Wikipedia lezen we:
Herodes was bang dat de komst van een nieuwe Joodse koning het einde van zijn macht zou betekenen. Van de Wijzen uit het Oosten hoorde hij dat die nieuwe koning in Bethlehem geboren zou worden. Toen de Wijzen in een droom vernamen dat Herodes kwaadaardige bedoelingen had en Jezus wilde doden, leidden ze hem om de tuin. Daarop ontstak Herodes in een hevige toorn en liet zijn mannen in Bethlehem en omstreken al de jongens van twee jaar en jonger vermoorden. Jozef had echter in een droom van een engel opdracht gekregen met Maria en Jezus te vluchten naar Egypte waar zij bleven tot de dood van Herodes.

De Romeinse evenpool van Kronos was Saturnus. Galileo Galilei had al iets merkwaardigs gezien bij Saturnus: het leek of er twee maantjes links en rechts vast zaten aan Saturnus. Rubens heeft dat verhaal waarschijnlijk gekend toen hij deze god afbeeldde: we zien een grote ster met aan weerszijden een kleine ster. Niet zo heel lang daarna ontdekte Christiaan Huijgens dat het niet twee vastzittende maantjes waren, maar dat het ringen waren, de beroemde ringen van Saturnus. Maar: niet over de planeet Saturnus, maar over de ster “Kronos” gaat dit verhaaltje.

In de astrologie is het vanzelfsprekend dat naast de zon en de maan ook de planeten invloed op de aarde uitoefenen. Maar het gaat dan vooral om een invloed die werkt op het psychische vlak. Dat valt moeilijk te meten, de uitleg is meestal niet eenduidig, dus is astrologie voor wetenschappers niet meer dan zwetskoek waar enkele charlatans hun brood mee kunnen verdienen.

Inmiddels wordt het steeds meer duidelijk dat alle hemellichamen in ons zonnestelsel in ieder geval op natuurkundig vlak sterk met elkaar verbonden zijn. En in de loop van de geschiedenis is er veel veranderd in planeetbanen, banen van manen, onze eigen maan en ga zo maar door. Elke verandering had invloed op de rest. Alleen: deze veranderingen zijn steeds zeer geleidelijk gegaan. Als we nu naar de aarde zelf kijken dan lijkt het geheel oppervlakkig gezien een onveranderlijke eenheid. Je hebt Noord- en Zuid-Amerika, Azië en Europa, Afrika, Oceanië. Zo zag het er heel lang geleden niet uit. En ook de plaats van de evenaar is verschoven. De Ardennen waren veel hoger, de Alpen lager, en ook de Himalaya was er ooit nog niet. Maar alle veranderingen hadden geleidelijk plaats.

Op korte termijn lijken we als mensen nog in staat om veranderingen enigszins te kunnen beïnvloeden, maar op lange termijn hebben we weinig te vertellen. We zien met name bij het bestuderen van exo-planeten hoe bepaalde processen grote gevolgen kunnen hebben. Zo is er een ster, die de naam Kronos heeft gekregen, die een flink aantal planeten die om hem heen draaiden heeft “opgeslokt”. (De Griekse God Kronos at zoals we zagen zijn eigen kinderen op).  We weten dat dit in de zeer verre toekomst ook ons te wachten staat. Als onze zon is opgebrand dijt hij uit en verslindt in ieder geval Mercurius en Venus, en op aarde zal het zo warm worden dat alle leven “verbrandt.” Maar Kronos doet dit al terwijl hij nog in de bloei van zijn leven is en nog niet is uitgedijd. Dat kan blijkbaar ook. Hoe kan dat? Wetenschappers vermoeden dat het buitenste deel van het planetenstelsel rond Kronos in disbalans is gebracht door de aantrekking van een te dichtbij gekomen andere ster, die daarna weer zijn baan heeft vervolgd.  Daardoor zijn de grote buitenplaneten van Kronos verder naar buiten gezogen en dat had weer tot gevolg dat de binnenplaneten niet meer in balans werden gehouden door deze buitenplaneten. Deze relatief kleine planeten (aarde-achtige planeten) werden nu een makkelijke prooi voor de moederster, Kronos. Het verhaal is dus: als er iets gebeurt met een van de grote planeten, dan heeft dat gevolgen voor de baan van alle andere planeten, en met name ook die van de kleinere planeten. Hoe weten we dat van Kronos?  De ster HD 240430 (Kronos) staat op 350 lichtjaar en is een dubbelster. Zijn metgezel Kryos staat op 2 lichtjaar daar vandaan. Beide sterren zijn even oud en zouden normaal gesproken dezelfde chemische samenstelling moeten hebben. Maar Kryos heeft een totaal andere samenstelling. Kronos bevat veel ijzer, silicium, aluminium en magnesium. Deze elementen ontbreken bij Kryos. Dit zijn typisch elementen zoals we die kennen bij rotsplaneten als de aarde. Na nog verdere onderzoeken zijn wetenschappers eenduidig tot de conclusie gekomen: Kronos heeft een aantal rotsplaneten in zijn directe nabijheid “opgeslokt”, zo’n 12 “aarde’s”.

Nu lijken de banen van de reuzenplaneten in ons eigen zonnestelsel gelukkig vrij stabiel. Maar hoe komt het dat Uranus op zijn kant ligt en rondjes draait, niet volgens de draaiïngsas van de zon en de andere planeten? Uranus is in disbalans gebracht, wellicht al in een vroeg stadium van zijn leven. Het kan ook zijn dat die as nog steeds verandert, dus dat die disbalans een vast gegeven is en dat hij op lange termijn weer op een andere manier gaat draaien. Dat zal van invloed zijn op al de maantjes van Uranus, maar waarschijnlijk ook op andere planeten. Mars heeft twee manen, waarvan men weet dat die binnen niet al te lange tijd verdwenen zijn. Ze zijn dan door Mars opgeslokt. Een van die maantjes draait in tegenovergestelde richting. De oorzaak is waarschijnlijk dat hij ontstaan is uit een verdwaalde asteroïde, daardoor een vreemde richting kreeg en door Mars weer is ingevangen als vreemd maantje. Als die twee maantjes opgeslokt worden door Mars zal dat direct invloed hebben op de beweging van Mars zelf. Die afwijking zal zich ook weer door vertalen naar de beweging van elke andere planeet, met name naar die van de aarde, die staat er relatief dichtbij. Hoe? Dat zullen natuurkundigen vast goed kunnen uitrekenen. En de gevolgen zijn hopelijk niet al te desastreus. Zolang Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus maar niet sterk uit balans raken zal het waarschijnlijk allemaal wel meevallen.

Maar ook relatief kleine veranderingen kunnen uiteindelijk grote gevolgen hebben. Niet alleen alle natuurkundige en scheikundige krachten op de aarde zelf vormen een fragiel geheel, die snel in disbalans kan komen en bijvoorbeeld grote klimaatveranderingen tot gevolg kan hebben. Ook alle leden van het zonnestelsel vormen een geheel dat uit balans kan raken en dan wordt er weer op zoek gegaan naar een nieuw evenwicht. En elk nieuw evenwicht heeft ook  gevolgen voor processen op elke planeet.

Sterrenwichelaars keken naar de planeten, hun stand ten opzichte van de aarde en plakten op die eenmalige toestand een bepaald psychologisch kenmerk. Maar wat ze vooral deden is dat ze ons bewust maakten van: we zijn hier niet alleen op aarde. Ons lot wordt bepaald door de kosmos om ons heen. Astronomen weten inmiddels ook dat ons lot in ieder geval op lange termijn door de kosmos wordt bepaald. Het schilderij van Rubens laat zien wat er onder meer met ons kan gebeuren.

Dit verhaaltje heb ik geschreven naar aanleiding van een van de hoofdstukken uit:
Het kosmisch rariteitenkabinet
Georges van Hal en Ans Hekkenberg
Fontaine uitgevers, 2019. ISBN 978 90 5956 957 7, NUR 917

Over Pieter Simons

Docent muziektheorie. Interesses: geschiedenis algemeen, kunstgeschiedenis, lokale geschiedenis, muziek en muziektheorie, filosofie, astronomie, fotografie, natuur, wilde bloemen. En daarnaast allerlei maatschappelijke dingen als onderwijs en opvoeding
Dit bericht werd geplaatst in Astronomie, kunst en getagged met , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.