Celliste Lidy Blijdorp speelde afgelopen zondag bij Podium Witteman onder meer een deel uit de sonate voor cello solo van de Hongaarse componist Zoltan Kodaly. Het stuk stamt uit 1915, de componist was toen 33 jaar oud. Wat een tumultueuze tijd! We zitten midden in de eerste wereldoorlog en op het gebied van de kunsten zijn inmiddels overal de grenzen verlegd. De eerste atonale stukjes zijn pas zes jaar eerder geschreven, de Sacre du Printemps van Strawinsky is net twee jaar oud, het kubisme is helemaal hot, bijna iedereen zoekt de grenzen op. Kodaly deed dat op zijn manier ook. Hij experimenteerde met toonsoort en klankkleur. In het laatste deel verandert hij de stemming van de vier cellosnaren. De bovenste twee snaren blijven hetzelfde als bij een normale stemming, terwijl de onderste snaren een halve toon lager worden gestemd. Hierdoor wordt zowel het tonale als het expressieve bereik van het instrument uitgebreid. Ook schuwt hij niet voor het gebruik van glissandi en flageoletten, liefst in combinatie met pizzicati of het spelen op de kam. Het is met recht een stuk dat je tot het expressionisme kunt rekenen. Net als Bartok verwijst Kodaly ook naar elementen uit de Hongaarse volksmuziek.

Lidy heeft het stuk de laatste tijd vaak gespeeld, het staat op haar net uitgekomen CD Journeyers. Nu op TV speelde ze dus alleen het tweede deel, en van dat deel eigenlijk ook maar de helft, want na de eerste inleiding sprong ze gelijk naar de reprise. Vreemd genoeg zou dat deel voor mij eigenlijk altijd zo gespeeld mogen worden. Want juist het ontbreken van een herhaling maakt het tot een echte fantasie, iets waarbij het niet om de vorm gaat maar om de expressie, waar het zeker bij dit stuk alleen maar om draait. Dus kun je zo’n stuk beter niet in een strak omlijnde vorm gieten. Hieronder staat een link naar de opname van zondag. Ik heb er ook de noten bij gezet. Je kunt dan kijken naar hoe ze het doet, of je kunt het stuk volgen met de partituur erbij, of nog beter: je luistert met je ogen dicht. Kodaly gaf aan dit deel de titel: Adagio con Gran Espressione. De uitvoering van János Starker in 1948, die ook een grammofoonprijs won, noemde hij een “bijbelse uitvoering”. De uitvoering van Lidy is aards met ruwe klanken, maar telkens weer ga je ook even naar de hemel.
De hele uitzending met veel mooie dingen, maar ook waarin Lidy Blijdorp nog andere stukken speelt en vertelt over de hilarische gebeurtenissen op haar release concert vindt je via deze link
Pingback: De sonate voor viool en cello van Ravel | De kwintencirkel