De sonate voor viool en cello van Ravel

Hoewel Ravel een soort wonderkind was en hard werkte, ervoer hij de tijd dat hij studeerde aan het Conservatorium van Parijs als frustrerend. Omdat hij als pianist geen enkele prijs had gewonnen, verliet hij het Conservatorium in 1895, om twee jaar later terug te keren om er compositie te studeren bij Fauré. In de eerste jaren van de 20e eeuw deed Ravel vijf pogingen om de Prix de Rome te winnen. Zijn uitschakeling in de eerste ronde van de competitie van 1905 veroorzaakte een schandaal, toen de gekozen finalisten allemaal studenten bleken te zijn van één professor, die in de jury zat. Maar tegen die tijd had Ravel die erkenning van een dergelijk succes niet meer nodig. Hij begon al op te vallen met werken als zijn strijkkwartet en Jeux d’eau voor piano. Hij maakte deel uit van een losse kring van Parijse kunstenaars en intellectuelen die zichzelf beschouwden als Les Apaches, buitenstaanders. Hoewel hij de meeste Franse onderscheidingen bleef weigeren, werd Ravel al snel een centrale figuur in de Franse kunsten. In 1918 was Debussy overleden en ook aan Ravel werd gevraagd om bij te dragen aan een speciale Debussy-herdenking. Voor dat concert voltooide hij in december 1920 een stuk dat het eerste deel van de sonate voor viool en cello zou worden. Meer componisten deden mee, er waren ook bijdragen van Bartók, Dukas, de Falla, Roussel, Satie en Stravinsky. Ravel was al in april 1920 met dit deel begonnen en hij zou bijna twee jaar nodig hebben om alle vier de delen van de Sonate te voltooien. “Bij het componeren vind ik een lange periode van bewuste tijd om alles te overdenken in het algemeen noodzakelijk”, schreef Ravel later. “In die tijd ga ik geleidelijk, en met toenemende precisie, de vorm en ontwikkeling zien die het werk als geheel zou moeten hebben. De muziek van deze sonate is tot op het bot gestript. Harmonisch mooi zijn zweer ik tegenwoordig af.”

In diezelfde tijd, in 1921, kocht Ravel een grote villa op 30 kilometer van Parijs. (Tegenwoordig is het huis een museum, zie bovenstaande afbeelding). Hij begon daar een collectie Aziatisch porselein, mechanisch speelgoed en klokken te verzamelen. Ook gaf hij een fortuin uit om op de helling waar zijn huis stond een Japanse tuin aan te leggen, met trappen en verharde paden. De musicus was veel alleen en bescheiden, maar had niettemin een rijk sociaal leven en hij was trouw aan zijn vrienden. Zijn villa werd al snel het verzamelpunt van kunstenaars en schrijvers. Muziekvrienden die er kwamen waren onder meer Arthur Honegger en Jacques Ibert. Ravel maakte regelmatig reizen tussen deze nieuwe woonplaats in Montfort-l’Amaury en Parijs, waar hij allerlei mensen ontmoette of naar concerten of het theater ging. Tot het einde van zijn creatieve leven leidde Ravel in die villa een vreedzaam leven, afgewisseld met reizen naar Baskenland, het land waar zijn moeder vandaan kwam of met concertreizen binnen Frankrijk en een keer naar Amerika. 

Ravel won dus geen prijzen maar werd toch een van de belangrijkste Franse componisten van zijn tijd. Gisteren won Lidy Blijdorp maar liefst twee prijzen. Ze maakte dit jaar een CD, Journeyers, en die kreeg de Edisonprijs voor de beste debuut CD. Ook koos het publiek haar als beste wat haar nog een Edison opleverde. De Edison prijzen voor muziek vormen de oudste Nederlandse muziekprijzen, de winnaars komen van alle mogelijke landen. Zo is de kamermuziekprijs dit jaar gewonnen door het Franse quatuor Arod met hun Album Mathilde. Daarop spelen ze strijkkwartetten van Webern, Schönberg en von Zemlinsky. Ik ken de stukken en heb een fragment van een van de stukken beluisterd: heel mooi gespeeld. Maar er zijn dus ook Nederlandse winnaars, zoals Lidy Blijdorp. Op haar CD staat onder meer de sonate voor viool en cello van Ravel die ze daar speelt met Rosanne Philippens. Bij Podium Witteman mocht hetzelfde duo het tweede deel van die sonate nog eens laten horen.

Opvallend in dit stuk is de majeur-mineur afwisseling, gelijk al hoorbaar bij het openingsmotief in de viool van het eerste deel, maar ook weer aanwezig in dit tweede deel. Ravel kende vrijwel zeker Kodály’s “Duo voor viool en cello” uit 1914, bij de première in april 1922 heette Ravels Sonata ook Duo. Ook lijken er relaties met Hongaarse volksmuziek hoorbaar in met name de scherpe dissonanten en de virtuoze passages, alhoewel deze volgens Lidy voortkomen uit Spaanse volksmuziek. Baskenland, waar zijn moeder vandaan kwam, was een plek waar Ravel vooral op nog latere leeftijd vaak naar toe ging, maar deze sonate heeft niets te maken met Baskische volksmuziek. Ook zuid-Spaanse volksmuziek als de Flamenco is naar mijn idee totaal anders. Ik ervaar zoals gezegd eerder Hongaarse invloeden. Ravel kende immers de muziek van Bartok en Kodaly en in Parijs waren ook veel zigeunerorkestjes die muziek uit die streken speelde. Bij dit liedje, gezongen en gespeeld door “Moldavian Scángó people”, ervaar je volgens mij vergelijkbare majeur-mineurovergangen als bij het stuk van Ravel:

Hieronder hoor je het tweede deel van de sonate van Ravel, zoals gespeeld bij podium Witteman. Je kunt de muziek volgen met de partituur erbij.

Het interview gevolgd door deze muziek kun je ook vinden via onderstaande link, spoel dan door naar 52 minuten:

https://www.npostart.nl/podium-witteman/29-11-2020/VPWON_1318124

Over Pieter Simons

Docent muziektheorie. Interesses: geschiedenis algemeen, kunstgeschiedenis, lokale geschiedenis, muziek en muziektheorie, filosofie, astronomie, fotografie, natuur, wilde bloemen. En daarnaast allerlei maatschappelijke dingen als onderwijs en opvoeding
Dit bericht werd geplaatst in muziek en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op De sonate voor viool en cello van Ravel

  1. Jeanneke zegt:

    Leuk artikel. Ik had al eens gehoord, dat Ravel een hele kamer vol kitsch in zijn huis had!
    Ken je de muziek uit de link óók? Het is het stuk dat hij in zijn jonge jaren instuurde voor de Prix de Rome. Het is een heel andere Ravel dan menigeen kent.

    https://www.muziekweb.nl/Link/DBX0649/Cantatas

    Geliked door 1 persoon

  2. Die kende ik nog niet. Ja hij moest componeren in een laat-romantische, enigszins Duitse stijl, zoals bijvoorbeeld Saint-Saens ook zijn pianoconcert maakte in die tijd. Interessant. Ook de uitvoerenden..

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.