Op onderstaande foto zien we de grote Magelhaense wolk, die op het zuidelijk halfrond te zien is, zelfs met het blote oog. Het is een dwergsterrenselsel dat qua gravitatie waarschijnlijk onafhankelijk is van onze eigen Melkweg, het is een min of meer toevallige passant en het bevindt zich op gemiddeld 157000 lichtjaar afstand.

De meeste andere nabijgelegen dwergstellenstelsels daarentegen draaien om onze eigen Melkweg heen. Deze dwergsterrenstelsels blijken veel onopgeloste geheimen te verbergen. Wetenschappers onderzoeken ze en snappen van veel dingen niets. Ik probeer er op mijn manier ook een beetje naar te kijken. De microkosmos weerspiegelt toch de macrokosmos? Geheimen die ver weg zijn blijken misschien minder geheimzinnig te zijn als je ze wat dichterbij plaatst. Maar om welke geheimzinnige dingen gaat het eigenlijk?
Laten we eerst eens kijken hoe melkwegstelsels zijn ontstaan. De gangbare theorie luidt als volgt: kort na de oerknal begint onzichtbare donkere materie samen te klonteren in kleine, min of meer bolvormige wolkjes. Die donkere ‘halo’s’ trekken met hun zwaartekracht ook gewone, zichtbare gasatomen aan. Uit dat gas ontstaan sterren en zo worden talloze kleine stelsels van sterren gevormd: dwergstelsels. Al vrij snel voegen die zich samen tot weer grotere sterrenstelsels, zoals de Melkweg en onze buur, het Andromeda melkwegstelsel.. Die blijven vervolgens tot op de dag van vandaag groeien door steeds weer nieuwe dwergstelsels te verorberen.
Maar wetenschappers in Groningen vermoeden dat de werkelijkheid wel eens behoorlijk anders zou kunnen zijn. Om te beginnen zijn er te weinig dwergstelsels. Vanuit simulaties zouden er al honderden rond onze eigen Melkweg gevonden moeten zijn, maar het zijn er slechts enkele dozijnen. Zijn die er toch en bestaan ze misschien uit louter donkere materie? Die zouden ook zwaartekrachtwerking moeten hebben maar die is niet gevonden. Ook klopt de snelheidsverdeling binnen een dwergstelsel niet. Vlakbij het centrum zouden de sterren veel sneller moeten bewegen dan daarbuiten en dat blijkt niet zo te zijn. En waar bevinden de dwergstelsels zich? Volgens de gangbare theorie zou elk groot Melkwegstelsel overal in de rondte omgeven moeten zijn door dwergstelsels, maar het blijkt dat ze zich bevinden in een vast vlak, dat blijkt ook bij andere melkwegstelsels zo te zijn. Ook de samenstelling van de elementen is vreemd, er komen vrij veel zware elementen als Europium in voor, iets dat je niet zou verwachten. Op de aarde zijn een aantal verschillende wetenschappelijke teams met deze vraagstukken bezig, ze zijn het in veel opzichten niet met elkaar eens, wat aangeeft hoe moeilijk dit soort onderzoeken zijn.
In het artikel in de Volkskrant van zaterdag 4 september van de hand van Govert Schilling dat hierover ging worden nog veel meer aspecten aangesneden. Graag verwijs ik naar dat artikel. Ik vind het leuk om er op mijn eigen manier ook een beetje over te filosoferen. Om te beginnen het laatst vermelde probleem: alle dwergmelkwegstelsels bevinden zich in een plat vlak rond het moeder Melkwegstelsel. Dat doet me denken aan de planeten om een zonnestelsel, die zich ook in een vast plat vlak bevinden. En dat heeft weer te maken met de ontstaansgeschiedenis van het zonnestelsel: voordat alle planeten in een vrijwel platte schijf gingen draaien waren er heel erg veel kleine rotsen en planeten die alle kanten op gingen. Door de tijd heen zijn deze objecten tegen elkaar aan gekomen en zijn ze op een nieuw pad gestuurd. De grotere planeten ”aten” de kleine op als deze elkaar ontmoeten en zo werd het zonnestelsel opgeruimd. Toen er alleen nog grote planeten over waren die nog steeds verschillende kanten opgingen, was het gewoon wachten tot er een botsing kwam. Na een lange tijd gebeurde dit, en dan werd het pad van beide planeten aangepast. Doordat er in één bepaalde richting meer planeten draaiden, werden de planeten die niet in die ene richting draaiden op een gegeven moment geëlimineerd door planeten van de sterkste groep. Dat zijn de huidige planeten van ons zonnestelsel. En die bewegen nu zodanig dat botsingen slechts uiterst zeldzaam zijn geworden.
Het lijkt me geen onlogische gedachte dat zoiets ook aan de hand is met de dwergstelsels. Het zijn er ooit veel meer geweest, die op verschillende manieren om onze Melkweg draaiden. Maar ze raakten met elkaar in botsing en versmolten. Het werden er minder en de dominante richting van die nieuwe, grotere dwergstelsels ging overheersen.
Alles lijkt zich van groot naar klein te herhalen, de microkosmos weerspiegelt de macrokosmos. Bij dit alles is er een proces in de tijd gaande waarbij elke onstabiele situatie geleidelijk overgaat in een meer stabiele. Een tijdlang lijkt er niets aan de hand. Als twee dwergstelsels elkaar uiteindelijk elkaar toch weer te veel naderen dan is er een nieuwe instabiliteit ontstaan die tot gevolg heeft dat de baan van alle sterren in die stelsels gaat veranderen totdat er uiteindelijk weer een nieuwe stabiliteit ontstaat. Ons eigen melkwegstelsel heeft een spiraalvorm, net als dat van onze buur, het andromedastelsel. Berekeningen laten zien dat beide stelsels elkaar in de verre toekomst (over vier miljard jaar) te dicht zullen naderen. Ze versmelten en uiteindelijk krijgt het nieuw ontstane stelsel een nieuwe vorm: het wordt een groter, ellipsvormig melkwegstelsel, zoals er overigens al veel zijn in het heelal. Elke ster in dat stelsel, dus ook onze zon, krijgt een andere baan. De hemel zal er vanaf de aarde gezien behoorlijk veel anders uit gaan zien. Maar vier miljard jaar, dat is erg lang. Dat is net zo lang als dat de aarde op dit moment bestaat. En in die vier miljard jaar zijn er in het verleden zoveel dingen gebeurd die allemaal veel ingrijpender waren voor al het leven op aarde, dat filosoferen over deze gebeurtenis in de verre toekomst nauwelijks relevant lijkt te zijn voor in ieder geval de huidige aardse bewoners.
In het verleden waren er talloze volkeren op aarde. De volkeren in Amerika hadden geen benul van de volkeren in Europa of Afrika. Deze volkeren raakten op drift: de grootste en sterkste volkeren palmden de kleinere in. Dat proces is blijven doorgaan totdat er nu nog maar een paar volkeren over zijn. Hun neuzen staan nog niet dezelfde kant op. Maar door de globalisering begint het er wel al sterk op te lijken. Over een tijd zijn er nog steeds een aantal machtige volkeren. Ze zijn anders, maar ze botsen niet meer, hun neuzen zijn gericht naar dezelfde kant, in hetzelfde platte vlak. Daarnaast zijn er nog een aantal kleinere dwergvolkeren, die we niet goed begrijpen. Ze laten zich niet gemakkelijk inpalmen. We snappen niet veel van hen, hun cultuur is heel anders. Eigenlijk willen we ze verorberen.
Tot voor kort was Europa redelijk overzichtelijk als je keek naar de religieuze achtergrond. In het noorden was men protestant, in het zuiden katholiek. Maar nu is het veel diffuser. Er zijn veel moslims bij gekomen. En alles heeft zich vermengd. En er is een al langer bestaande sekte dominant geworden, de sekte van atheïsten. Kun je je daar tegen wapenen, als tegen een coronavirus? Zullen de spiraalvormige godsdiensten overgaan in een elliptisch atheïsme? Dat niets snapt van de nog steeds vreemde dwerggodsdiensten?
Microkosmos als weerspiegeling van de macrokosmos. Als je er midden in zit zie je het veel minder goed. Maar het hele leven is denk ik een weerspiegeling in kortere tijd van de grootse dingen die zich op lichtjaren afstand afspelen. Een eeuw aards bestaan is als miljoen jaren eeuwigheid. Als we die geheimzinnige dwergsterrenstelsels beter begrijpen dan snappen we misschien ook wat meer van onze buren.