Het leukste moment van de dag vinden mijn drie kleinkinderen het Sinterklaasjournaal. Het geloof in de Sint is sterk tanende, zelfs bij de jongste die net zes jaar is geworden. Maar zij, en ook de oudste van negen, willen allebei graag geloven. Dus ze bouwden samen een stoomboot en speelden stukjes van het Sinterklaasjournaal na. Ze willen er niets van missen. Ook al was de consternatie groot, toen na enkele dagen de pakjesboot zonk: hun geloof leek zich even te herstellen. Ik zag tranen in de ogen van de oudste en vertelde toen maar snel met een lachend gezicht: ‘wat hebben ze toch weer aparte dingen weten te verzinnen, de mensen van het Sinterklaasjournaal!’ Dat was genoeg om weer even met beide voeten op de grond komen te staan en hij lachte met me mee.
Op orgelles mocht Gijs improviseren. En hij kreeg voor thuis een improvisatie-opdracht mee: verzin een elegie in F-mineur op basis van het liedje “zie ginds komt de stoomboot” Vandaag was hij bij ons en ik legde hem uit wat een elegie was: dat is een klaagzang. Ik vertelde over vrouwen die in de Middeleeuwen verplicht moesten huilen als er een vorst was overleden.
-’Zeker net zoals toen de president van Noord-Korea was overleden’ wist hij zich te herinneren.
-‘Juist ja, precies zo iets. En in plaats van huilen kun je ook een droevig lied maken, dat noem je dan een elegie.’
Het stuk moest verder ook nog eens in een ABA vorm staan.
-‘Waarom in een ABA vorm?’
-‘Dat weet ik ook niet. Dan hoor je iets weer van daarvoor terug komen, dat zal het wel zijn.’
Gijs ging improviseren. Hij begon in Es mineur! Dat is een toonsoort met maar liefst zes mollen aan de sleutel! Het eerste deel kreeg vooral een lang orgelpunt in het pedaal. Het tweede deel bestond uit allemaal kleine stukjes die een echo van elkaar waren. Al improviserende maakte hij zich die moeilijke toonsoort een beetje eigen. Toen ging hij op een vreemde manier moduleren en kwam opeens in F-mineur uit, de toonsoort van de opdracht. Ook nu hoorde ik weer veel orgelpunt, inderdaad ontstond er zo een soort ABA-vorm. Op het einde speelde hij een akkoord met een lang doorklinkende picardische terts, het werd daardoor F-majeur. De klaagzang leek plots toch nog goed af te lopen. Ik vertelde dat ik moest denken aan de pakjesboot die was gezonken, maar dat einde klopte dan in dat geval niet helemaal. Het werd immers opeens majeur.
-‘Het was toch goed afgelopen? In Hellevoetsluis was er immers een nieuwe pakjesboot gebouwd?’ Gijs wist onmiddellijk de logica van zijn F-majeur akkoord. Ik denk dat ik de volgende week weer een heel andere elegie ga horen als hij weer orgelles heeft. Misschien een elegie die me doet denken aan een heftig zinkende Titanic… Nee, dan toch maar liever dat majeur slot van de veelbelovende nieuwe pakjesboot.
Een bijzondere improvisatie! Ook de verglijdende abstracte filmbeelden combineren daar mooi bij. Wat een vooruitgang horen we. Leuk beschreven ook, Pieter. Dank! H en H.
>
LikeLike
Ik vond het ook mooi hij ging er helemaal in op. De eerste minuut heb ik jammer genoeg gemist
LikeLike