Het orgel dat je al kunt zien als je bij ons in de straat aan komt lopen en dan kijkt naar het raampje van de gang, dat is vernieuwd. Je ziet nu het orgel van de kathedraal van Auch.

-‘Dat had ik gezien op jouw blog opa, ik wilde het namaken.’
We waren naar orgelles geweest. Na de les liepen we door de Pauluskerk, Gerben moest de deur afsluiten.
-‘Wat heb je eigenlijk gespeeld in Engeland, Gerben?’
Gerben had niet verteld dat hij die week in Bradford een concert had gegeven maar omdat Gijs die week geen les had gehad wilde hij van mij weten waarom Gerben er niet was. Ik wist het ook niet maar had het op de betreffende facebookpagina opgezocht. Dus wist Gijs nu dat hij in Engeland was geweest.
-‘Ik heb Sweelinck, Nieland en Daan Manneke gespeeld, verder Bach en Reger.’
-‘O ja, natuurlijk. Omdat het Regerjaar is.’
-‘Precies’.
-‘Opa, ik moet eigenlijk ook nog iets van Reger spelen.’ Ik sprong op die suggestie in:
-‘Je weet dat Reger erg moeilijk is, toch?
-‘Ja maar dat stuk wat jij speelde Gerben, bij de ingebruikname van het gerestaureerde Moreau-orgel, dat was toch niet zo moeilijk? Hoe heette dat stuk ook al weer, iets van “Morgenstern?”’
-‘Wie schön leuchtet der Morgenstern. Ja dat is iets minder moeilijk inderdaad.’
-‘Ja, ik vond het een mooi stuk. Je kon heel goed horen hoe het lichter werd en de morgenster tevoorschijn kwam, toch?’
-‘” Venus”, vulde ik aan.
Gerben glimlachte.
-‘Misschien moet je dat maar eens proberen na te spelen.’
Thuis ging hij gelijk orgel spelen. Ik hoorde de mooie klanken van een favoriet stuk van hem, van Widor.
-‘Eten!’ Hij kwam naar beneden. 10 20 30 40.. hij telt in recordtempo tot 100. Daarna kunnen we eten.
Na het eten kijken we vaak naar iets op Youtube. Hij zette dit keer een orgelstuk van Bach op. Het stond in H-moll. Daarover zo meteen meer.
In de auto had hij mij gevraagd wat bémol eigenlijk betekende. Een bepaald Frans stuk dat hij eens tegenkwam stond in Si bémol. Ik legde hem uit hoe de Fransen de toonsoorten benoemen. Eigenlijk wist hij het al. Ze gebruiken daar de namen do re mi enzovoort, maar dan als absolute toonsoorten. Zoals wij zeggen dat een stuk in C staat zeggen zij dat het in Do staat. Alleen dat woordje bémol dat kende hij nog niet. Ik legde het uit. Gijs maakte associaties. De Engelsen zeggen “B-flat. Maar als ze in Engeland een kruis willen benoemen, wat zeggen ze dan?’
-‘Dat heet “sharp”.’
-‘O ja’.
-‘Weet je Gijs dat ze in Duitsland ook iets raars hebben? Bach schreef een mis in “H-moll”.’
-‘Hè, de letter H?’
-‘Ja. Ze zeggen tegen een “Bes” “B” en tegen een “B” “H”. Vreemd hè? Zo hebben ze overal allerlei gekke dingen.’
We zaten die avond dus achter de TV en gingen kijken naar een fuga van Bach, die stond zoals gezegd in H-moll. Hij wist het nog.
-‘Dat stuk staat dus in B-mineur!’ zei hij triomfantelijk.
We luisterden samen naar het stuk. Daar kwam de tweede thema-inzet. Gijs vertelde wat hij hoorde.
-‘Dat is de tweede inzet. Die staat in Fis mineur. Dat is de dominanttoonsoort.’ Even later: ‘Nu staat het weer in B. En nog wat verder: hier gaat hij naar de paralleltoonsoort, dat is D. Dat vind ik een fijne toonsoort om in te improviseren.’
Mijn vrouw zat naast me en viel bijna van de bank van verbazing. ‘Paralleltoonsoort! Hoe weet hij dat allemaal! Volgens mij kan hij makkelijk eindexamen muziek doen op VWO-niveau, nu al!
Gijs had die ochtend op de basisschool van een vakleerkracht muziekles gehad. De kinderen moesten proberen te luisteren wanneer er telkens weer een ander akkoord kwam, na hoeveel tellen was dat? De kinderen probeerden het volgens Gijs driftig te tellen. Hij had het voor zichzelf maar wat moeilijker gemaakt. Telkens als het akkoord veranderde noteerde hij het nieuwe akkoordsymbool. Met een schuine streep eronder liet hij nonchalant ook nog zien welke noot op dat moment in de bas zat. Ik had het gezicht van de docent wel eens willen zien…. Op het einde van de les mochten enkele kinderen iets op het keyboard spelen. Gijs speelde uit zijn losse pols de Turkse mars van Mozart…
-‘Opa, wil jij nog iets op de televisie zien? Ik ga nu even orgel spelen.’ Hij liet de fuga in H-moll van Bach voor wat hij was, er was uiteraard al weer tig keer naar een andere toonsoort gemoduleerd. Daar klonken wederom mooie orgelklanken vanuit de bovenverdieping. Ik sloop naar boven en nam wat ik hoorde gedurende 5 minuten op. Toen hij klaar was keek hij om:
-‘Vond je het mooi opa? Ik had zin om op het Cavaillé-Coll orgel van Caen een Franse improvisatie te spelen.’
Ik had Franse muziek op een Frans orgel gehoord. Ik vond het mooi.
En ook oma Tiffer vond het heel mooi!
LikeLike
Pieter, wat een verrassing deze improvisatie van Gijs. En daaraan voorafgaand dat luisteren en noemen van de toonsoorten waarnaar genotuleerd wordt. H/ij hoort dat maar berekent het volgens mij ook. Ik sta paf! Wat fijn dat hij weer zo naar het orgel trekt. De Michael Jackson periode is kennelijk achter de rug? Dit past beter bij hem. Hoewel ik moet zeggen dat hij zijn imitatiekunst er goed mee op peil heeft kunnen houden. Jammer dat we zo ver uit elkaar wonen. Maar gelukkig dat jij er bent, zodat we er niet totaal buiten gehouden blijven. Nog enkele weken, dan vertrekken we naar Frankrijk! We kijken daar erg naar uit en zijn van plan om het onderste uit de kan te halen. Misschien wordt dit de laatste keer vragen we ons af. Of we elkaar voor die tijd nog zien weet ik niet. Zoals ieder jaar loopt onze agenda langzaam maar zeker vol. Als we dan op onze bestemming aankomen vallen we uitgeteld neer op een fauteuil en moeten we nodig bijtrekken. En dat terwijl we gepensioneerd zijn en nergens aan verplicht zijn. Maar ik klaag niet, ik vind dat we een fijn leven hebben. Gaan jullie ook nog weg? Lieve groeten van ons beiden, Hans
>
LikeLike