Dromen in je moedertaal

In voorgaande decennia kwam ik regelmatig in de binnenlanden van de Elzas, en vooral in de Vogezen. De officiële taal is daar Frans. Zo’n dertig jaar geleden kende daar ook bijna iedereen Duits. Op het kerkhof van een willekeurig dorp zie je nog steeds vrijwel uitsluitend Duitse namen. De autochtone bevolking heeft heel duidelijk een Duitstalige achtergrond. Maar in de negentiende en vooral twintigste eeuw is het dan toch Frans geworden wat men er dient te spreken. Anders dan stukken van Italië, België of Zwitserland is dit gebied in Frankrijk niet erkend als een gebied met een Duitstalige gemeenschap. Het Duits is er zelfs inmiddels bijna uitgeramd. Zo snel kan dat gaan. Ik zat er ergens in de tachtiger jaren van de vorige eeuw in een dorpskroeg. De mensen spraken dialect.  Ik kon er geen touw aan vast knopen maar luisterde vooral naar de aparte tongval en de klankkleuren die me vertrouwd in de oren klonken. Ja, het leek een beetje op Letzeburgs, een van de officiële talen van Luxemburg. Maar de vertrouwdheid zat hem nog meer in de verwantschap met mijn eigen taal, het Limburgs. Ik hoorde allerlei klanknuances, veel klinkers, veel meer dan het Nederlands er kent. Ik hoorde ook een zekere zangerigheid. De mensen kwamen me gelijk sympathiek over, erg eigenlijk… Ik hoorde een taal die duidelijk onderdeel was van de vele Nederrijnse dialecten. Als ik een Deense film hoor dan herken ik zelfs daar in veel klanken die een verwantschap hebben met dat Nederrijns. Het is volgens mij een heel oude taal. Je eigen taal geeft een gevoel van vertrouwdheid. Toen ik enkele jaren geleden met “Hollandse” vrienden in Limburg vertoefde viel het hun op dat ik zo makkelijk communiceerde met iedereen. Het kwam vooral door de taal. Ik was weer een beetje thuis.

Maar mijn tweede taal is Nederlands. Ook daar voel ik me redelijk gelukkig in. Les geven deed en doe ik in het Nederlands. Ik heb het ook enkele jaren bij enkele groepen in het Engels gedaan. Potjesengels. Ik vond het verschrikkelijk, vooral praten over muziek. Muziekanalyses maken met de studenten. Een muziekanalyse is meer dan een technisch verhaal. Dat zou je schematisch kunnen neerzetten en van Engelse termen voorzien. Nee, er gebeuren in de muziek dingen die vaak een emotionele lading en werking hebben. Bij de analyse van een stuk is dat meestal mijn uitgangspunt. Hoe werkt het? Hoe komt het dat het zo werkt? En dat gaat mij niet goed af, daarover praten in  “potjesengels”.

Toen ik in Maastricht studeerde op het Conservatorium waren er bij sommige vakken heel kleine klasjes. Muziekanalyse werd gegeven in klasjes van meestal niet meer dan vier studenten. Het was geen hoorcollege. Het was feitelijk een soort workshop, er was voortdurend interactie. Het ging over muziek. Gedurende een bepaald jaar zat ik in een klasje met uitsluitend “Limburgers”. Mijn docent was geboren Maastrichtenaar. Hij vroeg of hij de les muziekanalyse mocht geven in het Limburgs. Niemand had bezwaar. Heerlijk! Praten over muziek in je moedertaal.

Mijn zwager is zo’n dertig jaar geleden naar Frankrijk verhuisd. Hij droomt en denkt inmiddels in het Frans. Hij kan soms niet op Nederlandse woorden komen. Als je in het Engels gaat lesgeven in vakken als een taal, in geschiedenis of filsofie, dan zou je misschien eerst enkele jaren in Engeland moeten gaan wonen. Totdat je denkt en droomt in het Engels. Maar eigenlijk zouden de studenten dat dan ook moeten doen. Want je wilt toch graag interactie? Hoorcolleges in het Engels kun je schrijven in het Nederlands, goed laten vertalen en een native speaking lector laten oplezen, iemand met een mooie stem en een goede voordracht. En neem dat dan gewoon op, en zet het online. Dan kan iedereen het terug zien. Maar ga er over praten in kleine groepjes, soms met een docent erbij. In het Engels? Zorg dan dat je iemand hebt die ook droomt in het Engels.

Enge dromen heb ik volgens mij in het Nederlands. Heel enge dromen in het Engels. Maar ik slaap het lekkerst als ik droom in het Limburgs. En ik droom meestal goed. Hoe zouden die mensen in de Elzas tegenwoordig dromen?

Over Pieter Simons

Docent muziektheorie. Interesses: geschiedenis algemeen, kunstgeschiedenis, lokale geschiedenis, muziek en muziektheorie, filosofie, astronomie, fotografie, natuur, wilde bloemen. En daarnaast allerlei maatschappelijke dingen als onderwijs en opvoeding
Dit bericht werd geplaatst in Geschiedenis, pedagogiek en onderwijs, taal en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

3 reacties op Dromen in je moedertaal

  1. Nog even een aanvulling. Lesgeven in het vak Nederlands doe je uiteraard altijd in het Nederlands, juist ook aan buitenlanders!

    Like

  2. Sjannes zegt:

    Ik woon al jaren in NoordHolland en ik weet nog dat ik de eerste periode in het Limburgs droomde, maar inmiddels nooit meer. Toch onderhoud ik het dialect nog wel met mijn familie en Limburgse vrienden. Apart hoe die hersenen werken.

    Like

  3. En ik voelde me altijd bij de familie horen als ze heerlijk met elkaar Limburgs gingen praten. Ik sprak en spreek het absoluut niet, maar begrijpen doe ik vrijwel alles. Maar je voelde hoe prettig ze het vonden om Limburgs te kunnen spreken. Prachtige taal….

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.