In de Eifel zijn in het verleden veel vulkanen actief geweest. Als je het “Vulkanpfad” volgt krijg je een buitengewoon leerzame toelichting midden in de natuur: zowel de vulkanische activiteiten maar ook de latere ontginningen van basalt en tufsteen worden prachtig aanschouwelijk gemaakt. Voor de rondtocht van 6,6 km moet je zeker drie uur uittrekken omdat er soms stevig geklommen moet worden, maar ook omdat je veel toelichtingen wilt lezen.
De laatste enorme uitbarsting was 13000 jaar geleden. Dat is eigenlijk nog niet eens zo lang geleden. Zo tegen het einde van de laatste ijstijd. In de enorme krater ontstond een meer, de huidige Laacher See. De uitbarsting was zo hevig dat lavadelen ver werden verspreid door de lucht, tot wel in Zuid-Zweden.
Vlakbij dat meer liet paltsgraaf Heinrich II in de elfde eeuw een burcht bouwen, en later ook een klooster, het huidige klooster “Maria Laach”. De kloostergebouwen zijn intussen compleet vernieuwd, maar van de oorspronkelijke Romaanse kerk is nog veel over. Deze kerk is opgebouwd uit zowel tufsteen als basaltblokken.
Toen Heinrich II in 1095 overleed was pas een klein deel gereed. De kerk werd uiteindelijk in 1156 gewijd, maar ook daarna werd er nog een eeuw lang van alles aan toegevoegd, zoals tussen 1220 en 1230 het zogenaamde paradijs: een apart staand atrium met binnentuin aan de westkant.
In de loop van de tijd kwamen er diverse aanpassingen: eerst in gotische, later in barokstijl. Maar in de twintigste eeuw zijn die aanpassingen, afgezien van twee gotische ramen, weer allemaal verwijderd en is de kerk nu weer vergelijkbaar met hoe hij er uit zag in de dertiende eeuw. Er zijn ook nog plastische elementen uit die tijd bewaard gebleven: met name de kapitelen van het paradijs uit 1220. Je zou ze nog laat-romaans kunnen noemen, maar de fantasievolle mystieke figuren zoals die een halve eeuw er voor werden vervaardigd in bijvoorbeeld de Servaaskerk van Maastricht of de Magdalenakerk van Vézelay zie je in deze kerk minder terug. Het meest verwant daarmee zijn de hieronder afgebeelde sculpturen 3 en 4. Op 3 zien we een man die in beide handen de kop van een soort hagedis omklemd houdt. In afbeelding 4 zien we een jonge man (of is het een jonge vrouw?) die iets op zijn hoofd vast houdt, gezeten op een dierlijk wezen met een mensenhoofd en een soort kaboutermuts. Achter dit geheel staat iemand dreigend met een knuppel. Alles is stijlvol uitgevoerd. Naast mensen, duivels en (vreemde) dieren laat het merendeel van de kapitelen allerlei vegetatie zien.
Van rond 1400 zijn er twee mooie beelden te zien: een pieta en een Mariabeeld met bloem.
Zowel in het koor als ook in de zijkoren zijn mooie mozaïeken gemaakt rond 1900 in Byzantijnse stijl.
Heinrich II, de stichter van de abdij, heeft 150 jaar na zijn dood een praalgraf gekregen in de kerk. Het doet me denken aan het dubbelgraf van graaf Gerard III van Gelre en zijn vrouw Margaretha van Brabant in de Munsterkerk van Roermond. Dit praalgraf is ongeveer in dezelfde tijd gemaakt als dat in Maria Laach.
Bij het klooster is verder van alles te beleven. Er is een winkel waar biologische producten worden verkocht, je kunt er wat eten en drinken, er is een beeldentuin, een grote museumwinkel met boeken en kaarten, een klein museum waar ook een film van 20 minuten over kerk en klooster wordt vertoond, er is een hotel waar je kunt overnachten en met de monniken de diensten kunt bijwonen en je kunt prachtig wandelen helemaal om de Laacher See heen. Het is een uitje waard!