De blik naar boven

Door de moeder van mijn schoonzoon werd ik attent gemaakt op een podcast van Marjolijn van Heemstra. Zij vertelt over de toenemende lichtvervuiling in Nederland en spreekt hierover met verschillende mensen. Haar verhaal is uit mijn  hart gegrepen. Nu las ik vanochtend in de krant dat er alweer een nieuw zorgenkind is:  dat is het feit dat er steeds meer satellieten om de aarde gaan draaien, waaronder ook steeds meer satellieten met een licht weerkaatsend oppervlak waardoor je ze vanaf de aarde goed kunt zien. Astronomen vrezen dat het bestuderen van het heelal in gevaar komt. Dat op zich kan kwalijke gevolgen hebben voor de wetenschap, maar er gebeurt ook nog wat anders. Door de toename van de onnatuurlijke lichtpuntjes zullen de mensen binnenkort een heel ander beeld krijgen van de sterrenhemel omdat de sterrenbeelden over een tijd gewoonweg “niet meer kloppen”.

Gisteren zag ik een uitzending van Govert Schilling op NPO2 over onder meer onderzoek naar buitenaards leven. Hij hing naar Hofwijck, het voormalige woonhuis van Christiaen Huygens en sloeg diens boek Cosmotheoros open en citeerde letterlijk hetzelfde fragment dat ik drie jaar geleden in een blog ook al eens aanhaalde. In Hofwijck ben ik de laatste jaren twee keer geweest, onder meer met twee van mijn kleinkinderen en de herkenning van het plaatje: het kasteel, maar ook van het interieur, was daardoor dus dubbel zo sterk. Maar Govert Schilling  ging in die uitzending ook naar Arizona  en een van de dingen die mij daar verbijsterde was de ongelooflijk mooie sterrenhemel. Er zijn in de VS enkele zogenaamde dark cities, steden waar het ’s nachts verplicht donker is. In Europa zijn er inmiddels ook twee van die  steden: Fulda in Duitsland en Møn and Nyord in Denemarken. En  nog ergens in Schotland en op een van de kanaaleilanden. Maar Nederland is zo dicht bevolkt, één enkele stad is te weinig. Het gaat ook om bijvoorbeeld wegen en kassen. Maar goed, het zou een begin kunnen zijn.

sterrenhemelDaar in Arizona, een eindje buiten die stad, daar was het echt helemaal pikkedonker. Adembenemend mooi. Govert Schilling kreeg een nachtkijker en hij zag ongelooflijk veel  sterren. En hij is wel wat gewend, hij is geregeld in Chili. De Andromedanevel die je theoretisch ook in Nederland met het blote oog moet kunnen zien kon je daar met gemak ook écht met het blote oog zien en met een kijker erbij zag je zelfs details. Geen telescoop nodig, nee gewoon omhoog kijken of vrij eenvoudig een nachtkijker er op richten. Wat lijkt me dat fantastisch!  In Nederland heb ik zo wie zo altijd een verrekijker nodig om misschien een of twee keer per jaar met geluk en uitzonderlijk goede omstandigheden een vaag schimmetje op de bewuste plek te zien.

De tijd van Huygens, en zeker die van zijn vader, was op veel plaatsen in Europa een tijd die niet te benijden was. Het was de tijd van de dertigjarige oorlog, rampzalig op veel gebieden. Bij ons waren we toen in de nadagen van de tachtigjarige oorlog en later kregen we nog het rampjaar 1672. Daarna was er nog de inval van Lodewijk XIV. Er zijn dus redenen genoeg om niet terug te verlangen naar die tijd. Ik zou natuurlijk ook geen armoedzaaier moeten zijn die zich leent als huursoldaat of die zich laat aanmonsteren op een koopvaardijschip. Maar die nachten, die stilte…. En als ik in de schoenen van Christiaen Huygens zou staan:  de sensatie van het kijken door steeds betere telescopen en daarna  bij kaarslicht verder mogen filosoferen over het heelal. Die geestdrift die hij toen had bespeur ik in dat boek, waarin hij over zoveel dingen denkt en schrijft, ook over muziek. Dat lijkt me te gek!

We leven in een mooie tijd zonder honger of oorlog. Maar er is tegelijk zoveel verloren gegaan en het gaat in een rap tempo steeds verder achteruit. Hoe stoppen we hier in Nederland om te beginnen die toenemende lichtvervuiling? Sinds de laatste dijkverzwaring is de dijk waar ik aan woon de hele nacht een groot lichtparadijs geworden met om de 50 meter een  lantaarnpaal als een soort stadionmast. En een van die kolossen staat vlak voor onze deur. Het slaapkamerraam waar hij op schijnt zouden we nu van luiken moeten voorzien, er zijn geen gordijnen tegen opgewassen om dat licht tegen te houden. De meeste mensen op de dijk vinden het prettig. Tja. Wie kijkt er ’s avonds nog naar boven?  De mensen laten de hond uit en kijken naar beneden… Om niet in de fel verlichte hondenpoep te trappen.

Ik las een tijd geleden dat iemand gezegd heeft dat je een wijs iemand kon worden door regelmatig naar boven te kijken. Je zou dan voortdurend geconfronteerd worden met je eigen nietigheid. Maar als je nu naar boven kijkt zijn er veel te weinig sterren te zien om je nog nietig te kunnen voelen. De mens bezwijkt zo aan zijn hoogmoed. En het verdwijnen, letterlijk, van het zicht op die nietigheid, dreigt uiteindelijk zijn ondergang te worden.

Over Pieter Simons

Docent muziektheorie. Interesses: geschiedenis algemeen, kunstgeschiedenis, lokale geschiedenis, muziek en muziektheorie, filosofie, astronomie, fotografie, natuur, wilde bloemen. En daarnaast allerlei maatschappelijke dingen als onderwijs en opvoeding
Dit bericht werd geplaatst in Astronomie, Geschiedenis, maatschappij en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

3 reacties op De blik naar boven

  1. leegschrift zegt:

    Dan zit er niet anders meer op dan meer poëzie te gaan lezen. Om de sterrrenhemel te aanschouwen.
    Lichtvervuiling, daar ga ik maar eens goed een paar nachten slecht over slapen.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.