Er zijn nu opeens allerlei extra mogelijkheden voor sommige musici om in deze coronacrisis toch nog te kunnen optreden. Zo heeft het concertgebouw de zogenaamde “Empty Concertgebouw Sessions”. Een muzikant verzorgt samen met maximaal drie door hem of haar geselecteerde andere muzikanten een concert van een half uur in een lege concertzaal. Zo nodigde de violist Rosanne Philippens haar zus Julia, de altviolist Joël Waterman en de cellist Lidy Blijdorp uit. Ze speelden een programma met prachtige stukken van Menuhin/Grapelli, Bach, Ravel, Schumann en Beethoven.
Ik kreeg de link doorgestuurd en toen ik in de keuken bezig was opende ik deze op mijn telefoon. Mijn oudste kleinzoon kwam aangelopen en vroeg nieuwsgierig wat dat was. Geboeid bleef hij kijken en luisteren. Bij elk nieuw stuk vroeg hij aan mij: ‘van wie is dat?’ Een concert van bijna een half uur op een telefoon, zonder problemen bleef hij geboeid luisteren. Dit tot halverwege de Cavatina van Beethoven. Dat was het laatste stuk, toen liep hij pas weg. Dat begreep ik, de Cavatina is een verstild stuk dat niet onmiddellijk toegankelijk is. Maar waarschijnlijk liep hij om een heel andere reden weg. Hij had opeens een idee gekregen, hij wilde iets gaan doen. Die Cavatina, die was van Beethoven en die componist kende hij! Hij ging in zijn eentje een spelletje doen, ik zag hem allerlei rare bewegingen maken met zijn armen. Wat was hij in godsnaam aan het doen? En hij zong er intussen bij: jawel hoor, hij zong de vijfde symfonie van Beethoven, inclusief alle snelle loopjes, wat trouwens niet gemakkelijk is. Toen snapte ik het: hij was een filmpje aan het naspelen. Een filmpje dat al sinds een half jaar in de sociale media circuleert. In dat tekenfilmpje hoor je het eerste deel van de vijfde symfonie van Beethoven, terwijl je intussen fietsers ziet. Een prachtig filmpje waarmee de textuur en de vorm van het stuk op een grappige manier aanschouwelijk wordt gemaakt. En dat deed hij na, met zijn armen. Hij was van heuvels af aan het fietsen, tètètètèh!.
Diezelfde dag was er nog een mooi moment. Mijn vrouw ging achter de piano zitten en begon Debussy te spelen. Onmiddellijk nieuwsgierig liep hij er naar toe en keek zijn ogen uit. Zo kan een piano dus ook klinken, met breed gespeelde gebroken akkoorden. En niet snel daarna ging hij zelf achter de piano zitten en begon te spelen. Al improviserende maakte hij een soort herschepping van de eerste arabesque van Debussy.
Behalve het concertgebouw zijn er nog meer concertzalen die nu mooie initiatieven hebben. Zo is er elke middag een streaming concert vanuit de Doelen Rotterdam. Deze concerten zijn telkens om kwart over 12 te zien op youtube en blijven ook daarna nog terug te zien. De vorige week speelden onder meer de broers Jussen in een lunchpauze concert. Op 1 mei, morgen, is er een concert dat is samengesteld door Lidy Blijdorp, de cellist die ook al in het concertgebouw was te horen. Ze speelt dan samen met Rosanne Philippens. Een aantal stukken zijn bewerkingen die zij maakte van bestaande stukken. Dit concert kun je hier onder vinden, je hoort dan achtereenvolgens:
- Debussy: Syrinx (bewerking voor cello solo)
- Ysaÿe: l’Aurore (viool solo)
- Ravel: Sonate voor viool en cello (drie delen)
- Schumann: “Vogel als Prophet” (bewerking voor viool en cello)
- Enescu: Ciocarlia (bewerking voor viool en cello)
Over dat concert kun je meer lezen op de hermitage blog van een vriendin
Nog zo’n leuk initiatief: Het Rotterdams Philharmonisch orkest gaat steeds meer van hun eerdere opnames streamen. En ook de orkestleden zitten niet stil, ze vertellen iets over hun ervaringen met die stukken zodat je nieuwsgierig wordt om zo’n opname te gaan beluisteren:
’s Avonds brachten we onze kleinkinderen naar huis. Op een gegeven moment zat de oudste helemaal alleen afgezonderd in de huiskamer achter een soort weefgetouw te zingen, terwijl hij aan de touwen zat te plukken. Ik liep even naar binnen.
-‘Wat doe je?’
-‘ Ik speel cello.’
Volgens mij speelde hij het eerste stuk van Menuhin/Grapelli na, en dan wel de cellopartij, dus hij imiteerde Lidy Blijdorp die daar in dat tweede stuk van het “lege concertgebouw concert” heel lang als een contrabassist jazzy zat te plukken. Heerlijk! Hij maakte allerlei fantastische klanken, net zoals in dat stuk. Zijn huisgenoten zaten in de keuken, hij speelde in zijn eentje een “empty concertgebouw concert”. Het publiek was hijzelf. Meer publiek had hij niet nodig. In zijn hoofd is er plek zat, veel meer dan de minimale anderhalve meter.