-‘Opa, de F doet het niet meer.’
-‘De F?’
-‘Ja, deze.’
Hij zong een F.
-‘Dat is toch een F?’
-‘Ja, inderdaad.’
-‘En dit dat is toch een C? En dit een B?
Hij zong een C en een B.
Hij liet horen wat ik eigenlijk al lang wist. Hij heeft een absoluut gehoor. Wat is een absoluut gehoor? Dat je iets op exact de goede toonhoogte vanuit je geheugen kunt nazingen, en dat ook nog kunt koppelen aan notennamen. Dat eerste deed hij al jaren, maar omdat hij nu ook weet hoe de toetsen op piano of keyboard heten kan hij aan die klanken notennamen geven.
Ik ging met hem naar zijn kamer om te kijken wat er met de F aan de hand was. Op zijn keyboard stak de F tweegestreept vervaarlijk omhoog en er was geen beweging in te krijgen. Ik keek er onder en zag dat de uitstekende toets ergens in zou moeten klikken, maar dat lukte niet. Pas een week later toen de F het nog steeds niet deed kreeg ik met een schroevendraaier voor mekaar om het onderste deel ietwat naar achteren te drukken en warempel, het lukte. De F deed het weer.
Hij weet dan wel hoe een F klinkt maar met het noten lezen wil het nog niet vlotten. Wel componeert hij af en toe. In een razend tempo trekt hij wat lijntjes en voorziet die van noten, mollen en nog wat andere tekens. Trots liet hij me een nieuwe compositie zien.

- ‘Wat betekent dat, “Bachtellen”?
- ‘Zo heet het stuk.’
- ‘En wat betekent 15k?’
- ‘Dat is een zelfverzonnen naam. Zo heet het stuk als tweede naam.’
- ‘OK.’ Kun je het ook spelen?
- -Hmm. Zo?
Hij ging achter het keyboard zitten en ging ter plekke wat improviseren. Het leek op geen meter op wat daar op papier stond.
- ‘Wat jij speelt klinkt heel anders als wat je hebt opgeschreven. Zal ik dat eens proberen op te schrijven?’
Ik had goed geluisterd naar het begin en schreef uit mijn hoofd de eerste maten op van wat hij net gespeeld had. Hij speelt veel met de sound van kerkorgel. Binnenkort mag hij een keer op een echt kerkorgel spelen! Thuisgekomen zette ik het stukje in Sibelius en stuurde het aan hem op. Hij heeft sinds kort een eigen email-adres. Hij vond het mooi. Maar het wordt nu toch echt tijd om dat noten leren serieus aan te pakken.
Op de lessenaar van de piano staan de bagatellen opus 126 van Beethoven. Die ben ik weer eens aan het studeren. En opeens viel het kwartje. “Bachtellen” was natuurlijke bagatellen! Hij had dat zien staan, had geen flauw idee wat dat betekende en had er iets van gemaakt: “Bachtellen”! Wat een mooi woord eigenlijk. Ook stond in dat stuk een paar keer cresc. Ook dat kende hij niet maar hij voegde het aan zijn manuscript toe, “crenc”.
De F is weer gerepareerd. Ik ben even keyboarddokter geweest. Er zijn ook echte dokters en verplegers. Als er op school een ongeluk is gebeurd gaat in razend tempo een ambulance die kant uit. Hij stopt vlak voor de school. De juf, of is het de moeder, staat voor de ambulance (ulance kun je niet meer zien) en is helemaal ontdaan: wat erg! Een verpleger spreekt de vrouw bemoedigend toe. De andere ontfermt zich over het arme kind. Maar het komt vast weer goed. Net als met de F.

Bedankt. Een heel mooi ,en ontroerend verveel. Erg mooi geschreven. Groeten van ons, NelyVerzonden vanaf Samsung-tablet.
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je wel Nely. Het is een genoegen om met die jongen om te mogen gaan
LikeLike
Pingback: Audio | De kwintencirkel