
Vorig jaar overleed Anner Bijlsma, een van Nederlands grootste cellisten. Hij was ook altijd bij de cello biennale, dit jaar voor de eerste keer niet. Gisteravond was er in het muziekgebouw aan het IJ een concert ter herdenking van Anner Bijlsma. Ook zijn weduwe, de violiste Vera Beths was aanwezig en speelde met een aantal musici de elegie van Suk.

Een aparte rol was er voor de celliste Lidy Blijdorp. Zij heeft twee jaar voordat Anner Bijlsma overleed diens cello in bruikleen gekregen. Zo speelde zij gisteravond ook op dat instrument en wel in maar liefst vier stukken. Een celloconcert van Boccherini, een stuk van Martijn Padding, de elegie van Suk en de elegie nr.1 van Frans Liszt. Dat laatste stuk vond ik persoonlijk die avond het mooiste.
Liszt componeerde dit stuk ter gelegenheid van het overlijden van gravin Maria von Nesselrode-Ehreshoven in 1874. Zij was de dochter van een Duitse graaf. Zij trouwde op zeventienjarige leeftijd met Jan Kalergis, een rijke landeigenaar van Kretenzische adellijke afkomst, die veel ouder was en een jaloerse aard bleek te hebben. Het paar woonde in Sint-Petersburg, waar ook de gravin al vanaf haar zesde jaar was opgegroeid. Hoewel ze een dochter kregen kwamen ze al minder dan een jaar na hun huwelijk met elkaar overeen om uit elkaar te gaan. Zonder formeel te scheiden leefden ze sindsdien afzonderlijk, tot de dood van Jan Kalergis in 1863. Dankzij het geld van haar man had ze een comfortabel leven. Zo kon ze door Europa toeren. Van 1847 tot 1857 woonde ze in Parijs. Gasten in haar salons waren onder meer Liszt, Wagner en Chopin. Na 1857 vestigde ze zich In Warschau. Daar werd ze gastvrouw en beschermer van de kunsten en nam ze deel aan liefdadigheidsconcerten en theatervoorstellingen. Haar middelen waren altijd beschikbaar voor mensen in nood. Maria Kalergis had een aanzienlijke invloed op de ontwikkeling van de muziekcultuur in Warschau. Ze was mede-oprichter van het muziekinstituut van Warschau, nu Conservatorium, en richtte samen met Moniuszko, haar tweede man, de muzieksociëteit van Warschau op, het tegenwoordige Philharmonische orkest van Warschau. In Warschau trad ze ook regelmatig op als pianiste. Na haar dood schreef Liszt zijn Elegie nr 1, bijgenaamd “slaaplied bij het graf” en droeg het stuk aan haar op. Oorspronkelijk schreef hij het voor piano solo, maar een jaar later verschenen er uiteindelijk nog vier versies: een voor piano quatre-mains, een voor piano en viool, een voor piano en cello en tenslotte een voor piano, cello, harp en harmonium. Dat was de versie die deze avond te horen was.
Lidy speelde op de cello de klagende solo, de overige instrumenten fungeerden min of meer als klankdecor. De paar keren dat ik zelf erg verdrietig was vanwege het overlijden van een dierbaar iemand ging ik altijd aan de piano improviseren. Ik speelde mijn eigen klaagzang. En ik weet nog dat ik achteraf heel boze, agressieve klanken afwisselde met tedere klanken, of ook verdrietige. Liszt doet dat ook, ik herken er mezelf een beetje in. Het stuk werd prachtig gespeeld door vier geïnspireerde musici. De dalende chromatiek is op enkele plaatsen hartverscheurend, Lidy laat de cello daar huilen. Ook de vele overmatige drieklanken veroorzaken een droevige sfeer. Maar er zijn ook mooie, tedere momenten. Het einde is buitengewoon verstillend. Je voelt berusting en liefde. Al deze emoties horen volgens mij bij een echte klaagzang.
Je kunt hetzelfde stuk ook bekijken en beluisteren vanuit de stream van gisteravond. (spoel zo nodig door naar 50:00 minuten)
Het hele concert kun je ook terug horen, met in totaal vijf muziekstukken en in het begin is er ook een kleine documentaire over Anner bijlsma te zien. (Spoel voor het hele concert terug naar 5:47 minuten)
De droefenis primeert!
LikeGeliked door 1 persoon