Jaren geleden verdiepte ik me in het leven van Pieter Paul Rubens. Ik kocht allerlei boeken die over hem gaan. Hij heeft korte tijd in Mantua gewerkt, in de tijd dat ook Monteverdi daar werkzaam was. Ze zullen elkaar hebben gekend. Monteverdi is voor mij een van de meest geliefde componisten. De tijd van begin 17e eeuw is voor mij steeds meer gaan leven, doordat ik Rubens en Monteverdi goed heb leren kennen.
Rubens was een groot deel van zijn leven zeer gevierd, maar hij had ook veel tegenslagen. Belangrijke opdrachten waar hij jaren aan had gewerkt werden uiteindelijk schijnbaar achteloos afgewezen. Hij was niet alleen schilder maar hij was vaak ook voor zijn opdrachtgevers een stille diplomaat. Hij bemiddelde indirect bij conflicten. En zo als dat vaak gaat, meer zonder dan met succes. Dan had hij ook nog een gezinsleven in Antwerpen. Zijn mooie jonge vrouw en dochter kwamen te overlijden. Ik schreef er al eerder over. En wat me vooral trof toen ik over hem las: hij was een stoïcijn, hij was bezig met het gedachtengoed van onder meer Marcus Aurelius. Zijn broer had gestudeerd bij professor Lipsius, een classicus die ook met de Stoa bezig was, en Pieter Paul had ook meerdere lessen van hem bijgewoond. We hebben er een befaamd schilderij van Rubens aan overgehouden waarop zijn broer en professor Lipsius te zien zijn.

Gisteren was ik met mijn vrouw in de bioscoop, de bioscoop Kino in Rotterdam. De plek van het oude “Lantaren-Venster”. Na enkele andere functies gehad te hebben zijn de oude filmzalen weer in gebruik als: filmzaal. Net als het nieuwe Lantaren-Venster op de Kop van Zuid is ook Kino een filmhuis, waar je niet naar toe gaat om Hollywood-krakers te zien. We zijn er vroeger vaak geweest, nu dus weer. En er draait op dit moment een prachtige film die meer dan drie uur achter elkaar duurt: “Drive my car”. Het is een Japanse film die me denk ik lang zal bijblijven. Hoe kan een film meer dan drie uur achter elkaar blijven boeien? De film is spannend ondanks het feit dat hij vooral ook veel rust uitstraalt en voor de scenes steeds veel tijd wordt uitgetrokken. De meeste hoofdrolspelers lijken volkomen ondoorgrondelijk. Er gebeuren op emotioneel gebied heftige dingen waar men ogenschijnlijk emotieloos mee omgaat. De levenshouding van de personages lijkt vooral die van een stoïcijn te zijn. Dit is natuurlijk typisch Japans, maar het mooie in de film is dat je desondanks de ingehouden emoties als toeschouwer kan voelen. Er lopen een aantal verhaallijnen door elkaar. Het verhaal van “Oom Wanja”, het toneelstuk van Tsjechov dat gerepeteerd en uitgevoerd wordt. Het verhaal van de regisseur en zijn huwelijk. Het verhaal van de vrouwelijke auto-chauffeur en haar verleden. Oom Wanja zag ik jaren geleden als toneelstuk. Een verhaal met veel levenswijsheid maar waarbij de emoties voortdurend over het toneel tuimelen. Zo ook hier. buiten de toneelvloer is er dan weer die stoïcijnse houding. Alles speelt zich voornamelijk af in Hiroshima waarbij er zijdelings verwijzingen zijn naar het afschuwelijke verleden van deze stad. Maar daar gaat de film niet over. De film bevat veel suggestieve beelden: zee, bergen, tunnels, hevige regen, sneeuw. Je denkt als kijker heel vaak dat er erge dingen gaan gebeuren, je houdt je hart vast. Één filmspeler is anders, hij kan boos worden en er op los slaan. Hij is niet stoïcijns. Hij is het die samen met de taxichauffeur de hoofdrolspeler indirect wijst hoe hij moet omgaan met zijn eigen verleden. Het slot is mooi. Maar dat verklap ik niet. We zagen een buitengewoon indrukwekkende film. “Drive my car”.
