Elk jaar is er wel weer ergens een feestelijke herdenking. De orgelliefhebbers herdenken dit jaar dat César Franck 200 jaar geleden is geboren. 100 jaar geleden werd voor de eerste keer in de Grote kerk van Naarden de Matthäuspassion uitgevoerd. Zoek maar op een jaartal op Wikipedia en je krijgt een waslijst van gegevens en dus mogelijke herdenkingen. En ook is er ieder jaar wel een stad die herdenkt dat het zoveel jaar geleden is dat er stadsrechten werden verkregen. Dit jaar zijn dat Utrecht (900 jaar), Gouda en Steenbergen (750 jaar), Ammerstol (700 jaar) en Woerden (650 jaar). Huh? Ammerstol een stad? Ja, in die tijd blijkbaar wel. Ammerstol is nu een onbeduidend onderdeel van de gemeente Krimpenerwaard maar blijkbaar is dat ooit anders geweest.
Wat betekent dat eigenlijk, stadsrechten? Het gaat in de eerste plaats om een rechterlijke functie. Bij dorpen wordt in de Middeleeuwen recht gesproken door de schout, die meestal in naam van een drost (een bestuurder van een deel van een graafschap) handelt. De opbrengst van straffen gaan direct of indirect na aftrek van de gerechtelijke kosten naar de graaf. (Verbeurdverklaringen, geldstraffen). Een plaats die stadsrechten krijgt heeft vanaf dat moment zijn eigen rechterlijke macht, de schout valt onder het stadsbestuur. Bij stadsrechten horen ook vaak nog andere rechten, zoals het recht van tol heffen of markt houden. Een stad moet altijd betalen om die rechten te krijgen. Deze jaarlijkse betaling is dan weer een alternatieve inkomstenbron voor de graaf. De stad maakt zich enigszins onafhankelijk van het Graafschap. Ook kan een graaf kwistig zijn bij het uitdelen van stadsrechten om zijn graafschap meer aanzien te geven. (“In mijn graafschap zijn er wel 100 steden..”) In Gelre gaf de hertog van Gelre om die reden stadsrecht aan de dorpen Echt en Nieuwstadt.
Utrecht was de tweede stad (na Stavoren) binnen de grenzen van het huidige Nederland die stadsrechten kreeg. Daarna volgden Aardenburg, Hulst, Deventer, ‘s Hertogenbosch en Zutphen. Veel Hollandse steden als Amsterdam en Rotterdam kregen pas stadsrechten in de veertiende eeuw.
Wil je dit jaar meedoen aan de feestelijkheden die bij zo’n herdenking horen dan zul je dus naar Steenbergen, Ammerstol, Utrecht, Woerden of Gouda moeten gaan. Ammerstol blijkt zijn stadsrechten al heel snel weer prijs gegeven te hebben, het was te duur, en alle eerdere rechten vervielen aan Schoonhoven. Steenbergen heeft op de gemeentesite ook geen verwijzing naar feestelijkheden. Het meest in het oog springt de viering in Gouda.
Gouda heeft de Grote of St. Janskerk omgetoverd tot een kerk die weer veel elementen terug laat zien van de periode van voor de reformatie. In 1572 sloot de stad zich aan bij de opstand tegen de Spanjaarden en werden de meeste katholieke verwijzingen verwijderd: het werd een gereformeerde kerk. Het is nog steeds een protestantse kerk, nu Nederlands Hervormd. Elke zondag zijn er meer dan 1000 parochianen bij de zondagsdienst. Het alleroudste deel van de kerk is waarschijnlijk een deel van het koor dat diende als kapel voor de heren van Gouda die vlak erbij hun kasteel hadden. Maar al snel werd die kapel uitgebreid tot een parochiekerk en dat is het altijd gebleven. Het was lang de enige parochiekerk van Gouda, die bestuurd werd door het stadsbestuur, en waarin alle gilden hun altaar hadden. Dat vroeg om veel ruimte. Het is dan ook niet voor niets de langste kerk van Nederland. De stad had altijd veel geld over voor het herstel en de verbouwingen van de kerk. Een van de meest ambitieuze projecten was de beglazing. De hele gotische kerk, met zijn vele en grote ramen, zou voorzien moeten worden van glas-in-loodramen met taferelen uit de bijbel. De beste glazeniers werden aangetrokken. Dit project werd in de beginfase jammerlijk vertraagd door een grote brand in de kerk in 1552. Sommige glazen die al gereed waren konden behouden blijven. Voor de nog te maken glazen werd er gezocht naar sponsors. Elk glas werd betaald door iemand anders, soms door een enkele persoon, vaak ook door een gewest of door een andere Hollandse stad. Zo werd een van de glazen betaald door Margaretha van Parma, de landvoogdes die op dat moment de Nederlanden in naam van de Spaanse koning bestuurde vanuit Brussel. En ook de Spaanse koning zelf, Filips II, schonk een glas. Toen in 1572 de kerk in handen kwam van de gereformeerden werden de altaarstukken, waaronder prachtige schilderijen, veilig opgeborgen. Heel veel later werd uitgezocht waar alles gebleven was en werd het meeste in het huidige Museum Gouda geplaatst. Ter gelegenheid van 750 jaar Gouda zijn de bewaard gebleven altaarstukken nu weer teruggeplaatst in de kerk. Wat vind ik dat fijn, niet zozeer dat de kerk weer een Katholiek aanzien heeft, maar vooral dat liturgische kunst op zijn plek staat. Hij hoort niet in een museum te staan, maar op de plek die daarvoor bedoeld is. Zoals dat in veel katholieke kerken in met name Italië nog steeds zo is. Het mooiste voorbeeld dichtbij huis is de parochiekerk van Kalkar. Ik schreef er al eerder over. Een klein wonder. Daar is vooral ook het beeldhouwwerk uniek. In Gouda moet je het vooral hebben van de Glazen, de preekstoel, de banken maar nu dus ook van de schilderijen uit de katholieke tijd.

Bij het Maria altaar zie je als drieluik drie schilderijen, links en rechts zie je “Maria op het ziekbed” en “Maria Hemelvaart”. Centraal staat het schilderij met de “geboorte van Jezus”, welk ik hierboven laat zien.
De tentoonstelling 750 jaar Gouda is te zien in de kerk maar ook in het ernaast gelegen museum. In het museum zijn onder meer de cartons van de glazen te bewonderen. Die zijn al die eeuwen bewaard gebleven en hebben steeds bij elke restauratie als voorbeeld gediend om de onderdelen die vervangen moesten worden zo natuurgetrouw mogelijk opnieuw te maken. Ook de glazen in de kerk verkeren op dit moment in schitterende staat. Een immense pop die Erasmus voorstelt kun je niet missen. Hij kijkt met zijn langzaam bewegende ogen op je neer. Erasmus is in Rotterdam geboren maar was tussen 1473 en 1478 leerling van de Latijnse school in Gouda. Na studies in Deventer en ’s Hertogenbosch trad hij toe tot het klooster Stein bij Gouda. Het klooster is in de zestiende eeuw afgebrand. Op die plek staat nu kaasboerderij het Klooster aan de rand van Haastrecht. In 1492 werd Erasmus in Utrecht tot priester gewijd. Hij studeerde vervolgens in Mons, Parijs en nog weer later in Engeland. Hij ontwikkelde zich tot de meest vooraanstaande humanist van Europa. Zowel de stad Rotterdam (Erasmus universiteit, Erasmus medisch centrum, Erasmusbrug en een standbeeld voor de Laurenskerk) als de stad Gouda (buste in het Vroesenpark aan de oostkant van de kerk) zijn trots op hem. En hij kijkt je nu dus in de kerk ook aan. De kerk zelf heeft al heel lang museumfunctie, met de Museumjaarkaart kun je er gratis in. Er is veel te zien, vooral natuurlijk de schitterende glazen. Sommige glazen zijn juist nu iets minder goed te zien, de teruggeplaatste altaarstukken belemmeren hier en daar het zicht. Wil je alleen daarvoor komen, kom dan vanaf 2 oktober. Dan zijn de altaarstukken weer weg.
Je kunt de glazen en cartons trouwens ook online zien. Je kunt er dan prachtig op inzoomen. Héél mooi! Ik raad iedereen aan om dat te doen juist voordat je ze in het echt gaat bewonderen. Je ziet gewoonweg veel meer!
Toelichting en afbeeldingen van alle glazen en cartons.
12 april, dus over een week, wordt de tentoonstelling geopend door koning Willem-Alexander. Er zijn vier toespraken, door burgemeester Verhoeve, Femke Haijtema (directeur Museum Gouda), de Goudse jongerenvertegenwoordiger van de VN Mensenrechten en door Bastiaan Rijpkema (bijzonder hoogleraar Verdraagzaamheid.) Er klinkt ook muziek die gespeeld wordt door stadsorganist Gerben Budding en muziek door een aantal Goudse muzikanten.
Vreemd genoeg kun je kaartjes voor de tentoonstelling “het wonder van Gouda” (in museum Gouda en in de kerk) niet direct bestellen vanaf de site van de st. Jan. Daarvoor moet je hier zijn.
Er is een tijdslot, de tentoonstelling is voor publiek toegankelijk vanaf donderdag 14 april. Elke dag van de week, behalve op de zondag, tot eind september.
Ik schreef al eerder over Gouda, over de glazen en over de propaganda-glazen.