Afgelopen nacht en waarschijnlijk ook de komende nachten zal het helder zijn. De maan is alweer groeiende, over een week is het volle maan. Dat maakt dat het steeds lastiger wordt om de sterrenhemel te bestuderen. Het wordt ’s nachts te licht. Maar ik kon nu toch nog enkele foto’s maken.
In het ONO staat de Grote beer. Vandaar uit kun je in het noorden de Poolster makkelijk vinden: trek vanuit het uiteinden van de steel van het steelpannetje een lijn naar links en de eerste de beste ster die helder is en daar ongeveer staat is de Poolster. Op onderstaande foto zie je als je weet hoe je moet kijken vervolgens ook goed het kleine steelpannetje oftewel de kleine beer. Je ziet dat je van deze zeven sterren vooral het einde van de steel (de poolster) en de twee uiterste sterren van het kleine steelpannetje goed kunt zien. Ook zijn de kleurverschillen goed zichtbaar. De sterren die iets meer geelachtig zijn dat zijn “rode reuzen”, grote sterren die aan het einde van hun levensfase zijn.

Deze avonden zie je bijna recht boven je Mars en dan richting de zuidelijke horizon zie je nog veel meer sterren. Op onderstaand plaatje zie je grofweg aan de linkerkant sterren van het sterrenbeeld Tweelingen, met links de twee voornaamste vertegenwoordigers van dat sterrenbeeld: Castor en Pollux. Mars staat in het sterrenbeeld Stier, met onder zich de voornaamste ster van dat beeld, Aldebaran. Helemaal beneden zie je de bovenste twee sterren van het sterrenbeeld Orion: Betelgeuze en Bellatrix. Rechts van Mars zie je het Zevengesternte, oftewel de Pleiaden. Ik heb de afbeelding twee keer hieronder gezet, de tweede keer met de namen van Mars en de best zichtbare sterren erbij. Mars, Aldebaran en Betelgeuze zien er een beetje rood-geel-achtig uit, het verschil is ook op de foto’s te zien.


Venus en Jupiter zijn op weg naar een conjunctie, a.s. woensdag, dus nu nog drie dagen en dan staan ze heel dicht bij elkaar vanuit de aarde gezien. Jupiter staat nu nog boven Venus, vanaf donderdag is het andersom. Venus weerspiegelt ook mooi in het water van een poldersloot op de tweede foto.


Bij de foto die ik van de maan maakte zie je een aantal kraters, de meest opvallende is de zogenaamde Theophilus krater met een diameter van 110 kilometer. Morgen zie je weer andere kraters, want dan is er weer een nieuw stukje waar de zon het reliëf goed van laat zien. Door zo elke avond te kijken gedurende een maand tijd kon indertijd Galileo Galilei een prachtige reliëf-maquette maken van de maan. Elke dag tekende hij er een stuk bij en hij rekende uit hoe hoog en diep alles moest zijn door te kijken naar de schaduwen.
