De visioenen van Zacharias in de Hortus Deliciarum

Twee grote platen in dit boek uit het einde van de twaalfde eeuw gaan over de visioenen van Zacharias. Deze platen zijn nagetekend door Herrad von Landsberg of iemand die het deed in opdracht van haar. Ze zijn nagetekend van het koorgewelf van de Servaaskerk van Maastricht. In twee andere artikelen kun je meer lezen over Herrad von Landsberg of over het koorgewelf van de Servaas.

Voor een goed begrip van de compositie van de visioenen van Zacharias in de Hortus Deliciarum moet je eerst de hoofdstukken 3, 4 en 5 uit deze profetie lezen. Verder moet je weten dat Josua als hogepriester stond voor het geestelijke leiderschap van het joodse volk, en Zerubabel voor het wereldse leiderschap.  Alles speelt zich af niet lang nadat een relatief klein deel van het Joodse volk Babylon had verlaten en zich rond Jeruzalem had gevestigd. De slechte daden en zonden, begaan in Babylon, waren nog niet vergeten en een voorbeeldig leven was nog geen gemeengoed. Het opnieuw opbouwen van de verwoeste tempel zou verbetering moeten brengen.

Het gaat om twee grote platen, die allebei twee scenes bevatten. Deze vier scenes worden nu afzonderlijk besproken.

Plaat 1

plaat1-klein

Het basisidee zien we rechts boven op plaat 1: het hele mysterie van dit visioen refereert aan het priesterschap van het nieuwe testament, waarvan het oude testament een voor-afbeelding is. (Mysterium totius visionis hujus pulchra varietate spectat ad novum sacerdotium a veteri figuraliter deumbratum).

Dan nu de vier scenes.

Op plaat 1 zien we bovenaan in het centrum een engel, “Angelus consilli” (de engel van het recht, die meestal ook voor Christus zelf staat). Aan zijn rechterzijde zien we een man die uitgekleed wordt door twee engelen.

plaat1aDit is de hogepriester Josua. Hij was vastbesloten om de tempel van Jeruzalem te herbouwen.  Tegelijk moest  hij de mensen er van doordringen hun zondige bestaan vaarwel te zeggen. Maar dat kon alleen als de tempel herbouwd was. Tot die tijd zou ook hij zelf de zondenlast blijven dragen. Satan weet dit en benadert hem met een vork en zegt dat hij hem zijn macht zal afnemen: “Increpit Dominus in te, Satan” (Zacharias III.2).

plaat1bDe engel van het recht  zegt tot de engelen die voor hem staan: ‘Trek hem zijn vieze kleren uit’, dan zegt hij tot Josua: ‘Ik haal de zonde bij jou weg‘. En tot de engelen aan zijn linkerzijde zegt hij: ‘zet hem een mooie tulband op zijn hoofd en trek hem mooie kleren aan.’

plaat1cOok dat tafereel wordt weergegeven en een peinzende Zacharias aanschouwt dit visioen waarbij Josua als hogepriester duidelijk de voorafbeelding is van het priesterschap van de latere Christenen. (Auferte vestimenta sordida ab eo. – Ecce abstuli a te iniquitatem tuam. Ponite cidarum mundam super caput ejus et induite eum mutatoriis, Zach III 4-5)

Onder aan plaat 1 zien we een candelabrum, een lampenhouder met zeven houders.

plaat1dZacharias beschrijft dit visioen: ‘ik zie een candelabrum van goud met zeven houders die ontgroeien aan twee takken‘. De engel legt hem dit visioen uit: ´dit is het woord dat de heer spreekt tot Zerubabel. Je moet niet geloven in een leger, ook niet in menselijke kracht, maar je moet geloven in mijn geesteskracht.‘ De kandelaar staat voor de heilige geest. De zeven krachten van de geest, die we ook weer zien op plaat 2 in de steen, worden hier vertegenwoordigd. Geen enkel menselijke macht kan de kracht van de Heilige geest weerstaan. Dit wordt uitgebeeld door een berg waarachter soldaten staan.

plaat1eAls tekst lezen we: ‘wat stel jij voor, grote berg voor Zerubabel? Je zult geslecht worden. En dan zul je stenen leveren voor het fundament van de tempel en hij zal schoonheid op schoonheid stapelen.‘ (Quis tu mons magne, coram Zorobabel, ut adverseris ei?” Zach. IV,7)

Plaat 2

plaat2-kleinCentraal op het bovenste deel van plaat 2 zien we Christus. Hij wordt omgeven door vier lijdenswerktuigen. Rechts van hem het kruis met daar door heen de doornen kroon, links van hem de lans en de spons op een stok. Hij spreidt zijn armen als wil hij al de zegeningen van de verlossing tonen. ‘Houdt stand’, zegt hij, ‘ik zal in een enkele dag al de ongelijkheden van deze wereld wegvagen‘. (Ecce ego auferam inequitatem universae terrae in die una, Zach III,9).

plaat2aVoor hem ligt een stenen tafel waarin zeven ogen zijn gegraveerd. Deze steen zag Zacharias in zijn profetische visioen en de zeven ogen stellen Christus voor, begiftigd met de zeven gaven van de heilige geest. Dat zijn wijsheid, begrip, rechtvaardigheid, kracht, kennis, vroomheid, en godsvrees. (“Lapis hic quem Zacharias vidit, qui septem oculos habuit, est Christus qui septem donis Spiritus sancti plenus fuit”) Van uit de zeven ogen stralen bundels vuur naar zeven duiven waarbij de Latijnse opschriften van de deugden staan.

plaat2bRechts van Christus, maar buiten de glorie die de stenen tafel omsluit, zien we weer de hogepriester Josua, gekleed als een bisschop. Er naast lezen we: ‘Josua de hogepriester is de transfiguratie van de ware Jezus Christus, geëerd en bevrijd van de zonden van de Satan.’ (“Jesus sacerdos magnus, veri figura Jesu Christi. Liberati et glorificati a laqueis insidiarum Sathane”). Links van Christus zien we een engel met een boekrol met de volgende woorden: ‘Luister, Josua, hogepriester, jij en ook je vrienden die voor je zitten, want zij zijn de profeten’.

plaat2cDeze woorden zijn geschreven naast drie mannen onder een vijgenboom, aan de andere kant zien we vier apostelen (zie een afbeelding daarvoor) als de armen van Christus onder een druivenstok. (In die illa vocavit vir amicum suum supter vineam et super ficum suam, Zach V,3)

Om de vrede te kunnen bereiken zal er echter eerst afstand genomen moeten worden van de zonde, en dat wordt uitgebeeld in het onderste deel van plaat 2. We zien hoe Zacharias weer een visioen krijgt: ‘Ik zie een vliegende boekrol. Deze boekrol zal over het hele land vliegen en iedereen die steelt zal worden berecht, iedereen die meineed pleegt zal worden berecht, afhankelijk van diens misdaden.’

plaat2dIn het centrum zien we een gevleugelde vrouw die een efa draagt met een vrouw er in (Een efa is een meelvat, een vat met een vaste grootte als een meet-instrument). De profeet vraagt: ‘wie is die vrouw in de efa?’  De engel antwoordt: ‘zij is de slechtheid‘. Vervolgens wordt de efa gesloten. (Haec est maledictio quae egreditur super faciem omnis terrae, quia omnis fur, sicut et omnis jurans ex hoc similiter judicabitur scriptum est, judicabitur” (Zach. V,3). Volgens de schrift vertegenwoordigt deze vrouw het onrecht van fraudulees wegen en meten. Iets dat in die tijd zeer speelde. Het moest ver achter hen gelaten worden, na de slechte en zondige  tijd in Babylon. Twee gevleugelde vrouwen dragen de efa naar Babylon, gesymboliseerd door twee torens. Aan de voet van de stad zien we onreine dieren als symbool van de slechtheid van de stad. De slechtheid wordt weer terug gebracht naar waar hij vandaan kwam: Babylon.

plaat2e

In de Servaaskerk van Maastricht zijn deze afbeeldingen gebruikt in combinatie met onder meer de Noodkist. Ze vertellen daar dat de orde van Christus bereikt kan worden door eerst de wereld ordelijk in te richten. En dat was wat de Rooms-Duitse keizer als belangrijkste missie zag: een grote Christelijke wereld onder zijn leiding, in navolging van het ideaal van Karel de Grote.

 

Over Pieter Simons

Docent muziektheorie. Interesses: geschiedenis algemeen, kunstgeschiedenis, lokale geschiedenis, muziek en muziektheorie, filosofie, astronomie, fotografie, natuur, wilde bloemen. En daarnaast allerlei maatschappelijke dingen als onderwijs en opvoeding
Dit bericht werd geplaatst in Geschiedenis, kunst en getagged met , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op De visioenen van Zacharias in de Hortus Deliciarum

  1. Pingback: Het iconografische programma van het koor van de Servaaskerk van Maastricht in de twaalfde eeuw | De kwintencirkel

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.