Monteverdi schilderde het verdriet van Orpheus, van Arianne of dat van Penelope. Purcell dat van Dido. Maar eigenlijk verbleken de levens van deze mythische figuren bij het verhaal van koningin Sibylla. Op een gegeven moment is haar lijden uitzichtloos. Misschien doet de smart van Penelope die jaren bleef wachten op Odysseus een beetje denken aan wat Sibylla ooit doormaakte. Daarom eindigt dit stukje ook met de muzikale uitwerking door Monteverdi van de smart van Penelope.. Maar het verhaal zelf gaat over Sibylla. Het speelt zich af aan het einde van de twaalfde eeuw. Sicilië had toen korte tijd een koningin: koningin Sibylla. Wat was zij voor een vrouw?
Als in de middeleeuwen, en ook nog lang daarna, een hertog of koning overleed zonder wettelijke opvolgers ontstond er vaak een opvolgingsstrijd. In 1189 overleed koning Willem II van Sicilië. Zijn kinderen waren toen allemaal al dood. Er was wel nog een tante, Constance, uit het derde huwelijk van zijn grootvader Rogier II en er was nog een neef, Tancred, een buitenechtelijke zoon van zijn inmiddels overleden oom Rogier. Deze neef, Tancred, werd door de Siciliaanse adel als opvolger gekozen, alhoewel Willem II nog voor zijn dood Constance als opvolger had aangewezen. Deze Constance was getrouwd met Hendrik VI, de zoon van de Rooms-Duitse keizer Frederik Barbarossa. De Siciliaanse adel voelde er niets voor dat die de baas zou worden. Omdat Frederik Barbarossa op kruistocht was wilden Constance en Hendrik nog even wachten met het opeisen van de troon. Tancred, getrouwd met Sibylla van Ancerra, bleef dus op de troon. Na de dood van Barbarossa kwam Hendrik VI, inmiddels benoemd als Rooms-Duits keizer, naar Zuid-Italië om de troon op te eisen. Door malaria viel het leger uiteen en Constance werd door Tancred gevangen genomen. In ruil voor een erkenning van zijn koningschap door de paus (het koninkrijk Sicilië was officieel een leengoed van de paus) werd na een jaar Constance weer vrijgelaten. Maar toen begon de ellende voor met name Sibylla, de vrouw van koning Tancred. Zij had al het een en ander meegemaakt in de tijd dat Constance, een jaar jonger dan zij, gevangen zat. Heel luxe deelden zij samen het kasteel van Palermo en ze hadden zelfs dezelfde slaapkamer. Maar al snel boterde het niet meer zo tussen de dames. Sibylla was blij dat ze weg was. De paus had Tancred erkend als koning. Wat zou er nog kunnen gebeuren? Niet veel goeds helaas. Een leven vol smartelijk lijden. Maar Sibylla was een vrouw die desondanks niet zo maar bij de pakken ging neer zitten. Dit verhaal is volgens mij nog nooit opgetekend. Ik ga een poging doen. En ik doe het in de vorm van een synopsis van de vijf actes van een denkbeeldige opera over haar leven. Laten we de opera “Sibylla” noemen.
Acte 1. Plaats van handeling: het koninklijk paleis in Palermo. Koningin Sibylla is vol verdriet als haar oudste kind Rogier, de beoogde troonopvolger van haar man koning Tancred, op achttienjarige leeftijd overlijdt. Muzikanten met trommels en enkele koperblazers begeleiden de begrafenisstoet naar de kathedraal van Palermo. Het leven van haar was tot op dat moment nog een sprookje. Zij is een rijke edelvrouw, afkomstig uit Ancerra (Napels) en samen met haar man bestuurt ze Sicilië, een machtig en rijk koninkrijk, officieel zoals gezegd een leengoed van de Paus. Na de begrafenis laat koning Tancred vastleggen dat nu zijn tweede zoon, de nog zeer jonge, pas achtjarige Willem, zijn opvolger moet worden. Hij voelt inmiddels ook zijn eigen einde naderen, maar hij denkt alles goed geregeld te hebben. Tancred overlijdt al binnen enkele weken. We zien alweer een rouwstoet, nu nog groter en treuriger, op weg naar de kathedraal.
Het zoontje Willem wordt als koning Willem III door de adel van Sicilië als opvolger aanvaard, maar Sicilië wordt feitelijk bestuurd door moeder Sibylla. Veel tijd voor regeringszaken heeft ze niet. De twee rouwperiodes zijn nog niet afgelopen als dan ook nog eens een van haar dochters, Medania, komt te overlijden. Dan hoort Sibylla dat de Rooms-Duits keizer Hendrik VI Sicilië is binnen gevallen. Er is weinig weerstand. De feiten volgen elkaar snel op. Hendrik VI wordt gekroond in Palermo, een dag later krijgt Constance in Noord-Italië een kind, de latere keizer Frederik II, en dan pas, enkele dagen later, gebeuren er afschuwelijke dingen. Hendrik heeft er lucht van gekregen dat de Siciliaanse adel een samenzwering tegen hem op touw heeft gezet. Dat vraagt om verdere maatregelen..
In het paleis in Palermo zit Sibylla, eenzaam, maar sterk. Ze heeft nog vier kleine kinderen: kindkoning Willem III en de dochters Elvira, Constance en Valdrada. Alle vier de kinderen zijn nog jong. Soldaten van Hendrik VI stormen naar binnen en Sibylla en haar vier kinderen worden gevangen genomen. Wist Sibylla van de samenzwering? Waarschijnlijk wel, misschien ook niet. Keizer Hendrik neemt in ieder geval het zekere voor het onzekere: hij laat de kleine ex-koning Willem castreren en zijn ogen uitsteken. De laatste mannelijk troonopvolger is uitgeschakeld. Wat een verschrikkelijke en barbaarse daad. Het kleine jongetje van negen jaar, wat moet hij gedacht hebben, niet alleen toen het gebeurde, maar ook daarna. En die moeder, en zijn zusjes…
Acte 2. Plaats van handeling: het klooster op de Hohenburg in de Vogezen. Daar verblijven Sibylla en haar vier kinderen als bannelingen. Keizer Hendrik kende het vrouwenklooster nog omdat hij daar een keer met zijn vader, keizer Frederik Barbarossa, geweest was. Het leek hem een veilige plek, ver weg van Sicilië. Herrad von Landsberg, de oude, goede en vrome abdis van het klooster, verzorgt de vier bannelingen daar liefdevol. Sibylla, zelf goed opgeleid, ontdekt tot haar vreugde dat de nonnen ook onderwezen worden, met name door Herrad. Ze ziet een prachtig boek, dat dagelijks geopend wordt en een van de afbeeldingen wordt door de abdis aan een aantal nonnen uitgelegd: de Hortus Deliciarum. Na een tijdje legt Herrad de afbeeldingen ook aan haar en haar dochters uit. Willem die niets kan zien luistert aandachtig mee. De hele bijbel komt aan bod, maar ook bijvoorbeeld het wereldbeeld van de Grieken. Ze geniet zeer van de afbeelding waarin de filosofie centraal staat, met de zeven kunsten, maar ook waar de gevaarlijke schrijvers en poëten op worden getoond.
In Ancerra en later ook in Napels werd veel gemusiceerd, maar de godsdienstige gezangen van deze nonnen onder leiding van Herrad zijn werkelijk verbluffend. Sibylla weet niet wat ze hoort. Elke dag weer, niet alleen de bekende Gregoriaanse gezangen, maar ook gezangen voor heiligen, speciaal door Herrad gecomponeerd.
Helaas, na een jaar al komt de geliefde abdis te overlijden. Sibylla en haar kinderen mogen de Hortus Deliciarum nog wel inzien, maar zonder de bevlogen uitleg van Herrad lijkt alles minder boeiend. Ook het zingen is minder inspirerend. De gewezen koningin en haar vier kinderen kunnen geen kant op. Het klooster is ver afgelegen en er zijn voortdurend twee soldaten van Hendrik aanwezig die er op toezien dat ze het gebied niet verlaten.
Maar dan hoort Sibylla het volgende: op Sicilië was er een opstand tegen de wrede Rooms-Duitse keizer. Zelfs Constance had zich gekeerd tegen haar man en zich aangesloten bij deze opstand. Hendrik VI is dood. Vergiftigd of overleden na een koortsaanval? Constance benoemt vervolgens haar zoon, de nog zeer jonge Frederik, als Frederik II tot opvolger. Dat is maar goed ook, want slechts een jaar later komt ook Constance, ooit de grote rivale van Sibylla, te overlijden. Sibylla weet niet wat ze hoort. Zou ze misschien toch nog vrij kunnen komen? Maar haar hoop wordt in de kiem gesmoord door nieuwe tegenslag. Haar blinde en gecastreerde zoon Willem sterft, op slechts dertienjarige leeftijd.
Acte 3. Plaats van handeling is het château royal in de Franse stad Melun. De Franse koning Philips II heeft eerder een groep soldaten naar het klooster in de Elzas gestuurd om de bannelingen te bevrijden. Een jaar na de dood van haar zoon is Sibylla met haar dochters dan alsnog vrij gekomen. Met een aantal raadgevers belegt de koning een bijeenkomst in deze stad, we zitten in het jaar 1199. De koning arriveert, een erewacht met muzikanten leidt hem naar binnen. In een zaal zijn enkele genodigden: Sibylla is aanwezig en een belangrijke leenman van de koning: Walter van Briënne. De koning heeft een groots plan. Hij wil meer macht in Europa. Afgesproken wordt dat de oudste dochter van Sibylla, Elvira, met Walter van Briënne zal gaan trouwen. Walter van Briënne stamt uit een steeds machtiger wordend adellijk geslacht. Zijn vader heeft veel roem verworven tijdens de derde kruistocht. Koning Philips voorziet dat deze Walter, die zeer geliefd is, wellicht te veel macht gaat krijgen en een mogelijk gevaar voor zijn eigen koningschap kan gaan vormen. Het plan is dat hij met Elvira Frankrijk verlaat om vanuit Italië de Siciliaanse kroon op te eisen. Bovendien is dit precies wat Sibylla ook wenst: ze denkt eindelijk wraak te kunnen nemen op alles wat haar in Sicilië is aangedaan. Walter van Briënne heeft wel oren naar al deze aspiraties. Hij trouwt met Elvira en de hele familie vertrekt naar Italië met een enorme som handgeld, ontvangen van koning Philips.
Acte 4. Plaats van handeling: het paleis van Palermo. De jonge koning Frederik zit in een vertrek in zijn paleis. (Niet heel veel later zal hij in Duitsland ook tot Rooms-Duits keizer worden uitgeroepen en in Rome door de paus worden gekroond). Op zijn arm zit roerloos een valk. Frederik fluistert zacht en het beest reageert op alles wat hij zegt. Hij is intussen ook in gesprek met enkele raadgevers. Moeiteloos spreekt hij tot een van hen in het Arabisch. Deze maakt een buiging en loopt het vertrek uit. Dan spreekt hij in het Italiaans met zijn leermeester, de kardinaal. Deze heeft gezorgd dat hij een goede opvoeding kreeg, hij leerde alle dingen die een toekomstig koning moet kunnen. Ook leerde hij maar liefst 6 talen, waaronder het Arabisch. Van zijn vader, Hendrik VI, kan hij zich nauwelijks nog iets herinneren. Wel nog herinnert hij zich vaag nog zijn moeder Constance. Deze had nog een jaar als regentes het eiland bestuurd en de banden met het Duitse keizerrijk verbroken. De paus erkende toen ze dat gedaan had het koningschap van de jonge Frederik. Vervolgens stuurde ze deze kardinaal naar hem toe als leermeester.
Een vertegenwoordiger van de paus komt binnen. Deze vertelt hem dat Elvira, een dochter van Sibylla, in Italië is aangekomen en gesteund wordt door de Franse koning in haar aspiraties op het koningschap van Sicilië. Het jonge echtpaar, Walter en Elvira hadden toen ze in Italië aankwamen namelijk de paus bezocht. Deze wilde Walter niet het koningschap van Sicilië aanbieden, alhoewel hij niet onsympathiek tegenover het echtpaar stond. Dus hij verzon een tussen-oplossing. Bij het koninkrijk hoort niet alleen het eiland, maar ook de laars van Italië. Een deel daarvan, Taranto en het graafschap Lecce, was voormalig erfgoed van Sibylla. Omdat de paus indertijd Tancred, de overleden man van Sibylla het koninkrijk Sicilië had aangeboden, zou het misschien niet onbillijk zijn als nu haar schoonzoon dat graafschap terug zou krijgen. Frederik luistert naar dit alles en na enig nadenken besluit hij akkoord te gaan met het voorstel van de paus. Hij is er echter niet helemaal gerust op…
Acte 5. Plaats van handeling: Lecce in Apulië, onderdeel van de laars van Italië. Elvira wacht angstig op berichten van haar man Walter. Walter en Elvira verblijven al enkele jaren in de stad, samen met de moeder van Elvira, Sibylla en met de zussen van Elvira: Constance en Valdrada. Zij zijn daar onthaald als de nieuwe gezagsdragers. Maar na enkele jaren wil Walter meer. Hij gaat met veel goedgezinde ridders op oorlogspad en wil uiteindelijk de koningskroon opeisen. Elvira vindt het maar niks, maar wat kan ze doen. Ze heeft nu eenmaal een onstuitbare en temperamentvolle man. Sibylla daarentegen had Walter stevig aangemoedigd.
Maar niemand weet dat Frederik II Walter via spionnen in de gaten houdt. Soldaten in dienst van de koning overvallen dan ’s nachts het kamp waar Walter van Briënne zich bevindt en doden hem. In het paleis van Lecce komt een boodschapper aan. Sibylla en Elvira kijken gespannen, maar voelen dat het geen goed bericht is dat er gaat komen. O jee, waar Elvira al zo bang voor was is bewaarheid. Bij het horen van het nieuws van de dood van Walter is iedereen in diepe rouw in Lecce. De jammerklacht van Sibylla is misschien nog wel het grootst. Ze weet dat de kans om de koningskroon terug te krijgen nu is verdwenen. Dat is voor haar de druppel. Ze sterft van verdriet. Haar geliefde Palermo heeft ze nooit meer terug gezien.
Nu zou er nog een epiloog kunnen komen met een happy end. Met de drie overgebleven dochters gaat het nadien goed. Constance trouwt in 1213 met de doge van Venetië, Pietro Ziani. Deze stad is inmiddels zeer rijk. Pietro Ziani nam ook deel aan de vierde kruistocht waarbij o.a. Constantinopel werd ingenomen en het grootste deel van de buit kwam daarbij in Venetië terecht. De jongste dochter Valdrada huwt met Giacomo Tello, eveneens een rijk edelman uit Venetië. Ook Elvira blijft in Italië. Ze is dan zwanger van een zoon van Walter, die ook weer Walter zal heten. Na enige tijd hertrouwt zij met Giacomo Sanseverino, graaf van Tricarico in Zuid-Italië. Zij bevalt van de zoon van Walter van Briënne, die van zijn oom Jean van Brienne na de vijfde kruistocht het graafschap van Jaffa en Escalon krijgt en later door kooplieden die hij had beroofd in Cairo wordt gedood. Maar ik stel voor om deze epiloog hooguit in de aftiteling te vermelden. We eindigen de opera bij de tragische dood van Sibylla.
Hierboven een overzicht van de familiebanden. De zwarte pijltjes wijzen de volgorde aan van de diverse opvolgers op de troon van Sicilië. Officieel zijn de twee zonen van Tancred en Sibylla (als Rogier III en Willem III) ook nog even koning geweest, voordat Hendrik VI met Constance gewelddadig de macht overnamen.
Waarom schrijf ik dit verhaal op, de basis voor een mogelijk script voor een tragische opera? Alles is waar gebeurd. Het zegt iets over de moraal en wreedheid die er in adellijke kringen in die tijd bestond. En helaas ook eerder en nog lang daarna. Maar voor mij was het bijzonder dat ik net had gelezen over Herrad von Landsberg, de abdis in de Elzas. Ook heb ik net een uitgebreide biografie gelezen over Franciscus van Assisi. Deze heilige was er bij toen de latere koning Frederik II van Sicilië in Assisi werd gedoopt. Hij was er ook bij toen de burgerij in Assisi en andere plaatsen van Zuid-Italië in opstand kwam tegen het wrede bewind van de vertegenwoordigers van diens vader Hendrik VI. Franciscus heeft de vertegenwoordiger van Hendrik VI samen met zijn kameraden de stad uitgejaagd en ze hebben zijn kasteel met de grond gelijk gemaakt. Hij heeft ook Walter van Briënne gekend, en was van plan zich bij hem aan te sluiten toen deze vanuit Lecce bezig was om een groot gebied rond de stad te veroveren. Gelukkig voor Franciscus is hij tijdig terug gekeerd van deze gewaagde onderneming want we zagen hoe slecht het met Walter afliep. Als hij was meegegaan had de Rooms-Katholieke kerk misschien wel een heilige minder gehad… Later nam Franciscus nog deel aan de vijfde kruistocht, waaraan ook Jean van Briënne, de broer van Walter deelnam. Kortom: ik kon ook hier weer een aantal verbanden leggen. Dus wie weet zou het zelfs nog mogelijk zijn geweest om Franciscus een rol in die opera te geven. Maar nee. Ik vond het verhaal van Sibylla het meest aangrijpend. Haar leven is bij mijn weten nog nooit beschreven. Ik heb een kleine poging gedaan. Zij is de tragische heldin van deze opera.
Sibylla is nauwelijks bekend geworden in de geschiedenis. Het leven van de een jaar jongere Constance daarentegen is zelfs door Boccaccio beschreven (zij is een van de 106 beroemde vrouwen in “de mulieribus claris”). Door haar trotse gedrag tijdens haar gevangenschap werd ze een soort heldin. En bij Dante kreeg Constance een plek in de hemel. En over Frederik II, die aan het einde van de opera een rol krijgt, heb ik nog meerdere artikelen geschreven.Het leven van deze nieuwe koning en latere keizer zou ook stof voor een prachtige opera hebben kunnen zijn.
Hoe zou zo’n opera kunnen klinken? Monteverdi schilderde het verdriet van Penelope, die het wachten op de terugkeer van Odysseus na jaren begon op te geven. Ze was hopeloos verdrietig. De pijnen die zij had op dat moment zijn misschien enigszins te vergelijken met die van Sibylla toen ze eenzaam in de Elzas zat, zonder veel hoop op enige terugkeer naar haar vaderland, met haar jonge mismaakte zoon en drie dochters. Luister naar de prachtige verklanking van de universele klacht van iemand met uitzichtloos verdriet, op muziek gezet door de onovertroffen Claudio Monteverdi.
Di misera regina – o ik beklagenswaardige koningin
non terminati mai dolenti affani – ze stoppen maar niet, mijn zorgen en pijnen
L’Aspettato non giunge – Hij op wie ik wacht komt maar niet
e pur fuggone gli anni- en ze vervliegen, de jaren
La serie del penar è lunga, ahi troppo – mijn voortdurende kwellingen duren inmiddels maar al te lang
A chi vive in angoscie il Tempo è zoppo – voor wie leeft in angst duurt de tijd eindeloos
Fallacissima speme, – vergeefse hoop
speranze non più verdi, ma canute – welke niet vers is, maar inmiddels gesleten
all’invecchiato male – hij valt niet te helen de pijn
non promette più pace o salute – en ik verwacht geen vrede of redding meer
(Lucille Richardot, English baroque soloists, John Eliot Gardiner)
Pingback: Een verborgen Maastrichtse schat | De kwintencirkel